College Bescherming Persoonsgegevens
22 december 2003
Europese Commissie doet voorstel inzake doorgifte van
passagiersgegevens aan VS
Eurocommissaris F. Bolkestein heeft op 16 december in het Europese
Parlement het voorstel van de Europese Commissie gepresenteerd voor
een regeling van de doorgifte van passagiersgegevens aan de Verenigde
Staten voor de komende drie en een half jaar. In zijn speech wees
Bolkestein op de complexiteit van de kwestie en betoogde hij de
noodzaak van steun aan de strijd tegen het terrorisme. Hij
onderstreepte dat de VS belangrijke concessies hebben gedaan aan de
Europese normen voor de bescherming van persoonsgegevens. De Europese
Commissie stelt nu te kunnen komen tot een verklaring dat de doorgifte
aan de VS van een vastgestelde set van passagiersgegevens omringd is
met voldoende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens.
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) zal het voorstel van de
Europese Commissie nauwkeurig bestuderen en zal in het kader van de
artikel 29-werkgroep, de werkgroep van alle Europese
privacytoezichthouders, bijdragen aan de discussie over het voorstel.
Het uitgangspunt van de werkgroep is steeds geweest dat in de strijd
tegen terrorisme en georganiseerde misdaad het fundamentele recht van
bescherming van persoonsgegevens gerespecteerd moet worden. Bij de
internationale doorgifte van passagiersgegevens dient er gehandeld te
worden binnen de bestaande wettelijke kaders.
Het CBP heeft zich in de afgelopen periode laten informeren door de
vanuit Nederland opererende luchtvaartmaatschappijen over hoe zij
invulling geven aan de wettelijke verplichting hun passagiers goed en
actief te informeren over de doorgifte van passagiersgegevens. Uit de
ontvangen informatie komt een divers beeld naar voren.
Luchtvaartmaatschappijen vullen de informatieverplichting verschillend
in. Het CBP is van oordeel dat de passagiers juist, specifiek, vooraf
en actief geïnformeerd dienen te worden. Sommige maatschappijen
voldoen ruimschoots aan deze voorwaarden, bij andere heeft het CBP
aangedrongen op een ruimere invulling van de informatieplicht.
Eerdere berichten over de doorgifte van passagiersgegevens:
* Privacytoezichthouders pleiten voor verdrag over doorgifte
passagiersgegevens
13 oktober 2003
* Kritisch advies Artikel-29 werkgroep aan Europese Commissie over
doorgifte van passagiersgegevens
24 juni 2003
* Kritiek toezichthouders op verstrekking passagiersgegevens aan VS
nog niet weggenomen
21 mei 2003
* Verstrekking passagiersgegevens door luchtvaartmaatschappijen aan
VS
27 februari 2003
Doorgifte van persoonsgegevens
De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), die sinds 1 september 2001
van kracht is, bevat regels over de doorgifte van persoonsgegevens
naar landen buiten de Europese Unie. Hoofdregel is dat
persoonsgegevens alleen mogen worden doorgegeven naar derde landen met
een passend beschermingsniveau. Buiten die gevallen is doorgifte
alleen toegestaan op basis van een wettelijke uitzondering of met
vergunning van de Minister van Justitie. De afgifte van een vergunning
vindt plaats nadat het CBP daarover advies heeft uitgebracht. Meer
informatie over dit onderwerp is te vinden in de brochure Derde
landen. De doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de
Europese Unie.
Over de Artikel 29-werkgroep
De werkgroep ontleent haar naam aan artikel 29 van de Europese
Privacyrichtlijn 95/46/EG. Alle toezichthoudende autoriteiten op het
gebied van bescherming van persoonsgegevens van de Europese Unie nemen
deel aan deze werkgroep, die een belangrijke rol speelt in de
totstandkoming van Europees beleid. De werkzaamheden van de werkgroep
leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van Europese normen en
gemeenschappelijke interpretaties en in een aantal gevallen ook aan de
privacybewustwording op internationaal niveau.
Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) - onder de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP) - houdt toezicht op de naleving van
wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet
het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een
vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van
persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP
toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en
gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van
een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop
persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in
overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.
Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd.
Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP
overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.