Uitspraak Hoge Raad LJN-nummer: AO3806 Zaaknr: 02827/03 H
Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum uitspraak: 17-02-2004
Datum publicatie: 17-02-2004
Soort zaak: straf -
Soort procedure: herziening
17 februari 2004
Strafkamer
nr. 02827/03 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een beslissing van de Kantonrechter
in de Rechtbank te 's-Hertogenbosch van 22 oktober 2003, nummer
311407, ingediend door:
, geboren te op 1977,
wonende te .
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De uitspraak waarvan herziening is gevraagd betreft de
ongegrondverklaring door de Kantonrechter van het door de aanvrager op
grond van art. 9, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) ingediende beroep tegen een
beslissing van de Officier van Justitie op het door de aanvrager
ingediende beroep tegen een hem opgelegde administratieve sanctie als
bedoeld in art. 2, eerste lid, WAHV ten bedrage van EUR 63,--.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan
deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
De aanvrage kan niet tot herziening leiden, omdat de onderhavige
beslissing van de Kantonrechter niet is een einduitspraak houdende
veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv, terwijl de WAHV
de mogelijkheid van herziening niet kent. De aanvrage kan derhalve
niet worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als
voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en B.C. de Savornin Lohman,
in bijzijn van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op
17 februari 2004.
Hoge Raad der Nederlanden