Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Juridische Zaken

Afdeling Internationaal Recht

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 28 januari 2004

Behandeld


- G.J. van den Hoek


Kenmerk


- DJZ-5/2004

Telefoon


- (+31) (0)70 3486596


Blad


- 1/5

Fax


- (+31) (0)70 3485128


Bijlage(n)


- 1


- E-mail gj-vanden.hoek@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over de mogelijke privatisering van de Irakese economie

Graag - bied ik u hierbij- , mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van Bommel (SP) over - de mogelijke privatisering van de Irakese economie. Deze vragen werden ingezonden op - 17 december 2003 met kenmerk - 2030405000.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de mogelijke privatisering van de Irakese economieVraag 1

Bent u bereid er bij de Amerikaanse regering op aan te dringen privatiseringsorder nr. 39 ongedaan te maken, omdat deze in strijd is met het Haagse Landoorlogreglement en de Vierde Conventie van Genève? (1)

Vraag 2

Indien neen, waarom niet? Kunt u uw antwoord beargumenteerd toelichten? Bent u zich er in dat geval van bewust dat u steun verleent aan een illegale maatregel?

Vraag 3

Op welke wijze zult u voorkomen dat de Nederlandse regering en Nederlandse bedrijven zich schuldig zullen maken aan investeringen en aankopen die tegen het internationale recht indruisen?

Antwoord

Volgens resolutie 1483 van de VN Veiligheidsraad zijn alle betrokkenen in Irak gehouden hun verplichtingen onder het internationale humanitaire recht na te leven. De regels betreffende het bezettingsrecht in het Haags Landoorlogreglement hebben voornamelijk tot doel de belangen van de bezette staat veilig te stellen tegenover de bezettingsmacht. In dit verband is relevant dat voor de totstandkoming van CPA Order no. 39 de Governing Council van Irak is geconsulteerd en dat deze de wens heeft uitgesproken te komen tot een grootschalige verandering in de Irakese economie. Daarnaast is samengewerkt met de internationale financiële instellingen die volgens resolutie 1483 tezamen met de CPA en de Vertegenwoordiger van de VN het Irakese volk moeten bijstaan door middel van het bevorderen van economische herstructureringsmaatregelen. De Secretaris-Generaal van de VN heeft eveneens gesproken over de noodzaak van wijzigingen in de Irakese economie.

Gezien doel en strekking van de genoemde verplichtingen onder het internationale humanitaire recht, de in resolutie 1483 verzochte bijstand aan het Irakese volk door middel van het bevorderen van economische herstructureringsmaatregelen, het doel en de strekking van CPA Order no. 39 en de wijze van totstandkoming daarvan, gaat de regering er voorshands niet van uit dat CPA Order no. 39 strijdig geacht moet worden met het internationale humanitaire recht en dat derhalve ook geen sprake is van steunverlening aan een illegale maatregel. De regering ziet dan ook geen aanleiding om er bij de Amerikaanse regering op aan te dringen CPA Order no. 39 ongedaan te maken.

Vraag 4

Op welke praktische wijze houdt de Irak-taskforce van het ministerie van Economische Zaken rekening met het illegale karakter van privatiseringsorder nr. 39 van de heer Bremer? (2)

Vraag 5

Brengt u de interne werkgroep van Philips en het VNO-NCW ook op de hoogte van het illegale karakter van deze beslissing en de gevolgen daarvan voor investeerders uit het buitenland? Indien neen, waarom niet?

Antwoord

Daar de regering er voorshands niet van uit gaat dat CPA Order no. 39 strijdig geacht moet worden met het internationale humanitaire recht, hoeft de Task Force Irak geen rekening te houden met het illegale karakter van CPA Order No. 39 en is tevens de gesuggereerde actie niet aan de orde. Overigens zij opgemerkt dat de Task Force Irak zichzelf op 19 december 2003 heeft opgeheven en dat haar activiteiten, in goed overleg met betrokkenen, zijn overgenomen door het Nederlands-Irakees Centrum voor Handelsbevordering.


1) Lijst van vragen en antwoorden, (Kamerstuk 23 432, nr. 136), antwoord nr.70 en 71. Hierin schrijft de regering er van uit te gaan dat de Verenigde Staten zich bewust zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit het internationale recht.


2) NRC-Handelsblad, 10 december jl.,"VS: werk Irak alleen voor bondgenoten". NRC 22 maart 2003.

===