Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Lambrechts over de mogelijke wachtlijst voor
zorg door pleegouders (2030407150)
1
Hoeveel kinderen staan op de wachtlijst voor zorg door pleegouders? (RTL-nieuws, 24
januari jl.)
Uit meest recente cijfers van de vierde rapportage van de kernindicatoren Wachtlijsten in de
pleegzorg blijkt dat ongeveer 900 kinderen op de wachtlijst staan voor pleegzorg.
2
Is het waar dat er wel voldoende pleegouders beschikbaar zijn? Zo ja, hoeveel?
De laatste jaren is de pleegzorg erg verbeterd. Er zijn meer verschillende vormen van
pleegzorg mogelijk, zoals kortdurende intensieve pleegzorg en weekend- of
vakantiepleegzorg. Het aantal jeugdigen dat in een pleeggezin wordt geplaatst is in de
afgelopen tien jaar verdubbeld. Hierdoor is een grotere vraag naar pleegouders ontstaan.
In september 2002 is een tweejarige campagne gestart voor de werving van pleegouders.
Alhoewel we daar nog geen betrouwbare cijfers over kunnen geven, weten we van het
Bureau Landelijke Voorlichting Pleegzorg, die de campagne trekt, dat dit ook heeft geleid tot
een forse toename in het aantal aanmeldingen van pleegouders bij de verschillende
voorzienigen van pleegzorg. Uit een telefonische inventarisatie van de Maatschappelijke
Ondernemers-groep komt naar voren dat voor ongeveer 525 kinderen die op de wachtlijst
staan, wel een geschikt pleeggezin gevonden zou kunnen worden.
3
Wat is de reden dat er een wachtlijst is voor zorg door pleegouders, terwijl er voldoende
pleegouders beschikbaar zijn?
De voorzieningen voor pleegzorg worden door de provincie gefinancierd, zij kunnen daarmee
een bepaald aantal plaatsingen realiseren, dit zijn de beschikbare capaciteitsplaatsen.
Wachtlijsten ontstaan door de combinatie van (nog) niet bij de vraag naar pleegzorg
aansluitende financiering door de provincies en het niet matchen van beschikbare
pleegouders met de moeilijk plaatsbare kinderen.
4
Wat kost de pleegouderlijke zorg? Hoe verhouden die kosten zich tot opname in een
instelling voor jeugdzorg? Wie financiert de pleegouderlijke zorg, en op basis waarvan? Gaat
het om een open-eind financiering? Zo neen, waarom niet? Hoe verhoudt zich dat tot de
financiering van de rest van de zorg?
De kosten van een pleegezinplaatsing hangen af van de mate waarin begeleiding nodig is.
Deze variëren van circa 9000,- voor de basisvariant tot 18.000,- voor de intensieve
variant. De kosten voor opname van een jeugdige in een instelling voor jeugdzorg lopen,
afhankelijk van het soort instelling en de hulpvraag van de jeugdige, uiteen van ruim
12.000,- tot ruim 45.000,-.
De provincies krijgen via de doeluitkering geld van de rijksoverheid voor de jeugdzorg. Zij
kopen daarmee zorg in bij de zorgaanbieders. Het gaat niet om een open einde financiering.
De wet op de jeugdhulpverlening kent geen aanspraak op jeugdzorg, maar regelt dat de
provincie een aanbod aan voorzieningen in stand moet houden dat zo veel mogelijk aansluit
bij de behoefte aan jeugdzorg. Ook de rest van de jeugdzorg wordt op dezelfde manier, via
de doeluitkering aan de provincies, gefinancierd.
2
5
Wat gebeurt er met de kinderen in de tijd dat ze op de wachtlijst staan? Waar bevinden zij
zich?
