Time : 3:59:54 PM
Date : Monday, December 22, 2003
Sender Name: Fedichem

Fedichem Vlaanderen wil plafonnering van meerkost voor groenestroomcertifikaten

Fedichem Vlaanderen kan geen genoegen nemen met de door Minister Bossuyt voorgestelde maatregelen om de ondernemingen te ontzien met betrekking tot de gevolgen van het in voege zijnde systeem van groenestroomcertificaten. De grote stroomgebruikers willen dat de totale meerkost die op hen afgewenteld wordt, begrensd wordt. Fedichem is ook niet onder de indruk van de daarbij aangevoerde argumentatie.

Vlaams minister van Energie Gilbert BOSSUYT heeft vrijdag in een persmededeling gereageerd op de bezorgdheid van de grote industriële stroomverbruikers in Vlaanderen, die hebben laten weten dat zij vrezen voor hun voortbestaan indien de lasten op het energieverbruik op het huidige niveau gehandhaafd blijven.

Minister Bossuyt vreest dat indien alle eisen van de basisindustrie onderschreven worden, de groene stroomdoelstellingen die Vlaanderen zichzelf heeft opgelegd niet kunnen gehaald worden. Of is het dat wat men precies nastreeft? "Van de doelstelling om tegen 2010 6% van ons elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare bronnen te halen, wijk ik geen millimeter af." zegt minister Bossuyt. In Frankrijk, hét kernenergieland bij uitstek, is de groene stroomdoelstelling 10% in 2010. Overal in de EU legt men de lat op een gelijkaardige hoogte", aldus de Vlaamse Minister.

Minister Bossuyt vergist zich in de energievergelijking met Frankrijk

Fedichem Vlaanderen is helemaal niet onder de indruk van de verwijzing naar Frankrijk. Het is correct dat Frankrijk, met zo'n 80 % van zijn elektriciteitsproductie uit kernenergie, het kernenergieland bij uitstek is, maar wat er niet bij verteld wordt is dat van de resterende 20 % het merendeel nu reeds uit waterkracht wordt gehaald. De 10 % groenestroom-doelstelling is dus voor Frankrijk reeds ruimschoots "binnen".

Fedichem vindt de groenestroom-doelstelling van 6 % in 2010 inderdaad te ambitieus voor ons land en steunt daarbij op de ramingen van het economisch potentieel van de AMPERE-Commissie en op de vastgestelde onmacht van de overheid om de nodige vergunningen af te leveren. Overigens onderstreept Fedichem dat de Europese richtlijn deze doelstellingen slechts als indicatief heeft vooropgesteld en dat ze slaan op het aandeel van groene stroom in het verbruik van elke lidstaat en niet in zijn productie.

Minister Bossuyt verwijst ook naar de noodzaak van een efficiënte werking van de markt en naar de essentiële rol die de afbouw van het productiemonopolie van Electrabel daarbij dient te vervullen. Hij speelt de bal in die context door naar de federale regering die werk moet maken van het opvoeren van de invoercapaciteit van het Belgisch elektriciteitsnet.

Ook dat is correct, maar ook hier rept Minister Bossuyt met geen woord over de marktbelemmerende mechanismen die zijn voorganger zelf in het systeem heeft laten inbouwen: een buitenlandse nieuwkomer, zoals men een concurrerende producent in deze context noemt, kan zijn groene stroom opgewekt in zijn thuismarkt niet valoriseren in Vlaanderen. Van een Europese elektriciteitsmarkt gesproken!

Verder stelt Minister Bossuyt dat Vlaanderen inmiddels allesbehalve stil zit als het erop aankomt inspanningen te doen voor de industrie en dat hij heeft voorgesteld om de groene stroomverplichtingen van grote verbruikers tot 50% te reduceren.

Voor Fedichem gaan de voorgestelde maatregelen om tegemoet te komen aan de vraag van de industrie niet ver genoeg. Fedichem pleit er dan ook voor dat in afwachting van de conclusies van de voorgenomen vergelijkende studie een plafondwaarde wordt opgelegd voor leveringen aan energie-intensieve bedrijven zoals reeds in Frankrijk en Nederland het geval is.

Informatie: Roger Aertsens, tel. 02 238 97 31