Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie
Belastingen op onderbrekingsuitkeringen onmiddellijk geïnd
Vanaf 1 januari 2004 wordt een bedrijfsvoorheffing ingehouden op de
zogenaamde "onderbrekingsuitkeringen". Dat zijn de uitkeringen bij
loopbaanonderbreking, tijdskrediet, ouderschapsverlof en
loopbaanonderbreking voor medische bijstand of palliatieve verzorging.
In plaats van de belasting na twee jaar te innen, zal de overheid dus
een percentage aan de bron inhouden. De betrokkenen zullen hierdoor
vanaf januari een lager maar correcter bedrag op de bankrekening
krijgen.
Zoals bij elke bedrijfsvoorheffing, wordt een forfaitair percentage
ingehouden. Na twee jaar wordt dan berekend of er iets teruggestort
moet worden, dan wel of er nog bijkomende lasten zijn. Het niveau van
de bedrijfsvoorheffing hangt af van de omvang van de onderbreking:
10,13% voor wie zijn loopbaan voltijds onderbreekt en 17,15% voor wie
dit deeltijds doet. Wie de uitkering combineert met een loon, moet
immers normaalgezien achteraf ook meer belastingen betalen.
Door de maatregel kunnen mensen die hun loopbaan willen onderbreken de
werkelijke financiële gevolgen van hun keuze juister inschatten.
Momenteel beslissen ze immers vaak op basis van de totale aanvullende
uitkering, zonder te beseffen dat het om een brutobedrag gaat. Twee
jaar later, bij het betalen van de belastingen, heeft dit vaak een
onaangename verrassing tot gevolg. Dat wordt nu voorkomen.
Tegelijk zorgt de maatregel ervoor dat de overheid de belastingen
sneller kan innen, wat een positieve invloed heeft op het budget voor
2004./.
back