* Januari 2004
Vieren en herdenken in Rotterdam
Rottes mannenkoor 150 jaar present

Persbericht januari 2004

In het Gemeentearchief Rotterdam zijn belangrijke gebeurtenissen in de stad vastgelegd. Bij veel gelegenheden komt de naam van de Koninklijke Zangvereeniging Rottes Mannenkoor voor. Of het nou om de onthulling van de standbeelden van de koopman en dichter Tollens, van Piet Heyn, het Caland-monument of de opening van de Willemsspoortunnel gaat; het Rottes Mannenkoor was er bij! Al 150 jaar In Vreugd en rouw, elkaar getrouw. Het Gemeentearchief Rotterdam organiseert daarom in de vijfentwintig jaar oude Archiefwinkel, een expositie van 7 februari tot 5 mei 2004.

Het koor is voortgekomen uit de Rotterdamse zangvereniging Amphion. Een twintigtal leden verliet in 1854 tijdens het zilveren jubileum van Toonkunst deze vereniging en richtte een eigen koor op: de Liedertafel Rottes Mannenkoor. Dat bleek een goede stap, want in 1867 werd het koor beloond door Koning Willem III met zijn beschermheerschap. Tegenwoordig wordt dat vervuld door Prins Bernhard. Bij de viering van het 45-jarig jubileum, nog net voor het einde van de negentiende eeuw, kreeg het koor het predikaat koninklijk van de jong gekroonde koningin Wilhelmina. De naam werd veranderd in Koninklijke Zangvereeniging Rottes Mannenkoor en zo heet het koor nu nog. Zelfs de dubbele ee zit nog steeds in de naam. Anderhalve eeuw na de eerste repetities en concerten in 1854 bereidt het koor zich voor op de viering van zijn honderdvijftig-jarig bestaan. Een bestaan met een boeiende geschiedenis.

Het Rottes mannenkoor is een vaste aanwezige bij veel evenementen in Rotterdam. In de negentiende eeuw was het koor met een muzikale bijdrage present bij het bezoek van koningin Wilhelmina met koningin-moeder Emma op 9 juni 1899 aan Rotterdam en daarna bij de eerste steenlegging van het stadhuis in 1915 en bij vele andere gelegenheden. Bij de jubileumfeesten ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het koor was heel Rotterdam in feeststemming. Het Park was schitterend versierd en door de binnenstad hield het koor een optocht. De stad was zichtbaar blij met het koor en vroeg het daarom bij meer gelegenheden op te treden als muzikale omlijsting.

Op de avond van 9 mei 1940 verzorgde het Rottes Mannenkoor een uitvoering samen met het Spangens Koor. Het concert verliep goed. Na afloop feestten de zangers en bestuursleden van Rottes in Café Modern en gingen om 2 uur naar huis. Twee uur later brak de oorlog uit. Op 14 mei volgde het bombardement op Rotterdam, waarbij het koor bijna alles verloor: de bibliotheek, de vleugel en het archief. Gelukkig had een aantal leden nog stukken van voor 1940 in hun bezit. Het bombardement vernietigde de woningen en/of bedrijven van 24 koorleden. Velen misten de moed weer te gaan zingen. Op 5 juni (nog geen maand na het bombardement en het begin van de oorlog) besloot het bestuur van Rottes om toch weer te beginnen. Het koor moest behouden blijven. Een week later volgde de eerste repetitie in oorlogstijd. Na de Tweede Wereldoorlog was het Rottes mannenkoor aanwezig bij feestelijke gebeurtenissen. Het koor gaf concerten in de Rivierahal in Blijdorp, gaf liefdadigheidsconcerten bijvoorbeeld voor de Leprastichting en verzorgde de muzikale omlijsting bij de openingen van het centraal station, de Willemspoortunnel en de Erasmusbrug. Het Rottes deelde niet alleen in vreugde, maar ook in rouw. Het koor trad op bij de onthulling van het oorlogsmonument De Wacht. Op zaterdagavond 3 mei 1950 werd in de Mathenesserkerk een Nationale Herdenkingsavond gehouden voor de politieke gevangen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven waren gekomen. Op het programma stond Het Lied der Achttien Dooden, een gedicht van Jan Campert (op 12 januari 1943 in concentratiekamp Neuengamme overleden) dat op muziek is gezet door de dirigent van het Rottes Jos Vranken sr. Het werk staat nog steeds op het repertoire van Rottes en wordt jaarlijks tijdens de dodenherdenking gezongen.

Een gezelschap met een verleden als het Rottes Mannenkoor is het waard in een boek beschreven te worden. Schijfster Tilly Jumelet - van Doeveren is gevraagd het onderzoek hiervoor te verrichten en haar verslag in boekvorm uit te brengen. In haar boek volgt zij de dirigenten die voor het koor hebben gestaan. Op woensdag 25 februari 2004 is zij uitgenodigd als spreker voor het Historisch Café, in het gemeentearchief aan de Hofdijk 651. Zij geeft een lezing over 150 jaar Rotte's Mannenkoor. Het Gemeentearchief Rotterdam had geen expositie kunnen maken zonder het archief van het mannenkoor, dat uiteraard bij het gemeentearchief berust. Dit archief bestaat voornamelijk uit de schriftelijke nalatenschap van koorlid Jan Alphenaar. Hij verzamelde tijdens zijn leven bijna alles over het koor. In zijn nalatenschap zaten dikke plakboeken met concertaankondigingen, persoonlijke verslagen, programmaboekjes, fotos en krantenartikelen vanaf 1854 tot 1987.

De Archiefwinkel aan de Coolsingel is geopend van maandag tot en met zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur.
Vrij Toegang.