Kamerstuk, 17-2-2004
Vorming Nederlands Vaccin Instituut
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
FEZ-U-2454190
17 februari 2004
Begin 2002 heeft de Ministerraad besloten dat de mogelijkheid om onder
overheidsverantwoordelijkheid vaccins te ontwikkelen en te produceren
gehandhaafd blijft. Daarnaast is besloten dat de vaccinproductietaken
van de loonproducent SVM (Stichting voor bevordering van
volksgezondheid en milieuhygiëne) en de vaccinontwikkelingstaken van
RIVM worden samengevoegd in een nieuwe organisatie, het Nederlands
Vaccin Instituut (NVI). Bij brief van 20 december 2002 (kenmerk POG/ZP
2343972) heb ik u daarover bericht. Daarbij heb ik u ook geïnformeerd
over de toekenning van de status van tijdelijke baten-lastendienst aan
het NVI, Deze baten-lastendienst wordt ingesteld om een meer
resultaatgerichte sturing van dit deel van de vaccintaakketen mogelijk
te maken, met andere woorden: een sturing gericht op het voortbrengen
van de gewenste producten (outputsturing). Door middel van deze brief
wil ik u informeren over de voortgang van dit traject.
Per 1 januari 2003 is de tijdelijke baten-lastendienst NVI ingesteld.
Per die datum is de sector Vaccins van het RIVM overgegaan naar deze
tijdelijke baten-lastendienst. In het afgelopen jaar is er een
organisatie- en formatierapport opgesteld voor het NVI. Dit is formeel
afgehandeld en de plaatsing van de medewerkers van de oorspronkelijke
sector Vaccins en van SVM heeft per 1 januari 2004 plaatsgevonden. In
het afgelopen jaar heeft het NVI een grote sprong voorwaarts gemaakt
om aan alle instellingsvoorwaarden voor baten-lastendiensten te
voldoen. Hierdoor is met vertrouwen het proefjaar 2004 ingegaan en
wordt - na beoordeling door de Toetsingscommissie Verzelfstandigingen
de aanvraag voor toekenning van de definitieve agentschapsstatus
binnenkort in procedure gebracht.
Bij de start van de tijdelijke baten-lastendienst gingen wij ervan uit
dat het SVM nog in 2003 zou overgaan naar het NVI. Deze overgang heeft
inmiddels plaatsgevonden via een koopovereenkomst tussen VWS en SVM.
Deze koop heeft niet meer plaats gevonden in 2003, zoals
oorspronkelijk voorzien, maar per 1 januari 2004. Dit om de financiële
verantwoording over 2003 zo zorgvuldig mogelijk te kunnen afwikkelen.
Door het moment van koop niet
ultimo 2003, maar begin 2004 te laten plaatsvinden, is er meer tijd om
de financiële afronding in goede banen te leiden.
Afschrift van deze brief zend ik aan de Algemene Rekenkamer.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben ingelicht.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport