inzake de recente politieke ontwikkelingen in Indonesië
Beantwoording verzoek inzake de recente politieke ontwikkelingen in
Indonesië
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Azië en Oceanië
Afdeling Zuidoost Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
10 februari 2004
Behandeld
Frank Keurhorst
Kenmerk
DAO-106/04
Telefoon
070 348 5655
Blad
1/8
Fax
070 348 5323
Bijlage(n)
frank.keurhorst@minbuza.nl
Betreft
Uw verzoek inzake de recente politieke ontwikkelingen in Indonesië
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, de reactie aan op uw verzoek van 5 februari
2004 met kenmerk 04-BuZa-05 inzake recente ontwikkelingen in Indonesië
ter actualisering van de voor het AO van 11 februari 2004 geagendeerde
brieven.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Huidige politieke ontwikkelingen in Indonesië
Ter actualisering van de voor het Algemeen Overleg Indonesië op 11
februari 2004 geagendeerde brieven informeer ik u nader over de
situatie in Atjeh en Papoea en de rol van het Indonesische leger
daarbij, over de voortgang van Good Governance, over de
voorbereidingen van de verkiezingen en over het standpunt van de
Nederlandse regering.
Situatie in Atjeh en de rol van het Indonesische leger
Voortgang van de militaire operatie
De Coördinerend Minister voor Politieke en Veiligheidszaken heeft de
afgelopen week verklaard dat na ruim acht maanden militaire operatie
in Atjeh de situatie in de provincie kalm is. Het aantal dorpen onder
GAM-controle zou volgens de Indonesische autoriteiten zijn
teruggelopen van 1093 tot 169. De militaire operatie richt zich nu op
kleinschalige acties in de bergen, waarbij elite-eenheden zoals de
Raiders worden ingezet om de GAM-troepen te bestrijden. Er zouden
inmiddels meer dan 2000 vermeende GAM-aanhangers gevangen zijn gezet,
waarvan ongeveer de helft ondertussen is berecht. In de hoofdstad
Banda Aceh heeft het leven grotendeels zijn normale gang weer genomen
en is het leger nauwelijks meer aanwezig.
Betrokkenheid Indonesische marine
De Indonesische marine is betrokken bij de militaire operatie in Atjeh
in het kader van een geïntegreerde operatie waar alle
krijgsmachtonderdelen en de politie aan meewerken. De marine is
betrokken bij troepenvervoer en het uitvoeren van patrouilles voor de
kust. Het korps mariniers, dat formeel onderdeel uitmaakt van de
marine maar in de praktijk opereert onder het bevel van de landmacht,
neemt deel aan de militaire operaties tegen de GAM. Voor zover bekend
heeft de Indonesische marine, afgezien van de betrokkenheid van
mariniers, slechts éénmaal deelgenomen aan de gevechtshandelingen rond
Atjeh. Dit geval betreft ondersteuning van een landing op het eiland
Penasi op 21 en 22 mei 2003, in reactie op beschietingen door de GAM.
Alle bronnen bevestigen voorts dat van alle krijgsmachtonderdelen de
marine het minst omstreden is en het meest hervormingsgezind. Geen van
de Lidstaten van de Europese Unie is op dit moment voorstander van een
wapenembargo tegen Indonesië.
Onderzoek gestart naar mensenrechtenschendingen
De Nationale Mensenrechtencommissie, KomnasHam, onderzoekt thans
uitgebreid de mensenrechtenschendingen in Atjeh en heeft reeds
verschillende missies achter de rug. De mensenrechtenorganisatie heeft
diverse posten in het veld waar schendingen gemeld kunnen worden. Dit
zou uiteindelijk kunnen leiden tot juridische processen. De
Nederlandse regering blijft hierover nauw contact houden met KomnasHam
en andere mensenrechtenorganisaties.
Toegang tot Atjeh van VN en Indonesische NGOs voor mensenrechten
Medio januari 2004 hebben medewerkers van UNICEF, OCHA, WHO en WFP
toestemming gekregen om naar Atjeh af te reizen. Eerder kreeg het ICRC
al toestemming. Indonesische mensenrechtenorganisaties hadden al
toestemming maar konden daar in de praktijk nauwelijks gebruik van
maken. Onder leiding van het lokale, Nederlandse EU-Voorzitterschap in
Indonesië zal door de EU de situatie in Atjeh continue worden gevolgd
en zullen de EU-Lidstaten, in nauw overleg met de VS, Japan en
Australië, trachten Atjeh regelmatig te bezoeken.
