Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk ABG/ESM/03/95026 Onderwerp Datum mid-term evaluaties ESF Doelstelling 3 en 19 december 2003 EQUAL

In het Algemeen Overleg (AO) van 26 juni jl. heb ik met u gesproken over de stand van zaken ESF-nieuw per 30 april 2003 (TK 2002-2003, 26642, nr 56). Met deze brief informeer ik u over de actuele stand van zaken betreffende ESF-nieuw. Daarnaast los ik met deze brief mijn toezegging uit het AO van 26 juni jl. in om u te informeren over de voortgang van de ingezette acties om de onderbenutting ESF tegen te gaan alsmede mijn toezegging de mid-term evaluatie ESF Doelstelling 3 en de mid-term evaluatie EQUAL aan uw Kamer aan te bieden.

I. Tussentijdse evaluatie

Voor zowel het ESF als het EQUAL programma moeten alle lidstaten halverwege de programmaperiode t.b.v. de Europese Commissie een evaluatie uitvoeren. De bevindingen uit al deze evaluaties worden door de Europese Commissie samengevoegd en gepresenteerd in een bijeenkomst in januari 2004.

In de bijlage bij deze brief treft u een samenvattend rapport van zowel de Nederlandse ESF als EQUAL evaluatie. De volledige rapporten zijn te downloaden via de website van het Agentschap SZW, alsmede via de websites van de onderzoeksbureau's. Deze mid-term evaluatie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de lidstaat, die daarbij samenwerkt met de Europese Commissie (EC), het Monitor Comité ESF3, respectievelijk het Beleidscomité EQUAL. De evaluaties zijn uitgevoerd door onafhankelijke externe partijen.

De evaluatie ESF3 doet met name aanbevelingen om de benutting van de ESF-gelden in het vervolg van de programmaperiode 2000-2006 te verbeteren. Onder punt IV van deze brief ga ik in op de acties die ik naar aanleiding van deze aanbevelingen heb ingezet. De evaluatie EQUAL doet voorstellen om de selectie van projecten in de tweede tranche te verbeteren. Onder punt V van deze brief ga ik in de op acties die ik naar aanleiding van deze voorstellen zal nemen.

II Overzicht declaratie jaartranche 2001
De thans beschikbare ESF-gelden worden onvoldoende benut. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de openstelling van het programma per juni 2001 in plaats van januari 2000 en de ervaringen met ESF-oud. De consequentie hiervan is, zoals ik ook in het AO van 26 juni en




---

bij de begrotingsbehandeling op 4 december jl. reeds heb aangegeven, dat het ESF-jaarbudget 2001 bij lange na niet gedeclareerd kan worden.

Het ESF-jaarbudget over 2001 bedraagt zo'n 250 mln. De prognose op dit moment is dat hiervan een bedrag van ongeveer 83 mln gedeclareerd kan worden. Zoals u weet, vloeien de niet bestede delen van jaarbudgetten terug naar de begroting van de EC. Op grond van de prognose zal de decommitering op de jaartranche 2001 derhalve circa 167 mln bedragen. Nederland kan bij de Europese Commissie tot uiterlijk 31 december 2003 declaraties ten laste van de jaartranche 2001 indienen.

Het EQUAL-jaarbudget 2001 bedraagt zo'n 32 mln. De prognose op dit moment is dat hiervan een bedrag van ongeveer 29 mln, inclusief voorschot, gedeclareerd kan worden Bij het EQUAL programma is derhalve sprake van een decommitering van 2,9 mln. De oorzaak voor deze decommitering komt voort uit het feit dat de systematiek van EQUAL maakt dat er gedurende de eerste 12 maanden van een project weinig tot geen kosten gemaakt worden, en de declaratie derhalve laag is. Gezien het algemene karakter van dit probleem is door de lidstaten in gezamenlijkheid bij de Commissie aangedrongen op een oplossing. Dit heeft geen resultaat gehad.

