Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

de Vaste commissie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van de Tweede Kamer
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Datum: 10 februari 2004
Kenmerk: CB04-0181
Betreft: AO 12 februari 2004: IRO
Inlichtingen bij: Janny Lagendijk
Geacht Kamerlid,
Op donderdag 12 februari spreekt u in het AO met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onder andere:
(7) de Individuele Reïntegratieovereenkomst (IRO) (26 448, nr 15). De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad) is teleurgesteld over de voorstellen van de IRO:
hoofdaannemer
Het is voor mensen onnodig ingewikkeld dat zij moeten onderhandelen met één hoofdaannemer over de door hen gewenste inhoud van een traject. Het is tevens onnodig duur doordat bedrijven een opslag zullen rekenen over de producten van hun onderaannemers.
Op geen enkele manier is dit in overeenstemming met de experimenten met het PRB. Daar werd juist het positieve benoemd van het zelf kunnen inkopen bij diverse partijen. Ook bleek daar dat het zelf kunnen beheren van het budget grote voordelen had (snelheid).
De CG-Raad vraagt u vast te houden aan:

- de mogelijkheid om zelf bij diverse partijen in te kunnen kopen.
- de keuze te hebben om het budget zelf te mogen beheren of dit door het UWV te laten doen.
resultaatfinanciering
Er is minimaal 50% resultaat financiering aangekondigd. Ook voor de moeilijke doelgroepen. In het AO van 17 december heeft u gevraagd om een mindere mate van resultaatfinanciering voor sommige groepen. Dit omdat bij de reguliere aanbestedingen het om grote groepen gaat, waarbij bedrijven risico's kunnen spreiden. Terwijl het bij de IRO om individuele gevallen gaat.

CB04-0181

-2-

De minister antwoordt de Kamer in zijn brief van 18 december dat hij dit niet wil, omdat de IRO voor reïntegratiebedrijven enkele zekerheden kent die voor reguliere trajecten niet gelden (gemotiveerde cliënten; bekende cliënt). De CG-Raad vindt deze voordelen echter in geen verhouding staan tot het voordeel van de grote getallen. Bij reguliere trajecten int men voor alle klanten reeds 50% bij de start (en vervolgens voor 35% van de klanten (slagingspercentage) de andere 50% bij geslaagde reïntegratie). Met deze bedragen dekt men risico's af. De CG-Raad vraag u:

- af te stappen van de no-cure­less-pay-systematiek (en hoofdaannemerschap) bij de IRO.

- minimaal vast te houden aan de mogelijkheid tot meer differentiatie van het no-cure-less-pay-percentage.
oriëntatiefase ontbreekt
Halverwege het experiment met het PRB kwam naar voren dat een oriëntatiefase gewenst is die apart gefinancierd wordt. Daarom is destijds het experiment uitgebouwd met de mogelijkheid (niet verplicht) van een oriëntatiefase. Mensen gebruiken die b.v. voor beroepskeuzetests en ondersteuning bij het opstellen van een reïntegratieplan.
In een experiment voor de Wajongdoelgroep, dat de CG-Raad samen met het UWV heeft uitgevoerd, kwam ook naar voren hoe waardevol een oriëntatiefase is voordat men in een (eventueel) reïntegratietraject gaat.
De CG-Raad vraagt u de mogelijkheid van een oriëntatiefase open te houden. verkeerd geciteerd
Het stoort de CG-Raad dat hij in de brieven van de minister verkeerd geciteerd wordt, of woorden in de mond gelegd krijgt die niet zijn uitgesproken:
- De CG-Raad heeft nergens gevraagd om de cliënt niet te belasten met administratie en contractafspraken. (De CG-Raad wil keuze voor zelf administreren of door UWV laten administreren.)

- De CG-Raad heeft niet gepleit voor een combinatie van resultaatfinanciering met PRB. De CG-Raad heeft gepleit voor het combineren van enerzijds een systeem van resultaatfinanciering (bij de regulier trajecten) en anderzijds het PRB. overleg
Er is in LCR-verband in de zomer contact geweest tussen de minister en de cliëntorganisaties over het PRB. Sindsdien niet meer. De CG-Raad vraagt u de minister/staatssecretaris te vragen om in overleg te treden met de cliëntorganisaties (LCR).
Verder verwijzen wij naar de recente brief van de LCR over de IRO. Met vriendelijke groet,
J. Troost (voorzitter)