Veroordelingen vermeende GAM-aanhangers
Grote aantallen Atjeese gevangenen die veroordeeld zijn wegens
betrokkenheid bij GAM-activiteiten, waaronder de GAM-onderhandelaars,
zijn overgebracht naar gevangenissen in Java. Capaciteitsproblemen in
de gevangenissen in Atjeh zou hiervoor de reden zijn. De Nederlandse
regering is bezorgd over de gebrekkige rechtsgang in Atjeh, waarbij
verdachten zonder een eerlijk proces worden veroordeeld tot relatief
zware straffen, waaronder de GAM-onderhandelaars van het
staakt-het-vuren-akkoord eind 2002. Onder leiding van het lokale,
Nederlandse EU-Voorzitterschap in Indonesië zal de EU dit op korte
termijn bij de Indonesische autoriteiten aan de orde stellen.
Standpunt Nederlandse regering inzake Atjeh
De Nederlandse regering heeft steeds benadrukt dat een politieke
exit-strategie, in de vorm van spoedige onderhandelingen over een
staakt-het-vuren en de vestiging van
een effectief en transparant burgerbestuur dat verantwoording aflegt,
de enige uitweg uit het conflict zal zijn. Het feit dat de GAM zelf
compromisloos is en de bevolking van Atjeh terroriseert en chanteert,
maakt een mogelijke oplossing van het conflict zeer gecompliceerd. De
Nederlandse regering ziet evenwel voor de langere termijn een
oplossing gelegen in toepassing van de Speciale Autonomiewet voor
Atjeh. Voor de korte termijn zou de Indonesische regering ruimere
toegang moeten verlenen tot Atjeh.
Meer algemeen is de Nederlandse regering overtuigd van de noodzaak tot
intensivering van de politieke dialoog over veiligheidshervormingen
met de Indonesische regering en met de verantwoordelijken voor de
strijdkrachten en de politie in het bijzonder. Daarbij kunnen bepaalde
vormen van samenwerking met de Indonesische marine en politie
instrumenteel zijn. De marine is het meest hervormingsgezinde
onderdeel van de Indonesische strijdkrachten en vervult ook een
sleutelrol bij de bestrijding van piraterij, wapensmokkel,
drugshandel, illegale houtkap, illegale zandwinning en illegale
visserij. Ook in de strijd tegen terrorisme vervult de marine een
belangrijke taak. De politie heeft veel te winnen bij
veiligheidshervormingen en heeft aangegeven de samenwerking met
Nederland te willen uitbreiden. De Coördinerend Minister voor
Politieke en Veiligheidszaken heeft, en marge van de Consultative
Group on Indonesia in december 2003, in een presentatie een
veelbelovende aanzet tot veiligheidshervormingen geboden.
Situatie op Papoea en de rol van het Indonesische leger
Situatie op Papoea
De Coördinerend Minister voor Politieke en Veiligheidszaken en de
Minister voor Binnenlandse Zaken hebben beiden de afgelopen week
aangegeven dat de regering geen plannen heeft om voor Papoea de
civiele noodtoestand in te roepen, ondanks geluiden hiertoe in het
parlement. Er is een grotere aanwezigheid van de Indonesische
strijdkrachten op Papoea waargenomen en er zijn arrestaties geweest
van Papoeas die van separatistische ideeën en activiteiten worden
beschuldigd. Papoea is op dit moment weer toegankelijk voor
buitenlandse organisaties en personen.
De Speciale Autonomiewet
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft eind vorig jaar
voorstellen ingediend die het presidentiële decreet inzake de opdeling
van Papoea, de wet op de Speciale Autonomie en de eerdere wet 45/1999
inzake de opdeling van Papoea, met elkaar in overeenstemming moeten
brengen. De Indonesische regering bevestigt in de voorstellen dat er
twee provincies zijn: Irian Barat en Papoea. Voor beide geldt de
Speciale Autonomiewet en beide zullen over een Papoea Volksraad (MRP)
beschikken. Er heerst nog onzekerheid over de bevoegdheden van de MRPs
en de verdere invulling van de speciale autonomie.
Mensenrechtensituatie
De nationale mensenrechtencommissie, KomnasHam, heeft eind vorig jaar
aangekondigd een diepgaand onderzoek te zullen doen naar de
mensenrechtenschendingen in Papoea, nadat uit vooronderzoek sterke
vermoedens bleken van mensenrechtenschendingen begaan door de
strijdkrachten in Wameena (2003) en Wasior (2001). De
onderzoekscommissie zal mede bestaan uit mensenrechtenactivisten uit
Papoea. Twee hoge politieofficieren, die verdacht worden van
betrokkenheid bij de Abepura-zaak, waarbij volgens KomnasHam grove
mensenrechtenschendingen zijn gepleegd, zullen binnenkort worden
gedagvaard door het Indonesische Openbaar Ministerie.