III. Stand van zaken ESF-nieuw

Overzicht toekenningen
In de onderstaande tabel is de stand van de toekenningen ESF-nieuw weergegeven per 31 oktober 2003. Per deze datum is aan 221 aanvragen ESF-subsidie toegekend voor een totaalbedrag van ruim 442 mln. Het beoogd aantal deelnemers op basis van deze aanvragen is 418.997 personen. Ten opzichte van de stand van 30 april 2003 betekent dit een toename van 81 aanvragen voor een subsidiebedrag van ongeveer 82 mln.

Overzicht aanvragen ESF-3, stand per 31 oktober 2003 De cursieve aantallen richten zich op 2 maatregelen binnen één aanvraag (zowel kort- als langdurig werklozen) Prioriteit Maatregel Aantal Aantal Aantal Aantal in Toegekende ingediende toegekend afgewezen behandeling subsidie per aanvragen maatregel Sluitende aanpak Reïntegratietrajecten
volwassen kortdurend werklozen 6 0 6 0
---
werkzoekenden
94 52 21 21 78.347.828,00

Reïntegratietrajecten
Behoud inzetbare langdurig werklozen 28 20 5 3 33.347.165,00

beroepsbevolking Scholing van
werkenden 227 136 17 74 181.864.120,00

Projecten
dagindeling 2 2 0 0 11.154.075,00

Leven lang leren Voortijdig
schoolverlaten 8 4 3 1 99.637.725,00

Versterking
beroepsbegeleidende 7 3 3 1 25.230.363,00

leerweg
Praktijkonderwijs 8 4 3 1 13.086.694,00

Totaal 380 221 58 101 442.667.970,00




---

Uit onderstaande tabel blijkt dat de ontwikkeling -dat sinds oktober 2002 beduidend meer aanvragen worden ingediend dan in de voorliggende periode- doorzet.

Totaal ingediend aantal aanvragen t/m 30 oktober 400
350
300
250
200
150
100
50
0
jan-00 apr-00 jul-00 okt-00 jan-01 apr-01 jul-01 okt-01 jan-02 apr-02 jul-02 okt-02 jan-03 apr-03 jul-03 okt-03

IV. Voortgang acties om een betere benutting ESF te realiseren

Zoals uit het voorgaande blijkt is de versnelling in het aantal aanvragen per oktober 2002 onvoldoende om de beschikbare ESF-middelen volledig te benutten. Daarvoor is een verdere versnelling nodig. Hiertoe zijn de volgende acties ingezet. Ik heb de acties onderverdeeld in 3 categorieën te weten: beleidsmatige verruiming, communicatie en regelgeving. Hiermee schep ik voorwaarden voor de verdere versnelling. Dit laat onverlet dat het uiteindelijk de (potentiële) aanvragers zijn die beslissen om een aanvraag in te dienen.

Beleidsmatige verruiming

In 1999 is het Enig Programmeringsdocument (EPD) opgesteld, op basis waarvan de lidstaat de ESF-subsidiegelden heeft verkregen. In het EPD is beschreven op welke wijze een lidstaat het ESF beleidsmatig wenst in te zetten. De Raadsverordening 1260/99 maakt het mogelijk het EPD tussentijds te herzien. Deze zogenaamde `mid term review' krijgt op dit moment zijn beslag. In goed overleg met de EC doe ik de volgende wijzigingsvoorstellen die leiden tot een verbreding van de beleidsmatige inzet van het ESF in de periode 2004-2006. Het gaat om de volgende beleidsmatige verruimingen:

1.. Het creëren van een nieuwe maatregel voor projecten die zich richten op het vergemakkelijken van de combinatie van arbeid en zorg.

2. Het creëren van een nieuwe maatregel voor projecten die zich richten op activiteiten die een bijdrage leveren aan vermindering van het verzuim, vermindering van de WAO-instroom en verhoging van de WAO-uitstroom.

