KPMG
"Bouw heeft niet alleen met conjuncturele inzinking te maken"
21 januari 2004
De Nederlandse bouwsector heeft als gevolg van de stagnerende economie
te maken met teruglopende omzetten.
De sector is van mening dat het allemaal goed komt als de economie
weer aantrekt. In de bouw is echter meer aan de hand dan een
conjuncturele inzinking. Herstructurering is meer dan noodzakelijk om
de crisis te overleven., constateert Jacqueline Bongartz van KPMGs
Corporate Recovery. De gevolgen van de bouwenquête zijn duidelijk
merkbaar. Waar voorheen sprake was van onderhandse prijsafstemming,
heeft de parlementaire enquête door illegale prijsafspraken de
marktwerking aangewakkerd. De prijzen zijn onder druk komen te staan.
Aannemers zijn gedwongen om onderaannemers tegen elkaar uit te spelen.
Dit leidt weliswaar tot een lage prijsstelling, maar brengt ook
schrale winstmarges voor de onderaannemers met zich mee.
De onderlinge concurrentie leidt ertoe dat opdrachtgevers in het
algemeen de laagste offerte in prijs contracteren. Bongartz: Hierdoor
worden mogelijke risicos die tijdens de bouw zouden kunnen ontstaan
onvoldoende gecalculeerd. Tussentijdse prijsaanpassingen zijn
nauwelijks mogelijk. Extra kosten kunnen daardoor niet worden
doorberekend. De gevolgen hiervan zijn kostenoverschrijdingen en
gebreken in de oplevering. Bouwbedrijven bewegen zich derhalve in een
steeds sterker spanningsveld tussen enerzijds een zo laag mogelijke
prijsstelling en anderzijds het calculeren van voldoende buffers om
onverwachte tegenvallers in de projectuitvoering te kunnen opvangen.
Bouwbedrijven met beperkte reserves houden de gevolgen van de
toenemende marktwerking dan ook waarschijnlijk niet lang vol.
De totale omvang van het bedrag aan faalkosten in de bouw is volgens
Bongartz dan ook aanzienlijk. Voor 2002 wordt het totaal bedrag aan
faalkosten op maar liefst 5 miljard euro geschat. Onvolledigheid in de
voorcalculatie en fouten in de projectuitvoering leiden tot
vermijdbare en onnodige kosten. Het risico van kostenoverschrijdingen
zit dus grotendeels in de projectbeheersing zelf. Natuurlijke
factoren, zoals het weer en de samenstelling van de bouwgrond, zijn
hierbij van belang. Daarnaast spelen een tekort aan arbeidskrachten,
het voldoende beheersen van kasstromen, het falen van onderaannemers
en toeleveranciers, slechte inkoop van materialen dan wel inkoop op
het verkeerde moment tevens een cruciale rol. Verder wordt in de bouw
vaak gewerkt met wisselende teams en onderaannemers. Dit brengt elke
keer opnieuw weer afstemmingsproblemen en -kosten met zich mee.
Het spreekt volgens Bongartz voor zich dat faalkosten uit den boze
zijn en een ernstige bedreiging vormen voor de continuiteit van de
onderneming. Bongartz: Doorgaans is druk op de winstgevendheid als
gevolg van faalkosten de eerste fase van het afglijdingsproces.
Bedrijven die niet beschikken over voldoende financiële reserves gaan
dan als eerste ten onder. Herstructurering - en met name
liquiditeitsbeheersing is dan essentieel. Wanneer echter in de
voorbereidingsfase van een project pro-actief met risico's wordt
omgegaan, kunnen tijdens de uitvoering de gevolgen voor de financiële
positie ván het bedrijf worden beperkt. Een goede projectbeheersing en
inzicht in de liquiditeitpositie van de onderneming zijn dan ook
essentieel om te kunnen overleven in deze roerige tijden.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039