Standpunt Nederlandse regering inzake Papoea
Onder leiding van het lokale, Nederlandse EU-Voorzitterschap in
Indonesië zal de EU bij de Indonesische autoriteiten blijven
aandringen dat de enige duurzame oplossing voor veel van de problemen
in Papoea een vreedzame oplossing is in de vorm van het effectief
implementeren van de speciale autonomiestatus binnen de territoriale
eenheidsstaat.
Voortgang Good Governance
Corruptiebestrijding
De Anti-Corruptiecommissie is medio december 2003 geïnstalleerd en
beschikt, in tegenstelling tot eerdere pogingen hiertoe, over een
goede wettelijke dekking en over uitgebreide onderzoeks- en
vervolgingsbevoegdheden. De Indonesische Hoge Raad heeft vervolgens
eind januari 2004 de blue prints gepresenteerd voor een nieuw op te
zetten anti-corruptierechtbank. De rechtbank is voorzien in de wet van
november 2002 inzake de Anti-Corruptiecommissie. De oprichting van de
Anti-Corruptiecommissie en Rechtbank wordt gedeeltelijk met
Nederlandse OS-middelen gefinancierd en zou in medio 2004
daadwerkelijk van start kunnen gaan.
Eind december 2003 is een grote publieke actie tegen corrupte politici
gestart. Het is een initiatief van onder meer Indonesia Corruption
Watch, een NGO mede door Nederland gefinancierd, via het Partnership
voor Governance Reform in Indonesia. Bedoeling is dat de beweging
corruptie onder politici bij het publiek bekendheid geeft.
Juridische hervormingen
Het gebrek aan voortgang in de juridische hervormingen in Indonesië is
mede het gevolg van tegenstrijdige en moeilijk toepasbare wetgeving,
alsook van de gebrekkige institutionele capaciteit in de juridische
sector. Dit valt te herleiden naar de verwaarlozing van deze sector
onder de Nieuwe Orde. Eind vorig jaar werd een tweetal wetten
aangenomen die in de toekomst de onafhankelijkheid van de Indonesische
rechtspraak moet bevorderen. In 2004 zal de Hoge Raad de gehele
verantwoordelijkheid krijgen over de Indonesische rechtspraak.
Nederland zal technische assistentie verlenen bij de voorbereiding
hiervan.
Nederlandse ondersteuning
De Nederlandse regering beziet momenteel de mogelijkheden om verdere
samenwerking met de gerespecteerde en gematigde moslimbewegingen in
Indonesië op te zetten aangezien, naar het zich laat aanzien, vanuit
deze bewegingen het debat over corruptie en het bestrijden van
religieus extremisme zal worden geleid. Hierbij zal worden bekeken op
welke wijze een en ander complementair kan zijn aan de initiatieven
die het door Nederland gefinancierde Partnership for Governance Reform
reeds met deze organisaties aan het ontwikkelen is. Op dit moment is
het Partnership doende een samenwerking op het gebied van
anti-corruptie met de moslimbewegingen nader vorm te geven.
Tijdens de Conferentie voor Counter-Terrorisme (CT) op Bali op 4 en 5
februari 2004 kwam o.a. naar voren dat het door Nederland ondersteunde
Partnership for Governance Reform via de insteek van Good Governance,
Legal Reform en Police and Security Sector Reform, verder zou kunnen
bijdragen aan het CT-beleid. Hoewel het Partnership zich met name
toelegt op het bredere kader en zelf niet over technische CT-expertise
beschikt, kunnen de hervormingsinspanningen van het Partnership
natuurlijk wel aan CT-bijdragen. Nederlandse hulp zou voorts welkom
zijn op het terrein van juridische ondersteuning en technische
CT-assistentie. In aanvulling op de inspanningen van Nederland via
OS-middelen, gericht op ondersteuning van hervormingen in deze
sectoren, is er wellicht ruimte voor samenwerking tussen Indonesische
en Nederlandse counterparts op het CT-dossier. Zo wordt momenteel op
basis van een Indonesisch verzoek samenwerking tussen de Indonesische
en Nederlandse politie voorbereid.
Voorbereidingen verkiezingen
De Indonesische kiescommissie KPU vordert met de voorbereiding van de
verkiezingen. Ondanks enkele knelpunten die breed in de pers worden
uitgemeten, ligt de voorbereiding grotendeels op schema. De
Indonesische regering heeft een plan voor onvoorziene gebeurtenissen
opgesteld, mochten de verkiezingen moeten worden uitgesteld wegens
technische problemen of geweld. KPU heeft aangegeven dat de logistieke
voorbereiding op tijd zal worden afgerond. Het verificatieproces van
alle parlementskandidaten is inmiddels ook afgerond en aan de 24
deelnemende partijen bekend gemaakt.
