Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Persbericht
10 december 2003
Bouwprognose 2003-2008: 2003 omslagpunt voor de bouw

De productiewaarde voor de totale bouw zal volgend jaar stijgen met 2,5%. Dat komt door het beperkt aantrekken van de woningbouw, die de verwachte daling bij de andere sectoren zoals de grond-, weg- en waterbouw en de utiliteitsbouw compenseert. Na een daling met 3% in 2002 en met 0,5 in dit jaar, is 2003 dus een omslagpunt voor de bouw. Een terugkeer naar de hoogconjunctuur van 2000 en de jaren daarvoor zit er echter niet in. Dat staat in de Bouwprognoses 2003-2008 die minister Dekker van VROM vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Woningbouw
De productiewaarde van de woningbouw nam in 2002 af met 4,6 % en kwam uit op 15,8 miljard. Het aantal gereedgekomen woningen was dat jaar ongeveer 66.700 (12.650 huur- en 54.050 koop). Het jaar 2003 lijkt een omslagpunt te worden, omdat het aantal verleende bouwvergunningen in het laatste kwartaal van 2002 en het eerste kwartaal van 2003 sterk is gestegen. Naar verwachting worden in 2003 70.000 en in 2004 75.000 bouwvergunningen verleend. Daarvan zijn in beide jaren 15.000 vergunningen voor huurwoningen. Omdat niet alle vergunningen leiden tot gebouwde woningen, zal het aantal voltooide woningen minder snel stijgen.

Naar verwachting zal de totale productiewaarde voor de woningbouw (nieuwbouw en grootonderhoud) in 2004 met 8% stijgen. In aantallen betekent dit in 2003 60.000 voltooide woningen en in 2004 naar verwachting 66.000 woningen.

Voor de jaren daarna zijn er drie scenario s uitgewerkt. De prognose, bij het midden en hoge scenario voor de periode 2005 tot 2008, komt op een gemiddelde van 74.000 tot 82.000 per jaar. In de recente brief van VROM aan de Tweede Kamer (september 2003) over het verhogen van de woningbouwproductie, wordt uitgegaan van een productie van 380.000 tot 420.000 voor de periode 2005 tot 2010. Deze streefcijfers zijn op basis van deze Bouwprognoses reëel te noemen.

VROM treft daartoe een aantal maatregelen, zoals het beperken van VROM-regels en het versnellen en stroomlijnen van procedures. Ook komt er snel een regeling waardoor de bouwers de aansprakelijkheid voor vergoedingen voor planschade van gemeenten kunnen overnemen. Verder worden 'rijke' woningcorporaties aangesproken om te investeren in woningbouwprojecten van 'arme' corporaties. Tenslotte zijn er zogenoemde aanjaagteams ingesteld om op lokaal niveau processen te versnellen en zo de woningproductie te verhogen. Utiliteitsbouw
Voor het eerst sinds 1994 is de productiewaarde van de utiliteitsbouw gedaald en bedroeg in 2002 12,1 miljard euro, 5,2 % minder dan 2001. Deze daling komt geheel voor rekening van de marktsector. De budgetsector (overheids- en semi-overheidsgebouwen) steeg in 2002 met 7,5%. Deze stijging doet zich gedeeltelijk ook voor in 2003 tot een productiewaarde van 2,2 miljard. Dit weegt echter niet op tegen de daling in de marktsector. Deze zal in 2003 dalen met 7,9 % tot 8,1 miljard. De totale productiewaarde zal in 2003 terecht komen op 11,7 miljard, een daling van 3,4% ten opzichte van 2002 .

Vooral de investeringen in kantoorgebouwen zullen de komende jaren dalen, wat een belangrijk effect heeft op de totale marktsector.

In de budgetsector zullen de investeringen op rijksniveau afnemen onder meer door het inkrimpen van het aantal ambtenaren, maar dit zal ruimschoots gecompenseerd worden door een groei in investeringen in gebouwen voor zorg en onderwijs.

Naar verwachting zal de productiewaarde van de utiliteitsbouw na 2005 weer groeien tot een waarde van 13,2 miljard in 2008.

GWW-sector
In 2002 namen de investeringen in de grond-, weg- en waterbouw (GWW) met 3% af tot 7,8 miljard. Ook in 2003 zullen de investeringen in de GWW-sector licht afnemen, met ruim 1%. Afnemende investeringen van het bedrijfsleven worden hierbij deels gecompenseerd door toenemende investeringen van de overheid. Vanaf 2003 tot 2006 wordt een totale groei van 7% verwacht en pas met ingang van 2007 wordt een sterkere groei verwacht door de inzet van het kwartje van Kok voor investeringen in de GWW-sector.

Arbeidsmarkt
In 2002 is de werkgelegenheid in de bouw gekrompen met 3.000 arbeidsjaren tot 485.000 arbeidsjaren. Hiermee kwam een eind aan de sterke groei van gemiddeld 12.000 arbeidsjaren per jaar vanaf het midden van de jaren negentig. In 2003 neemt de werkgelegenheid het sterkst af in de woning- en utiliteitsbouw (4000). In de GWW-sector was de daling 800 arbeidsjaren, terwijl in de overige bouwnijverheid er een stijging was met 1500 arbeidsjaren. De daling in de totale sector vond vooral plaats bij de kleine bedrijven, de zelfstandigen zonder personeel. In de loop van 2004 wordt weer een lichte stijging van de werkgelegenheid voorzien, die de jaren daarna gestaag verder gaat tot 510.000 arbeidsjaren in 2008. Dit is meer dan het topjaar 2001, toen dat aantal 489.000 was.

Download het rapport Bouwprognoses 2003-2008 (pdf, 390 KB)

( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=12134 )