Artsen zonder Grenzen
Centraal Bureau Fondsenwerving Winnaar van de: Nobel Prijs voor de
Vrede
Verspreiding vluchtelingen maakt hulp in Tsjaad lastig
dinsdag 23 december 2003
Medisch gezien is de situatie van de Sudanese vluchtelingen in Tsjaad
niet zeer zorgelijk, maar de regio kan te maken krijgen met ernstige
water- en voedseltekorten in de komende maanden. Dat zegt voormalig
projectcoördinator Ran van der Wal, die net terug is uit oostelijk
Tsjaad.
Artsen zonder Grenzen werkt in een regio van 200 kilometer langs de
grens met Sudan. De organisatie heeft er een missie opgezet voor naar
schatting 27.000 vluchtelingen uit de regio Darfur, die de gevechten
daar ontvlucht zijn.
De vluchtelingen leven verspreid over kampen van 300 tot 12.000
vluchtelingen, die vaak moeilijk te vinden zijn en soms gevaarlijk
dicht bij de grens liggen. Zoals de vluchtelingen nu verspreid zijn,
is het heel lastig ze allemaal te bereiken.
We hebben besloten om ons te richten op het steunen van de bestaande
erg beperkte gezondheidsvoorzieningen. We werken met mobiele klinieken
waar dat nodig is. Verder hebben we ook een voedingsprogramma opgezet,
we vaccineren zowel de vluchtelingen als de lokale bevolking tegen
mazelen.
De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR gaat nu een centraal kamp bij de
stad Forchana opzetten, verder van de grens. Daardoor wordt het
makkelijker om hulpgoederen en voedsel te distribueren. Artsen zonder
Grenzen verzorgt de medische zorg tijdens de hervestiging van de
vluchtelingen. De teams zullen bepalen wie speciaal transport nodig
heeft, doen de medische begeleiding tijden het transport, verzorgen
een ambulancedienst en een medische screening in de doorgangskampen en
een vaccinatie tegen mazelen in Forchana. We zullen ook het drinkwater
verzorgen in zowel de doorgangskampen als het kamp in Forchana.
Tegelijkertijd moeten de andere activiteiten ook doorgaan.
Ik ben zeer onder de indruk van de manier waarop de bevolking de
vluchtelingen ontvangen heeft. Veel mensen zijn opgevangen door die
bevolking, die vaak gezien wordt als familie. De mensen aan beide
kanten van de grens horen bij het Masaleet-volk. De bevolking heeft
allerlei hulpgoederen gedoneerd. De vluchtelingen hebben in een aantal
opzichten geluk gehad: het was net oogsttijd in Tsjaad, dus er was
werk en het was Ramadan (islamitische feestmaand, red.), waardoor er
veel solidariteit was. Het staat nog te bezien wat er gebeurt als de
voorraden opraken en het droge seizoen inzet.
---