3. Het ontsluiten van het ESF voor ondersteunende activiteiten en voorlichting, om onder meer de werking van nieuwe en bestaande systemen en stelsels te verbeteren. 4. Het verbreden van de maatregel praktijkonderwijs (onderdeel prioriteit Leven Lang Leren), naar het voortgezet speciaal Onderwijs.



4

Op 6 november 2003 jl. zijn deze wijzigingsvoorstellen tijdens een nationaal seminar met de EC besproken. De EC heeft reeds ambtelijk laten blijken dat zij de voorstellen op hoofdlijnen kan onderschrijven. Ik zal voor 31 december 2003 het uiteindelijke wijzigingsvoorstel bij de EC indienen. De EC moet vervolgens binnen 3 maanden na indiening van het wijzigingsvoorstel aangeven of zij instemt met de voorgestelde wijzigingen.

Communicatie

Uit de mid-term evaluatie ESF blijkt dat de communicatie richting (potentiële) aanvragers verder verbeterd kan worden: `een verbeterde en intensievere manier van voorlichten, begeleiden en adviseren vergroot mogelijk het gebruik van ESF3, bevordert een soepel uitvoeringsproces en draagt bij aan het herstel van vertrouwen in ESF3'. In aanvulling op de genoemde voorlichtingsacties tijdens het AO van 26 juni jl. zet ik de volgende 3 acties in: 5. Het Agentschap SZW zal de voorlichting en begeleiding van aanvragers verder intensiveren door de inzet van een bredere variëteit van communicatiemiddelen (newsflashes, e-events, folders, een hernieuwde handreiking projectadministratie, inclusief een hoofdstuk aanbesteding). Tevens zal dit gebeuren door themagewijs voorlichting te geven, en het vergroten van de kennisoverdracht tussen projecten. Daarnaast zal ik zelf aan het promoten van het gebruik van ESF hoge prioriteit geven.
6. Vanaf 1 januari 2004 is er een steunpunt operationeel dat (kleinere) gemeenten helpt bij het aanvragen van subsidie van het Europees Sociaal Fonds. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft van SZW een subsidie van bijna 350.000 euro gekregen om het steunpunt in te richten.
7. Er start begin 2004 een pilot project van de drie noordelijke provincies en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met als doel dat meer ESF aanvragen uit het noorden komen. Het gaat onder andere om projecten waarin opleidingen of stages en leerwerkplekken worden aangeboden. Ik heb de noordelijke provincies 375.000 euro startsubsidie hiervoor toegezegd. Zelf zetten zij een gelijk bedrag in.

Regelgeving

Ten derde heb ik acties ingezet om via verdere vereenvoudiging/flexibilisering van de regelgeving de benutting te verhogen:
8. Op 11 juli jl. is de ESF-subsidieregeling gewijzigd zodat ik in bijzondere gevallen naast de huidige aanvragers ook andere aanvragers dan de reeds in het Beleidskader genoemde tot de regeling toe kan laten. Dit is een verruiming van de regelgeving. 9. Op 16 oktober jl. is de subsidieregeling ESF3 gewijzigd, in die zin dat ook subsidie kan worden verleend voor de reïntegratie van personen jonger dan 23 jaar en korter dan 6 maanden werkloos. Hierdoor is ook de cofinanciering van op de bestrijding van jeugdwerkloosheid gerichte acties mogelijk geworden. 10. In het kader van de staatssteundiscussie rondom O&O-fondsen meldde ik u in het AO van 26 juni jl. dat de Belgische premier Verhofstadt een brief gestuurd heeft naar EU-voorzitter Prodi, om tot een oplossing te komen in een soortgelijke zaak. Het lijkt erop dat de EC hier binnenkort een beslissing over neemt. Hierna zal ik bezien of deze beslissing voor Nederland te gebruiken is, om zodoende met de EC eenzelfde route te kunnen volgen als in de Belgische casus.




