GroenLinks

GroenLinks Tweede-Kamerfractie 17 februari 2004 14:57
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Vos stelt vervolgvragen over uitzetting van Somaliërs

(17 februari 2004)

Kamervraag

Marijke Vos betwijfelt of de uitzetting van Somaliërs rechtmatig zijn. Zij stelt daarover kamervragen in vervolg op eerdere vragen over het mogelijke illegale gebruik van EU laissez-passers, ook wel EU-staten genoemd, bij de uitzetting van Somaliërs. Minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken beweerde dat EU-staten een deugdelijke rechtsgrondslag hebben in het Europese recht. Marijke Vos betwijfelt dit ten zeerste, nu er slechts sprake is van een Europese aanbeveling waarin lidstaten van de EU opgeroepen worden een standaardformat te ontwikkelen voor reisdocumenten.

De minister beweerde in de beantwoording van Vos' eerdere vragen dat de rechter in geen enkel geval het gebruik van EU-staten in terugkeertrajecten onrechtmatig oordeelde. Het merkwaardige feit doet zich nu voor dat de door de minister aangehaalde rechterlijke uitspraken nu juist het rechtmatigheidskarakter van de EU-staten in het midden laat. In de praktijk blijken EU-staten geen enkele status te hebben om Somalië binnen te komen. In een enkel geval leidde het gebruik van een EU-staat zelfs tot detentie van een Somaliër. Overigens stelde Marijke Vos eerder vragen over de onuitvoerbare uitzettingen naar Somalië via Kenia en Dubai.

De schriftelijke vragen van Marijke Vos aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie luiden als volgt:


1. In antwoord op mijn eerste vraag stelt u dat de EU-staat een basis vindt in de Aanbeveling betreffende de vaststelling van een standaard reisdocument voor de verwijdering van onderdanen uit derde landen. Klopt het dat deze Aanbeveling geen bindende juridische status heeft en dus geen rechtsgrondslag biedt voor een bindende maatregel? Klopt het dat deze Aanbeveling slechts ziet op de verwijdering van derdelanders met nationale laissez-passers en geen betrekking heeft op de verwijdering met behulp van EU-documenten? Zo nee, waarom niet?


2. Klopt het dat in het Groenboek over een communautair terugkeerbeleid geconstateerd wordt dat landen van herkomst de EU-staat in het geheel niet aanvaarden en er op staan dat hun eigen terugkeerdocumenten worden gehanteerd? Zo ja, is er nog steeds sprake van weigerachtigheid? Zo nee, wat is er sinds april 2002 gebeurd dat herkomstlanden inmiddels wel EU-staten accepteren als reisdocumenten?


3. Klopt het dat de Aanbeveling de Europese lidstaten oproept tot het maken van afspraken rondom EU-staten die daarna in de nationale wet- en regelgevingen moet worden geïmplementeerd? Zo ja, is dit gebeurd? Voorziet de Nederlandse wet- en regelgeving in een juridische grondslag voor de afgifte en het gebruik van EU-staten?


4. Klopt het dat de door u genoemde rechterlijke uitspraken in antwoord 3 allemaal betrekking hebben op de toepassing van vrijheidsbenemende maatregelen en op geen enkele wijze een oordeel inhouden op de vraag of het gebruik van EU-staten rechtmatig is? Zo nee, hoe moet ik de uitspraak van de Rechtbank Haarlem d.d. 1 december 2003 (kenmerk AWB 03/58879) dan lezen: '2.5 (...) Of afgifte van een EU-laissez-passer aan niet EG-onderdanen onrechtmatig is te achten, zoals de vreemdeling heeft gesteld, kan verder in het midden blijven. Daartoe is het volgende redengevend. Met het oog op vertrek uit Nederland is de vreemdeling de vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Verweerder heeft in dit verband er terecht op gewezen dat in de onderhavige procedure - ingevolge de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak blijkend uit de uitspraak van 22 november 2001 (met kenmerk 200104995) - de rechtbank slechts een oordeel dient te geven over de rechtmatigheid van de voortzetting van die maatregel en niet over de wijze waarop het vertrek van de vreemdeling zal worden geëffectueerd'?


5. Is de EU-staat een fantasiedocument?


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -