Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie

Persbericht

Woerden/Utrecht/Den Haag, 12 februari 2004

NIGZ, VNG en GGD Nederland dringen aan op sterker lokaal gezondheidsbeleid

Maandag 16 februari a.s. debatteert de Tweede Kamer over de VWS-Preventienota. De organisaties NIGZ, VNG en GGD Nederland wijzen de Kamerleden er vandaag in een snelschrift op dat de Preventienota te weinig houvast biedt voor structureel lokaal gezondheidsbeleid. Met name de vertaling van de drie nationale speerpunten naar concrete lokale aanpakken wordt gemist, alsmede de financiering van een goed uitvoeringsplan voor duurzaam lokaal gezondheidsbeleid. Onderstaand de integrale tekst van het snelschrift.

SNELSCHRIFT OVER DE PREVENTIENOTA

Bruggen tussen lokaal en landelijk beleid.

Het volgende willen u nog graag meegeven voor het Nota-overleg van maandag 16 februari a.s.

De problemen kennen we en staan in de nota:

* Groei van het aantal chronisch zieken, toename aan overgewicht, toename ongezond gedrag van jeugd, toename psychisch - sociale problematiek, toename ziektelast (door suikerziekte, bewegingsarmoede en roken) voornamelijk bij mensen uit lage sociaal-economische milieus.
* De kosten van niet ingrijpen met preventieve maatregelen zijn gigantisch hoog en leiden tot een vermindering van de kwaliteit van het leven. Wij pleiten voor duurzame oplossingen. Daarin passen de volgende zaken minder:
* De projectenkermis. Preventie verdient een structurele plaats in het gezondheidszorgsysteem.
* Teveel beleidsdrukte op landelijk niveau. Dus niet voor elke ziekte een apart landelijk platform of kenniscentrum inrichten.
* Alleen investeren in landelijke campagnes zonder koppeling aan actie op lokaal niveau.
* Nog meer monitoring van de gezondheidssituatie zonder te kijken naar structuren en zonder financiering van concrete acties die werkelijk bij de doelgroep terecht komen.
* Het simplisme om de toename van te voorkomen ziektes eenzijdig toe te schrijven aan individueel gedrag. De volgende initiatieven werken wel:

* Gemeenten hebben lokaal gezondheidsbeleid vastgesteld en willen hiermee aan de slag. Zij bezitten in de GGD een goed instrument, gebruiken de kracht van een doelgroepenbeleid, kennen de settings en kunnen integraal werken.
* Het NIGZ is het expertisecentrum met wetenschappelijk onderbouwde kennis op het gebied van geslaagde interventies in de gezondheidsbevordering en ziektepreventie. We werken aan een vraaggestuurd aanbod van gezondheidsbevorderende interventies. NIGZ wil zich laten aansturen door gemeenten en minstens 50% van de basissubsidie van het instituut hiervoor inzetten.
* Gemeenten zijn de uiteindelijke gebruikers van deze kennis. Onder gemeentelijke regie worden deze interventies ingebouwd in het lokale netwerk van instellingen die zij (deels) financieren (GGD, thuiszorginstellingen, welzijnsinstellingen, etc.). Monitoring van ingezette capaciteit en concrete resultaten hoort bij de afspraken. Conclusie:

* Laat VNG, GGD Nederland en NIGZ een werkprogramma formuleren dat een brug vormt tussen de landelijke beleidsvoornemens en de landelijke expertise met de uitvoering van gemeentelijk gezondheidsbeleid. Dit in lijn met het pleidooi "Extra investeren in een gezonde jeugd".
* Financier deze samenwerking met een gericht startbudget van ^ 5 miljoen. We kennen de problematiek en de beleidsvoornemens. Nu moeten we knopen doorhakken en aanpakken!

NIGZ, VNG, GGD Nederland, 12 februari 2004.

Noot voor de pers,