Ministerie van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

- Afdeling Midden- en Oost-Afrika

Directie Sub-Sahara Afrika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

- 22 december 2003

Behandeld

- Wouter Vidlund

Kenmerk

- DAF/MA - 913/03

Telefoon

- 0703485777

Blad

- 1/3

Fax

- 0703486607

Bijlage(n)

- -

- woj.vidlund@minbuza.nl

Betreft

- Beantwoording vragen van de leden Koenders, Fierens (beiden PVDA) en Karimi over mogelijke arrestatie en vrijlating van vijf medewerkers van Umuseso

Graag - bieden wij u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden- Koenders, Fierens (beiden PVDA) en Karimi (Groen Links) over - mogelijke arrestatie en vrijlating van vijf medewerkers van Umuseso. Deze vragen werden ingezonden op - 2 december 2003 met kenmerk - 2030404000.

De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne - Van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Koenders, Fierens (beiden PVDA) en Karimi (Groen Links) over mogelijke arrestatie en vrijlating van vijf medewerkers van Umuseso.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de arrestatie en vrijlating vorige week van mogelijk vijf medewerkers van Umuseso, het enige onafhankelijke weekblad in Rwanda?

Vraag 2
Deelt u de mening dat deze intimiderende aanpak een negatief signaal geeft met betrekking tot de vrijheid van media in Rwanda?

Antwoorden
Ja.

Vraag 3
Hoe beoordeelt u deze in het licht van de eerder uitgesproken hoop dat er na de verkiezingen meer openheid en ruimte voor vrije media zou zijn? Deelt u de mening dat eerder het tegendeel bewaarheid lijkt te worden?

Vraag 4
Bent u bereid, eventueel in samenwerking met Europese collega's, Rwanda aan te spreken op de verplichtingen in het kader van het tussen Nederland en Rwanda bestaande 'Memorandum of Understanding'?

Antwoorden
Met zorg moet worden vastgesteld dat er na de verkiezingen van 25 augustus jl. en van 29 tot en met 2 oktober jl. nog geen merkbare verbetering in de vrijheid van de media is opgetreden. Erkend wordt dat met nationale verzoening in Rwanda na de gebeurtenissen van 1994 geruime tijd gemoeid zal zijn. Dat rechtvaardigt echter geenszins het aan banden leggen van de vrijheid van de media.

De Nederlandse ambassade in Kigali heeft de Rwandese autoriteiten bij herhaling en met klem aangesproken op hun verantwoordelijkheid op het vlak van de vrijheid van de media. Na de arrestatie van de Umuseso-journalisten zijn er door de Nederlandse ambassade kritische gesprekken gevoerd met de Rwandese minister van Justitie en de minister voor Informatie, alsmede met de betrokken overheidsdiensten.

Dergelijke kritische gesprekken vinden mede plaats op basis van het 'Memorandum of Understanding' dat tussen Nederland en het partnerland Rwanda is overeengekomen. Voorts draagt Nederland er aan bij dat ook in EU-verband de ontwikkelingen in Rwanda op het gebied van de vrijheid van de media en democratisering kritisch worden gevolgd en dat zonodig gemeenschappelijke actie wordt ondernomen.

Nederland zal zowel bilateraal als in het verband van de EU druk op de Rwandese regering blijven uitoefenen en daarnaast voortgaan met het ondersteunen van de ontwikkeling van de pers in Rwanda, onder meer door het leveren van een directe bijdrage aan capaciteitsversterking en professionalisering van de media.

===