Ingezonden persbericht

Mergelgroeven in Zuid-Limburg

Beheer en behoud van mergelgroeven in Zuid-Limburg

10 DECEMBER, 20031210 -- De Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven (SOK) van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg bestaat 25 jaar. Het SOK is een zeer veelzijdige studiegroep van enthousiaste amateurs die zich bezighoudt met zowel biologische als cultuurhistorische aspecten van onderaardse mergelgroeven.


De veelzijdigheid van de SOK wordt belicht in een 32 bladzijden dik jubileumnummer in het Natuurhistorisch Maandblad van december 2003, een maandelijks door het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg uitgegeven tijdschrift.

In het nummer komen zowel de onderwerpen van studie als het ontstaan, de opkomst en de bloei van de studiegroep aan bod. De onderaardse groeven inspireerden niet alleen tot studie maar ook tot beschermende maatregelen. Dankzij de inspanningen van de SOK zijn de onderaardse groeven niet langer vergeten en verwaarloosd, maar vormen ze op dit moment een gekend en gewaardeerd onderdeel van het Zuid-Limburgse landschap. Hieronder een indruk van de onderwerpen die aan bod komen in het nummer.De gangenstelsels in de onderaardse kalksteengroeven vormen een eindproduct van honderden jaren ontginning en secundair gebruik als schuilplaats, veestalling, schuilkerk enzovoorts. De ontginningsfasen in combinatie met de aanwezigheid van artefacten of historische graffiti maken het mogelijk om gangstelsels globaal te dateren. Dergelijk veldonderzoek in het Belgische gedeelte van de Sint-Pieterberg, gaf een goed beeld van de exploitatiegeschiedenis van deze groeves.

De onderaardse kalksteengroeven worden vaak in verband gebracht met de Bokkenrijders, een crimineel genootschap uit de 18e eeuw, dat zich vooral bezig hield met overvallen en diefstallen. Volgens de overleveringen zouden zij de groeven gebruikt hebben als schuilplek, vergaderplaats of plaats om te feesten. In de groeven zelfs is daar nimmer een bewijs van terug gevonden. Toch blijkt dat sommige blokbrekers wel betrokken waren bij de illegale activiteiten van de Bokkenrijders en dat er ondergronds snode plannen werden beraamd.

De eigennamen van de onderaardse kalksteengroeven kennen bijna allemaal het toevoegsel berg, grot of groeve. Denk hierbij aan de Sint-Pietersberg, de Gemeentegrot of de Geulhemmergroeve. In enkele Belgische dorpen nabij Maastricht wordt vaak het woord kuil gebruikt. Meestal is dit de benaming van een oude kleine privé-groeve. Door verbouwingen en/of sloop, ontbreekt vaak de toegang tot een kuil en is het bestaan ervan onbekend. Van een kuil in Val-Meer, waarvan de aanwezigheid reeds jaren vermoed werd, is het bestaan nu aangetoond.

Een belangrijk aspect van de onderaardse kalksteengroeven zijn de mergellagen. Het mag bekend zijn dat de mergel in de omgeving van Maastricht (Sint-Pietersberg) geologisch van internationaal belang is. Hier is het typeprofiel van het Maastrichtien, de jongste tijdseenheid van het Krijt, gedateerd tussen 71,3 en 65,0 miljoen jaar geleden. Zulke tijdseenheden hebben natuurlijk een onder- en bovengrens, die aanwijsbaar moeten zijn in een gesteentekolom. Echter strikt genomen was er nog géén onder- en bovengrens. De 'ontdekking' van het Geulhemmerberg profiel in de herfst van 1992 bracht hierin enige verandering.

Uit het Rijksarchief in Maastricht werd een ongedateerd archiefstuk opgedoken. Hierin werden de gevaarlijke omstandigheden waarin de blokbrekers van die tijd werkten besproken en werden grote zorgen geuit over de ondoordachte wijze van steenbreken en grote gevaar voor instortingen. In het archiefstuk werd gepleit voor betere reglementering en een streng toezicht door de overheid. Anno 2003 is er wel een reglementering, maar daarmee blijkt het gevaar nog niet geheel te zijn geweken.

Meer achtergrondinformatie over bovenstaande onderwerpen is te lezen in het maandblad zelf.




Ingezonden persbericht