HET NAT. PARK DE HOGE VELUWE

Kröller-Müller Museum verwerft zeldzame Picasso

Otterlo, 17 februari 2004

Het Kröller-Müller Museum heeft het beeld Petite chouette (kleine uil) van Pablo Picasso gekocht, een uniek werk uit de collectie van Marina Picasso. Het beeld van gips, aardewerk en metaal (1951-1953, 33,5 x 22,5 x 19 cm - Spies, oeuvrecatalogus van de sculptuur, nr. 476, I) is een originele assemblage. Deze aankoop van US $ 2.200.000, gedaan bij Acquavella Galleries in New York, is gefinancierd door de Sponsor Loterij (50%), de Mondriaan Stichting (40%) en de Vereniging Rembrandt, mede dankzij het Prins Bernard Cultuurfonds (10%).

Het Kröller-Müller Museum wilde al lange tijd een beeld van Picasso verwerven, om zijn betekenis als beeldhouwer en als ijkpunt voor vele beeldhouwers binnen de context van de collectie van het museum te benadrukken en om het openbaar kunstbezit te verrijken. De originele assemblages van Picasso zijn bijna allemaal in museale verzamelingen ondergebracht, het merendeel in de collectie van het Musée Picasso te Parijs. Omdat ze behoren tot het meest authentieke deel van het sculpturale oeuvre van Picasso, waaraan de kunstenaar eigenhandig heeft gewerkt en waaraan geen uitvoerders te pas zijn gekomen, zijn de werken die nog beschikbaar zijn gezocht en kostbaar.

Mevrouw Kröller-Müller verwierf de volgende werken van Picasso voor haar verzameling: een tekening Spaanse danseres en een schilderij Vrouwenportret uit 1901, een groep etsen uit de jaren 1904-1905, een gouache Staand naakt uit 1908, een schilderij Viool uit 1912 en een schilderij Gitaar uit 1919. Later verwierf het museum nog een tekening Portret van een jonge man uit 1899, een bronzen sculptuur Poupée uit 1907 (in een gieting van 1964) en een zinklitho uit 1947. De werken van Picasso vormden de vertegenwoordiging in haar collectie van de belangrijkste kunstenaar van het Kubisme, een kunststroming die ze beschouwde als het hoogtepunt van de kunst van haar eigen tijd. Zij wist topstukken te verwerven die nu nog steeds tot de harde kern van het museum behoren. Ze passen in de verzameling van het museum, met zijn brede vertegenwoordiging van de kubisten, in de dialoog met het werk van Piet Mondriaan en als opmaat tot de abstracte kunst van de 20ste eeuw. Daarnaast, in breder perspectief, spelen ze een belangrijke rol in het beperkte, maar toch redelijk representatieve overzicht van schilderijen en tekeningen van Picasso in het Nederlandse openbare kunstbezit.

Het dierenthema is typisch voor Picasso. De uil is in zijn werk prominent geworden nadat hij zich in 1946 over een gewonde uil had ontfermd. Twee van de andere sculpturen van Picasso in Nederlands bezit zijn ook verbeeldingen van uilen: de aardewerken uil in vaasvorm uit 1950 (Stedelijk Museum, Amsterdam) en de grijs beschilderde aardewerken uil uit 1953 (Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam). De drie bij elkaar laten geheel uiteenlopende facetten van de sculpturale arbeid van Picasso zien aan de hand van hetzelfde thema en dat geeft een meerwaarde mee aan dit trio.

De uil is nu in het museum te zien in een speciaal ingericht Picasso kabinet, waarin alle Picasso tekeningen en schilderijen uit de eigen collectie zijn opgesteld. Daarnaast is een keuze gemaakt uit uilen uit de collectie. Deze speciale opstelling is te zien tot en met 18 april 2004. Daarna blijft de uil natuurlijk op een mooie plaats in het museum te zien.