Gemeente Dordrecht
---
VNG steunt samenwerking met Dordrecht (Zuid-Afrika)
Carla Franken
De afdeling International van de Vereniging Nederlandse Gemeenten
(VNG) heeft de samenwerkingsovereenkomst met Dordrecht in Zuid-Afrika
goedgekeurd. De VNG verleent de beide gemeenten Dordrecht een
financiële bijdrage van EUR 128.007,-- in het kader van het programma
Gemeentelijke Samenwerking Ontwikkelingslanden.
Samenwerkingsproject
De gemeente Dordrecht heeft een projectvoorstel ingediend bij de VNG
voor een meerjarige samenwerkingsovereenkomst met de gemeente
Dordrecht in Zuid-Afrika. Of om heel precies te zijn met de gemeente
Emalahleni, waar het Zuid-Afrikaanse Dordrecht bij hoort. Deze
samenwerking richt zich op het opstellen van een gemeentelijk
huisvestingsbeleid en een projectplan voor een huizenproject. Ook
verbetering van de communicatie tussen de verschillende
gemeenteonderdelen is een onderdeel van het project. Het project wordt
uitgevoerd in de periode van 1 januari 2004 tot 1 januari 2007.
VNG International
VNG International voert het programma Gemeentelijke Samenwerking met
Ontwikkelingslanden uit in opdracht van de Vereniging Nederlandse
Gemeenten en met financiering van het ministerie van Buitenlandse
Zaken.
Doel van de samenwerking met Emalahleni
De samenwerking met Emalahleni heeft als doel het lokaal bestuur in
Emalahleni te versterken en de bewustwording van de burgers in
Dordrecht te bevorderen over het leven in Emalahleni. Tot op heden
hebben de contacten bestaan uit het uitnodigen van ambtenaren en
raadsleden voor gemeentelijke management trainingen van en door de
VNG. De laatste training in mei 2003 heeft geleid tot een
gecoördineerde hiv/aids aanpak in oprichting.
Aanpak internationale samenwerking
De gemeente blijft vasthouden aan de internationale samenwerking met
haar partnersteden Bamenda, Varna, Recklinghausen en Hastings en de
samenwerking met Dordrecht in Zuid-Afrika voort. De gemeente wil
hiermee de bewustwording van de Dordtse bevolking over het leven in
deze steden vergroten en het lokale bestuur in de 2e en 3e
wereldlanden versterken.