Stranding en ontleding van een bultrug

Vrijwel elk jaar stranden er walvisachtigen op de Nederlandse kust. Meestal zijn het zijn dwaalgasten die op hun trektocht tussen noordelijke zeeën en de Atlantische Oceaan door de Noordzee gaan in plaats van rechtsom langs de Britse eilanden.

Zodra een walvis op het strand terecht komt rukt de 'snijploeg' van Naturalis uit, een team van mensen gespecialiseerd in het ontleden van grote kadavers. Op 20 december 2003 konden ze weer aan het werk want op het strand bij Katwijk aan Zee was een bultrug Megaptera novaeangliae aangespoeld.

Een fotoreportage van de ontleding van deze grote baleinwalvis is hieronder te zien.

De bij Katwijk aangespoelde bultrug is een mannetje van ongeveer een jaar met een lengte van acht meter en een gewicht van zeker 8.000 kilo. De walvis vertoonde diverse verwondingen die erop wijzen dat het dier in een drijfnet heeft vastgezeten. Waarschijnlijk is hij daardoor verdronken. De staart ontbreekt. Vermoedelijk hebben vissers de staart afgesneden in een poging het dier uit de netten los te maken. (foto: Aart Rietveld © VLOK.net)

Voordat ze beginnen bespreken de leden van de snijploeg hoe zij de ontleding van de bultrug gaan aanpakken. (foto: Ans Molenkamp © Naturalis)

Het ontleden gebeurt met grote slagersmessen. Ook worden originele flensmessen gebruikt, afkomstig van de Willem Barenstz: de laatste Nederlandse walvisvaarder, die in 1950 te water werd gelaten maar al na enkele jaren uit de vaart werd genomen. Het mes op de foto zit in een wond waarin resten van het visnet zijn achtergebleven.

Voordat men het mes in de walvis zet nemen wetenschappers nauwkeurig de buitenkant van het dier op. Op de huid zijn allerlei interessante zaken te zien, zoals deze zeepokken. Zeepokken kunnen informatie geven over de leefwijze van de walvis. Ze worden daarom losgesneden en in Naturalis onderzocht.

Van alle belangrijke kenmerken van het dier worden foto's gemaakt. Dit is een close up van de baleinen: het zeefapparaat waarmee de bultrug krill en kleine visjes uit het water filtert.

Eerste stap bij het ontleden is het insnijden van de tien centimeter dikke speklaag.

Onder de speklaag bevindt zich het rode walvisvlees. In Japan geldt dit als een lekkernij. Japan jaagt nog steeds op walvissen, hoewel de commerciële walvisvangst sinds 1986 is verboden.

Nadat de speklaag is ingesneden wordt het vlees in grote moten van het kadaver afgehaald.

In de speklaag van een walvis hopen zich zware metalen en andere gifstoffen op. Spekmonsters worden meegenomen naar het laboratorium om te kijken of er gifstoffen in zitten en of deze de gezondheid van het dier schade hebben toegebracht.

Na het afpellen van de speklaag en het spiervlees komen de ingewanden tevoorschijn. Hier zijn de tientallen meters lange darmen van de bultrug te zien. Ook daaruit worden monsters genomen om te zien wat de bultrug het laatst heeft gegeten.

Diep verscholen in het walvisvlees bevindt zich het skelet. De snijploeg snijdt net zo lang door tot ze de botten bereiken. Dat duurt meestal een hele dag.

Aan de botten zitten nog veel vleesresten vast. De botten worden naar Naturalis in Leiden vervoerd, waar men ze in grote spoelbakken met verwarmd water en biotex legt. Het laatste vlees weekt er dan in enkele weken af. Een hagelwit skelet blijft over, klaar om wetenschappelijk te worden bestudeerd of - als het mooi bewaard is - opgesteld te worden in de expositie.

Meer informatie over walvissen:

Bultrug

Noordse vinvis

Bruinvis

Walvisachtigen

Zeezoogdieren

Gestrande walvissen en dolfijnen

Walvisvangst
Zie het origineel