Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

c.s. (tegemoetkoming buitengewone uitgaven)

12-12-2003

Verduidelijking commentaar op amendement Smits c.s. (tegemoetkoming buitengewone uitgaven)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

MEVA/AEB-2440468

12 december 2003

Tijdens de derde termijn van de begrotingsbehandeling van VWS d.d. 9 december jl. heeft mevrouw Smits mij gevraagd waarom het amendement op stuk nr. 29 200 XVI, nr. 119, volgens mijn brief van 9 december (FEZ-U-2439587) willekeurige uitkomsten zou geven. Ik heb daarop toegezegd mijn schriftelijke commentaar op dit punt te zullen verduidelijken.

Zoals bekend biedt de fiscale regeling voor buitengewone uitgaven de mogelijkheid uitgaven wegens ziekte in mindering te brengen op het inkomen. Hiermee wordt beoogd de betreffende belastingplichtigen minder belasting (en premies volksverzekeringen) te laten betalen. In sommige gevallen, met name bij gehuwde ouderen met alleen een AOW-pensioen, wordt dit doel niet bereikt. Dit komt doordat deze groep op de te betalen belasting reeds tweemaal een ouderenkorting in mindering mag brengen. Hierdoor betaalt men ook zonder aftrek van buitengewone uitgaven al geen belasting meer. Via de buitengewone uitgavenregeling kan dan geen verdere belastingreductie gegeven worden. Alleenstaande ouderen met alleen een AOW-pensioen betalen na verrekening van de heffingskortingen nog wel belasting. Voor hen biedt de buitengewone uitgavenregeling dus nog wel de mogelijkheid om belastingvermindering te ontvangen.

Het kabinet heeft een tegemoetkoming willen bieden voor deze uitkomsten van het fiscale systeem. Belastingplichtigen die hun aftrek van buitengewone uitgaven niet te gelde kunnen maken, kunnen alsnog een tegemoetkoming ontvangen. Zodoende hebben alle belastingplichten vanaf 2004 dezelfde mogelijkheden om hun buitengewone uitgaven te verzilveren.

Door het amendement van mevrouw Smits c.s. ontstaat een nieuwe ongelijkheid: de balans slaat door naar de andere kant. Door iedereen die in aanmerking komt voor de tegemoetkomingsregeling een extra bedrag van 250 te geven, wordt deze groep bevoordeeld boven de groep die wel voldoende belasting betaalt om langs fiscale weg hun zieketekostenaftrek te verzilveren. Deze uitkomst heb ik in het debat willekeurig genoemd. Het kabinet heeft de hoogte van de teruggave juist willen loskoppelen van de vraag of men voldoende belasting betaalt. Door het voorstel van mw. Smits c.s. wordt deze koppeling opnieuw gelegd, nu in het voordeel van degenen die geen (of weinig) belasting betalen. Bij AOWers op het sociaal minimum ontvangt een gehuwde hierdoor 250 meer tegemoetkoming dan een alleenstaande.

Ik blijf dan ook bij mijn conclusie dat het voorgestelde amendement willekeurige uitkomsten heeft, hetgeen voor reden is om het voorstel te ontraden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst