UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

De effecten van luisteren naar popmuziek

In zijn oratie 'Tijd onthult alles...' op vrijdag 12 december legt prof. dr. Tom ter Bogt, bijzonder hoogleraar Popmuziek aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), een relatie tussen voorkeuren voor popmuziek en de persoonlijke ontwikkeling van de luisteraar. Daarnaast gaat hij in op de carrières van een speciale groep popliefhebbers, de popmuzikanten. Ter Bogt stelt ook de vraag wat de gevolgen zijn van het luisteren naar popmuziek. Leidt het luisteren naar bepaalde soorten popmuziek tot probleemgedrag of heeft popmuziek juist een positieve invloed op jongeren?

Blues heette ooit al de muziek van de duivel en tot op de dag van vandaag worden sommige soorten popmuziek geassocieerd met depressie, zelfmoordneigingen, afwijkend sociaal gedrag of algeheel moreel verval. Pas sinds het begin van de jaren tachtig is serieus onderzoek gedaan naar de mogelijk negatieve of ook positieve effecten van het luisteren naar popmuziek. Ter Bogt zet in zijn oratie het sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmateriaal daaromtrent op een rij en vult dat aan met resultaten van eigen onderzoek in Nederland. Verschillende stromingen uit de popmuziek komen daarbij aan bod. Van metal werd van meet af aan gedacht dat het een slechte invloed heeft op jongeren. Maar maakt deze muzieksoort jongeren inderdaad neerslachtig of agressief? Of is juist het luisteren naar country een risicofactor voor zelfmoord? Rap is nooit zo sterk als metal geassocieerd geweest met conflicten met ouders, agressie, neerslachtigheid en dergelijke, maar de videoclips die bij deze muziek horen wel. Bevestigen deze clips met hun stereotype presentatie van de zwarte cultuur met de hood, de posse en gang-achtige toestanden een negatief zelfbeeld onder zwarte jongeren?

Popmuziek en problemen onder Nederlandse jongeren Ter Bogt verdeelt het Nederlandse jeugdige poppubliek (11-16 jaar) onder in acht groepen en concludeert dat liefhebbers van Top 40-muziek en 'gewone' rockmuziek over het algemeen de minste problemen hebben. Een exclusieve voorkeur voor metal gaat samen met meer zelfmoordgedachten, de neiging tot zelfbeschadiging en sociale isolatie. Voor metalliefhebbers die ook van popmuziek of hiphop houden geldt dit echter niet. Het is opvallend dat de echte, brede liefhebbers van muziek, de 'omnivoren', zich kenmerken door meer angst en depressie, en sociale isolatie. Dat laatste geldt ook voor de groep van jongeren die weinig van popmuziek weten. Buiten de popcultuur staan betekent dus meer teruggetrokkenheid. Wat betreft agressie, regeloverschrijdend gedrag en alcohol- en druggebruik is de jeugd verdeeld in een brave en een wat lastiger groep. Top 40-fans, liefhebbers van klassieke muziek en rock-fans behoren tot de eerste groep; hiphoppers, exclusieve metalfans, gecombineerde metal- en rapfans en weer de omnivoren vormen de tweede.

Popmuziek en persoonlijke ontwikkeling
Over de mate waarin popmuziek bijdraagt aan de persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming van jongeren, of de manier waarop popmuziek ook voor volwassenen een al of niet belangrijk medium blijft, is relatief weinig bekend. Hoe komen voorkeuren voor popmuziek tot stand en hoe gaat popmuziek bijvoorbeeld samen met scholingsaspiraties? Ter Bogt vertelt over zijn toekomstig onderzoek naar smaakontwikkeling en de gevolgen hiervan voor de normale en afwijkende ontwikkeling van zowel kinderen en jongeren als volwassenen.

De carrière van popmuzikanten
Waarom wordt de één succesvol muzikant en de ander niet? Hoe popmuzikanten hun carrière ontwikkelen is nauwelijks duidelijk. Ter Bogt schetst het onderzoek dat hij de komende jaren gaat uitvoeren onder een groep Nederlandse muzikanten van diverse origine. Tijdens dit deel van zijn oratie komen ook vragen aan bod over het succes van het televisieprogramma Idols. Ter Bogt hoopt met dit onderzoek de eerste carrièregeschiedenis van muzikanten te schrijven.

Tom ter Bogt is sinds 1 september 2002 bijzonder hoogleraar Popmuziek aan de UvA. De leerstoel is gevestigd vanwege het Nationaal Pop Instituut en de vereniging BUMA en is ondergebracht bij het Centrum voor populaire cultuur van de UvA.

De oratie vindt plaats op vrijdag 12 december om 14.30 uur in de Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.