---

11. De mid-term evaluatie ESF bevat eveneens aanbevelingen voor de vereenvoudiging van uitvoeringsregels. Het gaat hier bijvoorbeeld om aanpassingen op de verdeelsleutels met betrekking tot indirecte vaste kosten, of de verantwoording van aan ESF-projecten toe te rekenen uren. Ik neem hiertoe contact op met de EC omdat het in de meeste gevallen gaat om regels die voortkomen uit europese regelgeving.

12. De mid-term evaluatie ESF bevat aanbevelingen tot het aanpassen van het monitoringsysteem teneinde de effectiviteit van het programma beter te kunnen meten. Het gaat hier om het verbeteren van de registratie van activiteiten en instrumenten. Ik zal deze verbeteringen doorvoeren, teneinde aan het einde van de programmaperiode uitspraken over effectiviteit, efficiëntie en impact te kunnen doen. Hiermee geef ik tevens inhoud aan de toezegging aan de Tweede Kamer over de doelmatigheidscriteria ESF (TK 1999-2000, 26642 en 26995 nr. 9).

V. EQUAL

In 2004 wordt een start gemaakt met de tweede tranche van het EQUAL-programma. Daarvoor is een budget van ongeveer 115 miljoen euro beschikbaar. De belangrijkste aanpassingen die naar aanleiding van de evaluatie over de 1e tranche worden doorgevoerd zijn:

13. Een andere inrichting van het selectieproces:
a) Voor de beoordeling van de vraag of een project voldoet aan de voorwaarde dat het vernieuwend moet zijn, overweeg ik de inbreng van externe deskundigen te versterken door inschakeling van de nationale thematische netwerken met specifieke deskundigheid op EQUAL terrein.
b) Bij toelating tot de voorbereidingsfase zal een zekere overcommittering van het beschikbare budget worden geaccepteerd, omdat de ervaring heeft geleerd dat na die fase nog een aantal aanvragers afvalt.
c) De lengte van de verschillende fasen in het selectieproces zal meer worden afgestemd op de tijd die aanvragers in de praktijk nodig hebben.

14. Het totale EQUAL-subsidiebedrag wordt opgedeeld in bedragen per pijler. Tekorten in de ene pijler kunnen niet worden gecompenseerd met het overschot in een andere. Dat heeft ertoe geleid dat projecten in de ene pijler moesten worden afgewezen wegens budgetuitputting, terwijl er in een ander pijler geld overbleef. Aan de EC zal een voorstel worden gedaan om de budgetverdeling over de verschillende pijlers te herzien.

VI. Begrotingsonderzoek




---

Tijdens het begrotingsonderzoek SZW op 20 november 2003 is dhr. Mosterd toegezegd om nader in te gaan op de beeldvorming omtrent de administratieve lasten ESF. Uit de evaluatie komt naar voren dat een deel van de (potentiële) aanvragers terughoudend is, omdat de ESF- regeling door hen wordt geassocieerd met zware administratieve eisen en controles. De evaluatie constateert dat dit slechte imago uit het vorige ESF3 programma stamt. Dit neemt niet weg dat ik, zoals uit deze brief blijkt actie onderneem om de regelgeving waar mogelijk verder te vereenvoudigen en flexibiliseren.

VII. Tenslotte

Ik hoop dat het resultaat van de door mij ingezette acties is dat de beschikbare ESF-gelden in de tweede helft van deze programmaperiode vollediger benut zullen worden. Zoals ik in het AO van 26 juni jl. al opmerkte, zal ik alles doen dat in mijn vermogen ligt om dit te bewerkstelligen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)

Bijlage 1: Midterm-evaluatie ESF3 in Nederland, Resultaten en ervaringen halverwege de programmaperiode 2000-2006, samenvattende rapportage. Bijlage 2: Nieuwe wegen, gelijke kansen. Samenvattend rapport van de mid-term evaluatie van het EQUAL-initiatief.