Nieuws
18 feb 2004 - Prioriteit aan economische
ontwikkeling bij ontwikkelingssamenwerking
,,Duurzame economische groei is de cruciale voorwaarde voor effectieve
armoedebestrijding. Economische ontwikkeling verdient derhalve prioriteit
om te komen tot resultaat. Het ontwikkelingssamenwerkingbeleid (OS) dient
snel te evolueren van de nadruk op hulp naar handel", dat moet het
uitgangspunt voor een effectieve ontwikkelingssamenwerking, zo stelt
VVD-Tweede Kamerlid Zsolt Szabo in zijn notitie over
ontwikkelingssamenwerking.
Zijn notitie gaat beknopt in op de accenten voor de komende jaren op dit
gebied. De inhoud van deze notitie ligt in het verlengde van de inbreng
van de VVD tijdens het notaoverleg en de begroting
Ontwikkelingssamenwerking zoals door de Tweede Kamer in 2003 behandeld.
De huidige aanpak met name gericht op Official Development Assistance
(ODA) geeft onvoldoende garantie voor economische groei en het tegengaan
van migratiestromen, mensen/drugshandel, grensoverschrijdende ziektes,
regionale instabiliteit en de aantasting van het milieu. Het verschuiven
van het accent naar meer handel zal tot uiting moeten komen in de
ontwikkeling van lokale ondernemingen, transfer naar de Derde Wereld van
technologie en kennis, opbouw van Human Capital, open markten en een
eerlijke concurrentie. Tevens zal aandacht moeten worden besteed aan de
infrastructuur en milieu-eisen. Voorwaarde is vanzelfsprekend een
voldoende opleidingsniveau.
Deze aanpak heeft consequenties voor de relatie met de uitvoerende
organisatie en dan met name de medefinancieringsorganisaties (MFO´s).
Deze organisaties richten zich voornamelijk op hulp. Zijn worden door de
overheid gesubsidieerd tot en met 2006. Subsidies aan MFO´s zijn niet een
vanzelfsprekendheid zoals de minister van OS heeft benadrukt in haar
interview in de Telegraaf van 24 januari 2004. Wat nodig is zijn
organisaties die met name op een effectieve wijze kunnen bijdragen aan de
ontwikkeling van economisch relevante activiteiten in de Derde Wereld
(inrichting van KvK´s, handelsregisters, economische activiteiten, etc.).
Het tegendeel geschiedt bij de huidige MFO´s. Een NOVIB bijvoorbeeld
richt zich in internationaal verband (OXFAM) steeds meer op politieke
beïnvloeding die niet aansluit bij het regeringsbeleid.
De VVD is van mening dat vanaf 2007 subsidietoekenning alleen op basis
van tendering dient te geschieden. Dit geeft de meeste kans dat OS
opdrachten gunt aan organisaties die aansluiten bij de na te streven
beleidsdoelen. Ook is de VVD van mening dat de bestaande bandbreedte van
minimaal 11% tot maximaal 14% voor het MFP-breed budget dient te worden
losgelaten, zoals ook wordt aanbevolen door de commissie Louk de la Rive
Box. Dit om concurrentie tussen MFO´s en kwaliteit van de programma´s te
bevorderen.
Dit beleid ´van hulp naar handel´ brengt met zich mee dat de 3,6% zoals
nu op de begroting gereserveerd voor handelsbevorderende activiteiten
substantieel zal moeten worden verhoogd. Bij deze verhoging dient
rekening te worden gehouden met de draagkracht van uitvoerende
organisaties en het absorptievermogen van de ontwikkelingslanden zelf.
Inefficiënties en overhead in de uitvoering dienen te worden bestreden.
Het bestaansrecht van organisaties als het NCDO (voorlichting) en het IMD
(politieke beïnvloeding) moeten worden getoetst aan gelijksoortige
activiteiten die reeds binnen het ministerie zelf worden uitgevoerd. Zo
is bijvoorbeeld de politieke beïnvloeding is nu reeds prioriteit van
minister zelf (denk aan Soedan) en is de nut en noodzaak van een IMD
discutabel.
Ontwikkelingssamenwerking dient te geschieden op basis van internationale
solidariteit. Indien eind 2006 niet alle 24 Europese Unielanden, conform
de OESO normen, op de 0,7 % BNP zitten dient de Nederlandse
ontwikkelingsbijdrage nader te worden bezien. Nederland dient hierover
als EU voorzitter voor de tweede helft van 2004 tot harde afspraken te
komen met de EU landen.
Subsidies vanuit de EU richting Nederlandse MFO´s dienen per direct
gestopt te worden. Reden: dit is het onoverzichtelijk en onnodig
rondpompen van Euro´s waarbij OS in eigen land op inhoudelijke sturing en
VBTB buitenspel wordt gezet op haar eigen verantwoordelijkheidsgebied.
Verder is het ´stuwmeer´aan ongebruikte ontwikkelingsgelden dat de EU
cultiveert de VVD een doorn in het oog.
Tevens dienen vanuit OS structureel middelen te worden gereserveerd voor
vredeshandhaving en andere militaire missies gericht op wederopbouw. Het
CIMIC programma is hier een uitstekend voorbeeld van.
Conclusie
Duurzame economische groei is de cruciale voorwaarde voor effectieve
armoedebestrijding. Economische ontwikkeling verdient derhalve prioriteit
om te komen tot resultaat. Het OS beleid dient snel te evolueren van de
nadruk op hulp naar handel dus van ontwikkeling naar resultaat!
Voorwaarde om te komen tot een succesvolle implementatie van de in deze
notitie geformuleerde beleidsdoelstellingen is een gerichte en effectieve
aanpak van de ontwikkelingsrelaties. 36 landen zijn daarom niet te
behappen. Om een substantiële bijdrage te bewerkstelligen zal het aantal
landen waar Nederland zich op concentreert terug moeten worden gebracht
naar niet meer dan 10.
Het beleid betreffende het leveren van noodhulp, aids-bestrijding, etc.
zal met name via VN organisatie moeten verlopen. De VVD is bezorgd voor
het grote verlies aan menselijk kapitaal door ziektes zoals HIV/AIDS in
Afrika en ziet de bestrijding daarvan als een belangrijk punt.
VVD