College Bescherming Persoonsgegevens


Persbericht
14 januari 2004

Gedragscode voor particuliere recherche

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft een Privacygedragscode voor de particuliere onderzoeksbureaus goedgekeurd. De gedragscode is opgesteld door de Vereniging van Particuliere Beveiligingsbureaus (VPB). De gedragscode bindt de bij de VPB aangesloten bureaus. De Minister van Justitie is voornemens de naleving van de gedragscode verplicht te stellen voor alle particuliere recherchebureaus in het kader van de vergunningverlening aan deze bureaus.

De particuliere recherche is een sterk groeiende sector waarin vergaande methoden van opsporing en fraudebestrijding worden toegepast, terwijl tegelijkertijd weinig geregeld was. De code beschrijft de praktijk van de particuliere opsporing en fraudebestrijding en geeft daarbij normen voor deze praktijk van onder andere heimelijke observatie, verborgen camera's, het afluisteren van telefoongesprekken en het onderscheppen van e-mail. Bedrijven - de grote opdrachtgevers voor de particuliere recherche - en ook particulieren kunnen zich nu beter informeren over de mogelijkheden die zij hebben voor de bestrijding van criminaliteit.

De gedragscode geeft ook bescherming aan personen die onderzocht worden door particuliere recherchebureaus. Onderzochte personen moeten in enig stadium van het onderzoek worden geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek. Zij kunnen ook klachten indienen tegen aangesloten recherchebureaus. De gedragscode voorziet in onafhankelijke geschillenbeslechting.

De gedragscode en de goedkeurende verklaring van het CBP worden gepubliceerd in de Staatscourant van 13 januari 2004. De Minister van justitie en het CBP hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om het toezicht op de branche af te stemmen. In het voorjaar zal de VPB samen met het CBP en het Ministerie van Justitie een seminar organiseren ter introductie van de gedragscode.

Over gedragscodes
Organisaties die een bepaalde sector vertegenwoordigen, kunnen voor hun leden een gedragscode vaststellen. In de gedragscode wordt aangegeven hoe die leden met persoonsgegevens zullen omgaan. Er bestaat geen verplichting tot het vaststellen van een gedragscode. Het CBP kan op verzoek van de organisaties de conceptgedragscode toetsen en verklaren dat deze voldoet aan de WBP. De verklaring van het CBP is ten hoogste vijf jaar geldig. Meer informatie over gedragscodes is te vinden in de brochure Gedragscodes. Bescherming van persoonsgegevens door zelfregulering.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.

# # #