Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk SV/F&W/2004/9656

Onderwerp Datum Vakantieregeling WW 17 februari 2004

Tijdens het algemeen overleg van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 12 februari 2004 over de herinvoering van de sollicitatieplicht voor ouderen, kwamen ook vragen over de Vakantieregeling WW aan de orde. Ik heb toegezegd u hierover uiterlijk 17 februari 2004 te informeren.

De vakantierechten van de WW-uitkeringsgerechtigde zijn geregeld in de Vakantieregeling WW (Staatscourant 2003, 242).1 De nieuwe regeling is op 1 januari 2004 in werking getreden. In artikel 2, eerste lid, staat dat iedere werkloze recht heeft op 20 vakantiedagen per jaar. In artikel
2, tweede lid, staat dat in afwijking hiervan bepaalde categorieën werklozen recht hebben op 65 vakantiedagen. Dit betreft:

- werknemers die 64 jaar of ouder zijn op de eerste dag van werkloosheid (artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW) en

- werknemers van 57,5 jaar of ouder die onder het Besluit vrijstelling verplichtingen WW vrijgesteld waren van de sollicitatieplicht en door de overgangsregeling in de nieuwe regeling deze vrijstelling behouden (artikel 3, eerste lid, van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW).

Oudere werklozen die onder het Besluit vrijstelling verplichtingen WW waren vrijgesteld van de sollicitatieplicht, hadden maximaal 65 dagen recht op vakantie met behoud van WW-uitkering. Indien zij op grond van de nieuwe regeling vanaf 1 januari 2004 sollicitatieplichtig zijn, dan hebben zij vanaf die datum geen recht meer op 65 vakantiedagen, maar op de `normale' 20 vakantiedagen. Het is mogelijk dat deze werknemers in 2003 reeds vakantieverplichtingen zijn aangegaan, waarmee de periode van 20 dagen wordt overschreden. Ik acht het niet redelijk dat deze werknemers over het aantal dagen dat die vakantieperiode de 20 dagen overschrijdt het recht op WW-uitkering zouden verliezen. Om deze reden is in artikel 5 van de Vakantieregeling WW


1 U reeds toegezonden bij brief van 4 december 2003 (28 862, nr. 27)


2

bepaald dat deze werknemers in 2004 gedurende maximaal 65 dagen vakantie kunnen genieten met behoud van het recht op uitkering, indien de vakantieverplichtingen daartoe vóór 1 januari 2004 zijn aangegaan.

In de Regeling vrijstelling verplichtingen WW worden naast de bovenstaande categorieën nog andere werkloze werknemers vrijgesteld van de sollicitatieplicht: zogenoemde vorstwerklozen, werknemers waarvoor een vergunning tot verkorting van de werktijd is verleend en werknemers die een noodzakelijke opleiding of scholing volgen (artikel 1, eerste lid, onderdeel a, en artikel 2, eerste lid, van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW). Het gaat hierbij echter om een tijdelijke vrijstelling van de sollicitatieplicht en daarbij ligt een aanpassing van de vakantieperiode van 20 dagen niet voor de hand.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)