D66

'Tabaksblat' gaat niet ver genoeg

Economisch beleid

Boris Dittrich

09-12-2003 - De definitieve code van de Commissie Tabaksblat over corporate governance is een stap in de goede richting, maar mist teveel kansen. De scherpe bewoordingen over ontslagvergoeding en optieregelingen voor bestuurders in het concept klinken nog maar zwak door in de definitieve versie. Ook de voorwaarden voor aandelenhandel en het maximum commissariaten is bijgesteld. De code is hierdoor een braaf stuk geworden waarmee de zittende bestuurders van beursvennootschappen weinig moeite zullen hebben.

Hoe de Commissie omgaat met het structuurregime is ronduit een misser. Als iets de atmosfeer rond de Nederlandse beursvennootschappen mistig en oncontroleerbaar houdt is dat toch wel het structuurregime. In al haar aanbevelingen zou het de Commissie volgens D66 niet misstaan hebben als zij de wetgever voorgesteld zou hebben het Structuurregime af te schaffen.

Dat wil niet zeggen dat de Code op zichzelf niet een noodzakelijke stap in de goede richting is. Zonder de code zou Nederland internationaal nog verder achter komen te liggen. D66 heeft goede hoop dat ondernemingen ook met de code gaan werken. We verwachten veel van het comply or explain principe. Mochten ondernemingen toch achterover leunen, dan kunnen we altijd nog kiezen voor wetgeving.

De code Tabaksblat moet bijdragen aan het herstel van vertrouwen in een eerlijke, integere en transparante gang van zaken binnen beursgenoteerde ondernemingen. De commissie bouwt voort op de 40 aanbevelingen van een vorige commissie op dit gebied, de Commissie Peters.