Wanneer het bureau jeugdzorg de indicatie heeft gesteld voor pleegzorg, worden de
kinderen aangemeld bij een voorziening voor pleegzorg. Zolang deze voorziening dit kind niet
kan plaatsen komt het kind op een wachtlijst te staan. Ondertussen kan het zijn dat ze nog
bij de ouders verblijven, in een instelling of ziekenhuis verblijven of bijvoorbeeld tijdelijk bij
familie worden opgevangen.
6
Komt het voor dat kinderen die zwaar mishandeld en verwaarloosd worden toch gewoon bij
de daarvoor verantwoordelijke ouder(s) blijven?
Wanneer bureau jeugdzorg heeft geconstateerd dat er sprake is van (zware) mishandeling of
(ernstige) verwaarlozing, heeft het bureau de verantwoordelijkheid verantwoorde zorg te
indiceren voor het kind. Wanneer het kind nog niet terecht kan in een pleeggezin, omdat
daar een wachtlijst voor is, moet bureau jeugdzorg besluiten waar het kind in de tussentijd
veilig kan verblijven. Dit kan bijvoorbeeld op een crisisplek zijn. Het feit dat er een wachtlijst
is voor pleegzorg, ontslaat het bureau jeugdzorg niet van de verplichtingeen geschikte en
veilige plek te vinden voor het kind; als de ernst van de situatie dat vereist zal altijd bij
voorrang een zo goed mogelijk passende oplossing worden geboden.
7
Op grond van welke overwegingen wordt de uiteindelijke afweging gemaakt of een kind dat
is geïndiceerd voor pleegouderlijke zorg ook daadwerkelijk pleegouderlijke zorg gaat krijgen?
Is dat in de laatste fase puur een financiële keuze?
Wanneer bureau jeugdzorg vast stelt dat pleegzorg de meest geschikte vorm van
hulpverlening voor deze jeugdige is, zal er, desnoods op wat langere termijn, pleegzorg
worden geboden. Wanneer sprake is van een wachtlijst, kan het zo zijn dat eerst nog een
andere vorm van jeugdhulpverlening wordt geboden. Dit is ter beoordeling aan het bureau
jeugdzorg, die de verantwoordelijkheid heeft de jeugdige niet uit het oog te verliezen en
steeds verantwoorde zorg te bieden, ook al is er een wachtlijst voor pleegzorg.
8
Wie is verantwoordelijk voor de effectiviteit en de financiering van de pleegzorg? Welke
overheden spelen daarbij een rol? Welke omstandigheden hebben tot deze situatie geleid?
Provincies zijn verantwoordelijk voor een doelmatig en effectief zorgaanbod. Zij kopen dat
bij de zorgaanbieders in, met het geld uit de doeluitkering die zij voor de jeugdzorg
toebedeeld krijgen van de rijksoverheid. Om de capaciteit in de jeugdzorg te verhogen, heeft
het kabinet extra geld beschikbaar gesteld. Het gaat om structurele middelen, oplopend
vanaf 11,7 mln. in 2004 tot 39,4 mln. in 2007. Met dit geld worden de doeluitkeringen
aan de provincies extra verhoogd, speciaal bedoeld om vraag en aanbod in hun regio beter
te laten aansluiten. De provincies kunnen met dit geld extra zorgaanbod inkopen, zoals
bijvoorbeeld extra capaciteitsplaatsen bij de voorzieningen voor pleegzorg. Daarnaast zijn
met provincies afspraken gemaakt over doelmatigheidsverbeteringen. Door doelmatiger te
werken, wordt extra geld bespaard, waarmee meer jeugdigen sneller kunnen worden
geholpen.
9
Is over deze kwestie eerder door de Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming
melding gemaakt? Hoe is daar door de regering op gereageerd?
3
De wachtlijsten in de pleegzorg zijn niet door de inspectie onderzocht.
10
Wat gaat u doen om deze kinderen de bescherming en zorg te bieden die zij nodig hebben
en die pleegzorg hen kan verschaffen?
Zie het antwoord op vraag 8.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport