GS willen doorgaan met Hollands Bloementuin
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zien reële mogelijkheden om
Hollands Bloementuin ( hét voorbeeldproject voor milieuvriendelijke
bollenteelt in de Kop van Noord-Holland ) uit de financiële impasse te
halen.
Ook al is de provincie Noord-Holland niet de trekker van het project
(dat is de Coöperatie Westpolder) toch acht het college voortgang van
het project van groot belang. Door het project af te maken kan worden
aangetoond of de waterkwaliteit in een projectmatige vesting met
bollenteelt duidelijk beter wordt door aanleg van waterbuffers en
rietveldenzuivering(helofytenfilters).
Het voorbeeldproject dient verder als input voor : het provinciale
Programma Verduurzaming Bloembollenteelt Binnenduinrand, de
herstructurering van de bollenteelt in bestaande teeltgebieden en voor
nieuwe projectvestigingen voor bollenteelt in de Wieringermeer.
Het college stelt daarom voor een bedrag van 2.630.000,- voor de
voortgang van dit pilotproject uit te trekken te weten :
1.256.816,- als dekking voor het tekort dat door het wegvallen van een
rijkssubsidieregeling ontstond (in totaal 2,2 miljoen). Omdat de
andere partners op dat moment hun bijdrage in het tekort nog niet
konden vaststellen bleef het gereserveerde geld van GS op de plank
liggen.
500.000,- als bijdrage in de overige tekorten én voor het aantrekken
van een onafhankelijke voorzitter en financiele controller voor de
nieuw op te richten stuurgroep Hollands Bloementuin.
Voor 874.000,- wil het college garant staan mochten de rijksgelden via
POP (plattelandsontwikkeling) en SGB (strategische groengebieden) niet
binnenkomen voor het einde van de looptijd van het project ( juli
2009)
Bij het besluit dat Gedeputeerde Staten dinsdag 10 februari namen,
lagen twee stukken ter kennisname. Het onderzoeksrapport van IPA-ACON
dat aangeeft hoe lering kan worden getrokken uit de knelpunten in het
project en een dekkende begroting (dus voortgang van het project)
gerealiseerd kan worden. En de ambtelijke nota Hollands
Bloementuin-Stand van zaken. In beide stukken staat hoe door een
duidelijker taakverdeling tussen de vele betrokkenen, een versobering
van het oorspronkelijke plan én door extra bijdragen van provincie en
het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier het project kan worden
afgemaakt.
Het besluit van Gedeputeerde Staten wordt met bovengenoemde rapporten
aan het presidium van P.S aangeboden en het onderwerp wordt volgens
afspraak op 18 respectievelijk 26 februari in de Rekeningencommissie
en in de commissie Economie, Landbouw en Europa behandeld. Provinciale
Staten zullen uiteindelijk beslissen over de financieringsvoorstellen
van GS.
Marjan Hoenson-Morselt 10 februari 2004
Provincie Noord-Holland