Gemeente Groningen

woensdag 18 februari:
Nieuwe welstandsnota geeft duidelijkheid vooraf Iemand met een bouwplan hoeft niet meer lijdzaam af te wachten hoe de Welstandscommissie daarover zal oordelen. Een bouwer of architect weet al vooruit waar de commissie op let. Houvast door transparantie, dat is de bedoeling van de nieuwe Welstandsnota gemeente Groningen, die het college van B&W dinsdag 17 februari heeft vrijgegeven voor inspraak.

Sinds 1 januari 2003 geldt een nieuwe Woningwet. Die wet eist dat gemeenten zelf normen voor welstandstoezicht opstellen, die moeten worden vastgelegd in een gemeentelijk stuk, de welstandsnota. Per 1 juli 2004 moet die welstandsnota van kracht zijn, want dan vervalt het oude welstandstoezicht.

In de binnenstad of een ander beschermd stadsgezicht stel je aan een bouwplan andere eisen dan op een bedrijventerrein. En de verbouwing van een achtergevel is een kleinere ingreep dan de nieuwbouw van een woontoren. Die twee uitgangspunten hebben geleid tot aantal normen, die per gebied verschillen naargelang de grootte van het bouwplan. Daarbij is steeds gezocht naar evenwicht: niet meer vastleggen dan noodzakelijk en tegelijk voldoen aan de eisen van de Woningwet.

Straks kan een bouwer of architect tevoren opvragen welke welstandsnormen gelden voor zijn project en de bouwlocatie. Zo kan in het ontwerp al rekening worden gehouden met de toetsing door de Welstandscommissie. Het is de bedoeling dat die normen ook worden opgenomen in het virtuele bouwloket via internet, dat nu in aanbouw is.

Verder vergadert de welstandscommissie openbaar, zodat de beoordeling op de voet kan worden gevolgd. In Groningen was die openbaarheid al vastgelegd bij de invoering van de nieuwe bouwverordening. De nieuwe welstandsnota bevestigt dat nog eens. En ten slotte is de wettelijke termijn voor het geven van een welstandsadvies opgenomen: 6 of 12 weken, afhankelijk van de grootte van het bouwplan.

In de komende vier weken ligt de welstandsnota ter inzage en kan er schriftelijk op worden gereageerd. Daarna leggen burgemeester en wethouders de nota plus inspraakrapportage voor aan de gemeenteraad.