Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
- AMDO
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bezuidenhoutseweg 67
2500 EB Den Haag
Datum
- 15 december 2003
Behandeld
- Jacqueline B. Tellings-Broerse
Kenmerk
- AMDO-215/03
Telefoon
- (+31) (0)70 348 4946
Blad
- 1/2
Fax
- (+31) (0)70 348 4985
Bijlage(n)
- Voortgangsrapportage
Partnerschappen
- broerse.jacqueline@minbuza.nl
Betreft
- Voortgangsrapportage internationale strategie
Actieprogramma voor Duurzame Ontwikkeling
Zeer geachte Voorzitter,
- - - - - - Hierbij bieden wij u de eerste voortgangsrapportage aan over de uitvoering van de internationale strategie van het Actieprogramma voor Duurzame Ontwikkeling zoals vastgelegd in de Nota "Duurzame Daadkracht". Als bijlagen zijn bijgevoegd een overzicht van de stand van zaken van de diverse Partnerschappen en een financieel overzicht van committeringen met betrekking tot de Partnerschappen. In de toekomst zal het kabinet jaarlijks rapporteren over de voortgang van het gehele
actieprogramma (het nationale en internationale deel) om zodoende de samenhang tussen beide strategieën te benadrukken.
De Voortgangsrapportage gaat in op de afzonderlijke thema's van het internationale deel van het Actieprogramma Duurzame Daadkracht, te weten: water, energie, gezondheid, landbouw, biodiversiteit en handel en investeringen.
In de voortgangsrapportage wordt per thema beschreven hoe Nederland het afgelopen jaar uitvoering heeft gegeven aan de acties uit het internationale deel van "Duurzame Daadkracht", welke ervaringen zijn opgedaan en welke aanpassingen noodzakelijk zijn teneinde uitvoering te geven aan de afspraken die tijdens de World Summit on Sustainable Development (WSSD) te Johannesburg zijn gemaakt.
Nederland is inmiddels bij 20 verschillende partnerschappen betrokken, onder meer op het terrein van water, energie, gezondheid, landbouw en biodiversiteit. Partnerschappen zijn aanvullend op de multilaterale afspraken tussen overheden instrumenteel bij de uitvoering van de WSSD-afspraken.
Inmiddels zijn criteria voorbereid voor het doorlichten van de bestaande partnerschappen op mate van voortgang, effectiviteit en relevantie De partnerschappen dienen als zodanig additionele, concrete resultaten te genereren. De uitkomsten van deze doorlichting zullen bepalend zijn voor continuering van Nederlandse betrokkenheid bij bestaande partnerschappen en vormen tevens een belangrijke basis voor nieuw te ontwikkelen partnerschappen.
---
Zoals gesteld in de beleidsnotitie "Aan Elkaar Verplicht" zal partnerschap als attitude centraal staan in het Ontwikkelingsbeleid waarbij met name aandacht uitgaat naar
publiekprivate samenwerking. Doel is brede samenwerkingsverbanden met de overheid/intergouvernementele organisaties, het bedrijfsleven en bij voorkeur ook maatschappelijke organisaties te realiseren en hierdoor met grotere effectiviteit te werken aan de WSSD-afspraken en concreet bijdragen aan de MDG's. Dit gebeurt onder andere door fondsen additioneel aan ODA te genereren. Daartoe zal in 2004 een zogenaamde "Call for Public-Private Partnerships for Sustainable Development" gepubliceerd
worden, waarin bedrijven en maatschappelijke organisaties uitgenodigd worden projectideeën en voorstellen in te dienen.
Ook op institutioneel niveau - zowel regionaal als mondiaal - zal verder invulling gegeven worden aan de WSSD-afspraken. Nederland hecht daarbij zeer aan een integrale follow-up van Doha, Monterrey en Johannesburg en een goede samenhang met de activiteiten van zowel de VN, de BWI en de WTO.
In Europees verband vormt de komende Voorjaarsraad (maart 2004) en de beoogde herziening van de Europese Duurzaamheidsstrategie in 2004 het moment om de voortgang van de implementatie te bewaken en waar nodig van een nieuwe impuls te voorzien. De EU partnerschappen op het gebied van water en energie zijn tijdens de WSSD als prioriteiten gepresenteerd. Nederland zal bevorderen dat deze hun ambities waarmaken.
In april 2004 zal de Commission on Sustainable Development (CSD) voor het eerst volgens de nieuwe, twee-jaarlijkse cyclus (het ene jaar een "review" en het ander jaar een "policy" bijeenkomst) bijeenkomen. Voor de periode 2004/2005 ligt het accent op water, sanitatie en menselijke nederzettingen.
Momenteel wordt een Nederlandse standpuntbepaling ten behoeve van de CSD voorbereid welke tevens als basis zal dienen voor de Nederlandse inzet in EU, VN-ECE-kader en de Speciale Zitting van de UNEP Beheersraad in maart 2004.
In BWI en WTO zal Nederland actief aandacht blijven schenken aan de mogelijke bijdrage van handels-, financierings- en investeringstromen aan duurzame ontwikkeling.
De eerstvolgende voortgangsrapportage zal in het najaar van 2004 uitgebracht worden.
---
- De Minister voor De Staatssecretaris van
Ontwikkelingssamenwerking, Volkshuisvesting , Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven drs. P.L.B.A. van Geel
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken