Ip/03/1722
Brussel, 15 december 2003
Eurobarometer: het vertrouwen van de burgers uit de toetredende landen
neemt af, maar zij blijven de kernbeleidslijnen van de Unie steunen
Uit de laatste Eurobarometerenquête die in de toetredende landen en de
kandidaat-lidstaten is verricht, blijkt dat het optimisme van de
burger over de economische situatie is afgenomen. Deze algemeen
negatievere visie, die ook werd vastgesteld in de huidige lidstaten
van de Europese Unie, lijkt het vertrouwen in zowel de nationale als
de Europese instellingen te hebben aangetast. De steun voor de Unie en
haar beleid blijft niettemin groot in de tien landen die in mei tot de
Unie toetreden en in de drie kandidaat-lidstaten.
De Eurobarometerenquête van het najaar 2003 is in de toetredende
landen en de kandidaat-lidstaten gehouden tussen 11 oktober en 9
november. De mening van 12 165 personen ouder dan 15 jaar werd
gevraagd over de EU en over een aantal actuele kwesties op politiek en
sociaal vlak. Uit een vergelijking van de houding in de toetredende
landen en de kandidaat-lidstaten met die in de huidige lidstaten
blijkt dat beide groepen een gelijkaardige visie hebben op de toekomst
van Europa.
De Commissie publiceert vandaag de kernpunten van de in de huidige
lidstaten en in de toetredende landen en de kandidaat-lidstaten
gehouden enquête en van het vergelijkend onderzoek. De volledige
resultaten zullen uiterlijk in februari beschikbaar zijn.
De belangrijkste resultaten van Eurobarometer 2003.4 kunnen als volgt
worden samengevat:
* De ondervraagden in de toetredende landen waren minder
optimistisch over hun persoonlijke, economische en financiële
situatie dan een jaar geleden. Ondervraagden in de drie
kandidaat-lidstaten Bulgarije, Roemenië en Turkije waren over het
algemeen echter minder pessimistisch.
* Dit kwam in de toetredende lidstaten tot uiting in een algemene
daling van het vertrouwen in zowel de nationale als de Europese
politieke instellingen. De respondenten toonden echter een veel
groter vertrouwen in de Unie dan in de nationale regeringen en
parlementen. In de drie kandidaat-lidstaten was het vertrouwen in
de Unie stabiel.
* In de tien toetredende landen antwoordde 52 % dat het lidmaatschap
van de Unie een "goede zaak" zou zijn, tegen 12 % die het een
"slechte zaak" vindt. Zo'n 40 % meent dat zij persoonlijk gebaat
zullen zijn bij het lidmaatschap van de Unie.
* In de toetredende landen verklaarde 46 % vertrouwen te hebben in
de Europese Commissie, terwijl 17 % verklaarde geen vertrouwen te
hebben in de Commissie.
* De steun voor de euro is sinds het voorjaar scherp gedaald, maar
bleef hoog met 58 %. Het aantal voorstanders van een Europese
grondwet is in de toetredende landen met één punt gestegen tot 70
%.
* Hoewel lichtjes afgenomen, blijft de steun voor een
gemeenschappelijk buitenlands beleid (65 %) en een
gemeenschappelijk defensiebeleid (76 %) groot.
* De steun voor het idee van een Europese minister van Buitenlandse
zaken, een gemeenschappelijk standpunt in tijden van crisis, een
zetel voor de EU in de Veiligheidsraad van de VN en een
gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid blijft groeien.
De kernpunten zijn beschikbaar op papier en op het volgende adres:
http://europa.eu.int/comm/public_opinion
European Commission