IP/03/1680
Brussel, 9 december 2003
Eurobarometer : het vertrouwen van de burger neemt af, maar toch
blijft hij de prioriteiten van de Unie steunen
Uit de laatste Eurobarometerenquête - waarvan de voorlopige resultaten
vandaag zijn bekendgemaakt - blijkt dat het vertrouwen van de burger
over het algemeen is afgenomen vergeleken bij de vorige enquête, die
in het voorjaar is gehouden. Dit kan worden afgeleid uit de groeiende
bezorgdheid omtrent de economische vooruitzichten en de
werkgelegenheidssituatie voor het komende jaar en uit het afnemend
vertrouwen in de overheidsinstellingen in het algemeen. Dit groeiende
pessimisme schijnt ook van invloed te zijn op de mening van de burgers
over de Europese Unie en haar instellingen. Toch vindt meer dan
tweederde van de burgers dat het "een goede zaak" is dat hun land lid
is van de Unie. De meningen verschillen evenwel aanzienlijk van land
tot land.
"Uit deze resultaten komt het groeiende pessimisme onder de burgers in
de hele unie naar voren" merkt Voorzitter Romano Prodi hierbij op.
"Hoewel de publieke opinie de belangrijkste beleidsmaatregelen van de
EU blijft steunen, mogen we niet voorbijgaan aan het feit dat deze
steun de laatste zes maanden aanzienlijk is afgenomen. Bittere
disputen over het stabiliteits- en groeipact en het betreurenswaardige
gemarchandeer tussen de nationale regeringen leiden de aandacht af van
het waardevolle werk dat binnen de EU wordt geleverd om een
samenleving uit te bouwen waar iedereen beter van wordt. Ik hoop dat
de Europese leiders de resultaten van deze enquête in gedachten zullen
houden wanneer zij eind deze week de onderhandelingen over de Europese
grondwet afronden. Wij moeten naar een akkoord streven waarmee we de
oorzaken van de bezorgdheid van de gewone man kunnen wegnemen."
De Eurobarometerenquête van het najaar van 2003 is tussen 1 oktober en
7 november in de 15 huidige lidstaten gehouden. De mening van 16.082
personen ouder dan 15 jaar werd gevraagd over de EU en over een aantal
actuele kwestie op politiek en sociaal vlak. De volledige resultaten
van de vorige enquête, die in maart en april plaatsvond, zijn in juli
bekendgemaakt.
Vandaag worden slechts voorlopige resultaten over een aantal van de
behandelde onderwerpen gegeven. Een document met de "eerste
resultaten" wordt volgende week gepubliceerd, tezamen met de
resultaten voor de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten. Het
volledige verslag zal uiterlijk in februari beschikbaar zijn.
De belangrijkste resultaten van Eurobarometer nr. 60 kunnen als volgt
worden samengevat:
* De ondervraagden waren minder optimistisch over de economische
vooruitzichten voor 2004, hoewel dat niet van invloed schijnt te
zijn op hun verwachtingen omtrent hun persoonlijke
beroepssituatie.
* Deze onzekerheid komt tot uiting in een algemene terugval van het
vertrouwen in de politieke instellingen.
* Slechts 15 % verklaart vertrouwen te hebben in de politieke
partijen (dit is één procentpunt minder): 31% heeft vertrouwen in
de nationale regering (- 6 procentpunten) en 35% in het nationale
parlement (- 7). Ongeveer 41% verklaart vertrouwen te hebben in de
EU (- 3).
* Het Europees Parlement blijft de Europese instelling die het
meeste vertrouwen geniet. Het vertrouwen in de Commissie is
afgenomen ten opzichte van het voorjaar, maar toch zegt nog 46%
deze instelling te vertrouwen (-4), terwijl 28% geen vertrouwen in
de Commissie heeft.
* Op de vraag of het lidmaatschap van de EU "een goede zaak" is,
antwoordt 48% positief (- 6), terwijl 15% dat lidmaatschap "een
slechte zaak" vindt.
* Zo ook verklaart 46% van de ondervraagden dat hun land voordeel
heeft gehaald uit het lidmaatschap van de EU (- 4), tegenover 34%
dat het daar niet me eens is.
* Ook de steun voor de euro is afgenomen, hoewel de voorstanders van
de euro in de twaalf landen van de eurozone met 70% nog een ruime
meerderheid vormen (- 5).
* Het aantal voorstanders van de uitbreiding is sedert het voorjaar
ongeveer gelijk gebleven. Gemiddeld is 47% vóór de uitbreiding,
maar de meningen verschillen aanzienlijk van land tot land.
* Het aantal voorstanders van de Europese grondwet is gelijk
gebleven op 62%; slechts 10% vindt deze grondwet geen goede zaak.
* Nog steeds spreekt een ruime meerderheid - hoewel die licht is
afgenomen - zich uit voor een gemeenschappelijk buitenlands beleid
en een gemeenschappelijk defensie- en veiligheidsbeleid. De
meesten van de ondervraagden zijn ervoor dat beslissingen op het
gebied van het Europees defensiebeleid en het buitenlands beleid
op het niveau van de Unie worden genomen.
* De burgers zijn nog steeds te vinden voor het idee van een snelle
interventiemacht, een gemeenschappelijk EU-beleid in tijden van
crisis - los van de Verenigde Staten -, een Europees minister van
Buitenlandse zaken, een zetel voor de EU in de Veiligheidsraad van
de VN en een gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid. Zij
verwachten van de EU dat zij toeziet op de eerbiediging van de
mensenrechten, zowel in als buiten Europa.
Vorige enquêtes:
http://europa.eu.int/comm/public_opinion
European Commission