Inschrijving voor verkiezingswaarneming is in volle gang; lokale en
buitenlandse organisaties als Transparency International hebben hun
interesse hiervoor aangegeven. De Europese Commissie is in gesprek met
de Indonesische autoriteiten over de modaliteiten van een grote
waarnemingsmissie naar Indonesië. Oordeel van de Nederlandse regering
is dat de internationale verkiezingswaarnemers ook toegang moeten
hebben tot Atjeh en Papoea en dat de waarnemers het stemproces ook in
andere delen van het land onafhankelijk en objectief moet kunnen
waarnemen.
Houding van het leger
De stafchef van de landmacht verklaarde dat de strijdkrachten in 2004
zullen laten zien dat zij de politieke arena definitief gaan verlaten,
zich neutraal zullen opstellen in de verkiezingen en geen steun zullen
uitspreken voor een bepaalde politieke partij of presidentiële
kandidaat. Echter, de strijdkrachten zullen hun invloed achter de
schermen behouden, zoals eerder aangegeven in de brief aan de Kamer
(BUZA-03-237 van 30 juni 2003). De regering blijft daarom van mening
dat hervorming van de strijdkrachten, versterking van civiele controle
en professionalisering van de politie, absolute prioriteit voor de
komende jaren is.
Verkiezingsvoorbereidingen in Atjeh
De Indonesische regering heeft verklaard dat de militairen in Atjeh
niet voor de verkiezingen zullen worden teruggeroepen. Met de
verbeterde veiligheidssituatie in de provincie zou de kans op een
rustige stembusgang volgens de Indonesische regering groter zijn
geworden. De Coördinerend Minister voor Politieke en Veiligheidszaken
heeft eind december 2003 de provincie Atjeh bezocht met een groep
Indonesische NGOs, waaronder vertegenwoordigers van de voornaamste
Indonesische mensenrechtenorganisaties, en erkend dat de regering nog
niet precies kon aangeven hoe de stembusgang exact gegarandeerd zou
kunnen worden. Onder leiding van het lokale, Nederlandse
EU-Voorzitterschap in Indonesië zal de EU dit nauwlettend blijven
volgen.
Verkiezingsvoorbereidingen in Papoea
De Nationale Kiescommissie heeft besloten geen apart provinciaal
kantoor te openen in Manokwari, de hoofdstad van de nieuwe provincie
Irian Barat, om te voorkomen dat dit tot onrust leidt. De
voorbereidingen van de verkiezingen verlopen in Papoea vooralsnog niet
op schema en uit onderzoek blijkt dat de meerderheid van de Papoeas
nog onbekend is met de verkiezingen. Ook hier zal onder leiding van
het lokale, Nederlandse EU-Voorzitterschap in Indonesië de EU dit
nauwlettend blijven volgen.
Standpunt Nederlandse regering inzake de verkiezingen
De verwachting is dat de directe presidents- en
parlementsverkiezingen, gelet op de ontwikkelingen tot dusverre, over
het algemeen eerlijk en transparant zullen verlopen. Nederland draagt
financieel bij aan de voorbereidingen van de verkiezingen en zal ook
waarnemers sturen. Speciale aandacht zal blijven uitgaan naar de
voorbereidingen en het verloop van de verkiezingen in Atjeh, op de
Molukken en Papoea.
Conclusie
De militaire operatie in Atjeh is niet een duurzame oplossing voor het
conflict, ook al zou de veiligheid in grote delen van de provincie nu
verbeterd zijn. Essentieel is dat er spoedig onderhandelingen worden
gestart over een staakt-het-vuren en een effectief en transparant
burgerbestuur wordt gevestigd. De bevindingen van de nationale
mensenrechtencommissie zouden, indien daartoe aanleiding is, moeten
worden gevolgd door juridische processen.Voor Papoea en voor Atjeh
geldt dat de effectieve implementatie van de speciale autonomiestatus
in deze provincies binnen de Indonesische eenheidsstaat het meest
duurzaam is. Voortgang op het gebied van goed bestuur, met name de
bestrijding van corruptie, de garantie van een onafhankelijke
rechtspraak en veiligheidshervormingen, wordt ondanks enige
vooruitgang nog te weinig als prioriteit van de huidige regering
gezien.
Ministerie van Buitenlandse Zaken