Kamerstuk, 9-2-2004
Reactie VWS op brief inzake Wet voorzieningen gehandicapten
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2448052
9 februari 2004
Op 26 november 2003 hebben de CG-raad, CSO en FvO een brief gestuurd
aan de fracties van de politieke partijen en de leden van de Vaste
Commissie voor VWS van de Tweede Kamer. In deze brief uitten zij hun
zorg over de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg)
en het gebruik van het Wvg-protocol. Bij deze ontvangt u mijn reactie
op hetgeen de gebruikersorganisaties in hun brief onder de aandacht
hebben gebracht.
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een onderzoek naar de
implementatie en uitvoering van het Wvg-protocol door gemeenten
(monitor Wvg-protocol). Een cliëntonderzoek maakt onder meer deel uit
van dit onderzoek. De CG-raad, CSO en FvO zijn bij dit onderzoek
betrokken via de begeleidingscommissie die voor het onderzoek is
geformeerd. Ik verwacht het eindrapport van de monitor Wvg-protocol in
februari/maart 2004 aan u te kunnen toesturen.
Zoals ik in mijn brief van 10 november 2003 (TK 2003-2004, 26631, nr.
62) heb toegezegd, neem ik de resultaten van de monitor Wvg-protocol
mee bij de gedachtevorming rond de invulling van de
verantwoordelijkheden en bevoegdheden van gemeenten in de Wet
maatschappelijke zorg (WMZ). Bij de gedachtevorming over de WMZ zijn
de gebruikersorganisaties ook betrokken. In maart 2004 ontvangt u een
brief waarin ik de contouren van de WMZ schets. In deze brief zal ik
eveneens ingaan op wat de voornemens rond de WMZ betekenen voor de
huidige Wvg en het Wvg-protocol. Het eventueel treffen van een AMvB
wil ik bezien in relatie tot de lange termijn ontwikkeling die ik bij
de WMZ en de Wvg voorsta.
Een afschrift van deze brief zend ik aan de CG-raad, CSO en FvO.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport