Kamerstuk, 9-2-2004
Brief Landelijke Vereniging van Eerstelijns psychologen (LVE)
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2447229
9 februari 2004
In reactie op uw brief van 12 januari 2004, kenmerk VWS-03-1626,
waarin u mij verzoekt de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport op de hoogte te stellen van mijn antwoord aan de Landelijke
Vereniging van Eerstelijns psychologen (LVE), bericht ik u het
volgende.
Naar aanleiding van de brief van de LVE van 13 november 2003, heeft
een gesprek plaatsgevonden met de directeur van de LVE. Daarin kwam
naar voren dat het op basis van de informatie die nu voorhanden is,
niet goed is vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van
ondoelmatige besteding van middelen en oneigenlijke doorverwijzingen
naar sociaal psychiatrische verpleegkundigen (SPV-en) en de
tweedelijns geestelijke gezondheidszorg. De LVE zal daarom trachten
een nadere (cijfermatige) onderbouwing te maken. Daarnaast zal de LVE
dit onderwerp nadrukkelijk onder de aandacht brengen van de Stuurgroep
Tussen de Lijnen, het reguliere overleg van de eerste- en tweedelijns
partners in de geestelijke gezondheidszorg. Op basis van de gevraagde
onderbouwing en de uitkomsten van het overleg, zal ik bezien of de
door de LVE gesignaleerde ontwikkelingen een probleem vormen voor mijn
beleid van het versterken van de eerstelijns geestelijke
gezondheidszorg en of nadere maatregelen aangewezen zijn.
Deze afspraken zijn schriftelijk aan de LVE bevestigd.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport