Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

toespraak

Directie:
voorlichting

Publicatiedatum:
18-02-2004

Status:
informatie

Toespraak minister Van der Hoeven bij de in ontvangstneming van '10 Gouden regels voor veiligheid' tijdens de landelijke conferentie van de Besturenraad op 18 februari in Ede

N.B.: Alleen het gesproken woord geldt

Meneer Strietman, hartelijk dank voor dit Manifest. Het doet mij een groot plezier dat de Besturenraad zich met de '10 gouden regels voor veiligheid' actief inzet om de veiligheid op school te verbeteren. Dit initiatief straalt daadkracht uit. Het is een mooi voorbeeld van hoe je op een pósitieve manier problemen in het onderwijs op kunt proberen te lossen. Met elkaar.

Het zal u niet verbazen dat ik gevraagd heb het manifest vooraf in te mogen zien. Dat kon gelukkig. Toen ik de inleiding las viel me meteen één zin op: 'Op een school in de samenleving, zit de samenleving op school'. Dat trends uit de samenleving zich snel laten vertalen tot wat we terugzien in onze dagelijkse praktijk op school, weet u als geen ander. Het kan gaan om vrij basale dingen; zoals de invloed van mode, haarstijlen of muziek.

Maar het gaat ook om veel fundamentelere trends in de samenleving. Om een verandering van de manier waarop we met elkaar omgaan, om de vervaging van onze normen en waarden. Om de toename van geweld, vandalisme en 'hufterig' gedrag. Daar hebben wij het hier vandaag over, dat houdt ons allen bezig. Wij proberen met elkaar het hoofd te bieden aan de negatieve kanten van de verharding van de samenleving.

We moeten er alles aan doen om de school zo veilig mogelijk te maken. Dit manifest is een uitstekend initiatief van de Besturenraad. Maar u als bestuur, en u als directeur of leerkracht, hoeft niet alles alleen op te lossen.

We gaan opnieuw kijken naar het veiligheidsbeleid in het onderwijs; naar de rol en verantwoordelijkheden van scholen, ouders, leerlingen, jeugdvoorzieningen en de overheid. Daarvoor ontwikkel ik een uitgebreid plan van aanpak dat in mei aan de Tweede Kamer wordt gepresenteerd. Dat doe ik niet alleen. Bouwstenen voor het plan zijn rondetafelgesprekken met het veld, analyses van de inspecties voor Onderwijs en Jeugdzorg en relevante projecten op het gebied van veiligheid.

Wat is nu het meest urgente probleem? Dat is dat er op dit moment een groep leerlingen is die niet te handhaven is op school. Ik maak me daar grote zorgen over. Deze jonge mensen vertonen probleemgedrag. Laten we ze echter niet te snel als criminelen bestempelen. Door tijdig in te grijpen kunnen ze wellicht nog op het goede pad gebracht worden. Daarmee helpen we hen, de scholen en de samenleving.

Deze leerlingen vallen buiten het onderwijssysteem door verschillende oorzaken: de bestaande voorzieningen zijn onvoldoende toegerust, hebben te vaak een vrijwillig karakter, hebben onvoldoende capaciteit, een te weinig structureel karakter of werken nog onvoldoende met elkaar samen. Hierdoor vangen we signalen te laat op.

We moeten in actie komen voor de groep leerlingen die niet te handhaven is op school, maar óók niet in aanmerking komt voor tuchtcollege's zoals Glen Mills. De aanpak richt zich daarom voornamelijk op een versterking van de reeds bestaande voorzieningen met meer dwang- en drang-maatregelen.

Wat willen we bereiken?
De groep jongeren met een ernstige gedragsproblematiek moet een passende vorm van opvang worden geboden, opgebouwd uit onderwijs (dat zoveel mogelijk leidt tot een diploma of startkwalificatie) en gedragsbeïnvloeding. Dat geven we samen met de ministeries van Justitie en VWS vorm. Zodoende kunnen jongeren, die nu op straat rondzwerven omdat er geen passende onderwijsvorm is, via een tussenweg, richting het diploma worden geleid. Om dit te bereiken zijn er op drie gebieden actie nodig: in en rondom de school, in het speciaal onderwijs en in de jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen.

De meest urgente acties om het aantal risicoleerlingen te verminderen:
- We moeten leerlingen binnen de school houden als dat kan met extra inzet op leerlingbegeleiding

- Er is extra capaciteit nodig om leerlingen al of niet tijdelijk buiten het onderwijs op te vangen als ze echt niet binnen de school te handhaven zijn, dat moet gebeuren met een vorm van dwang en drang, én extra aanpak van gedragsproblematiek

- Er moet extra capaciteit voor de 'zwaardere gevallen' in het speciaal onderwijs, het ZMOK, komen.

- In alle gevallen geldt nog steeds dat we zo veel mogelijk leerlingen een VO-diploma willen laten halen, dus dat voortijdig schoolverlaten teruggedrongen moet worden. Door meer in te spelen op de leerstijl van jongeren, door een grotere praktijkcomponent.

Bij het plan van aanpak dat in mei naar de Tweede Kamer gaat, is er natuurlijk niet alleen aandacht voor risicoleerlingen met gedrags- en leerproblemen. We hebben het ook over preventie van problemen.

Het reguliere veiligheidsbeleid van OCW: wat doen we al?
1. Toerusting van scholen, ouders en leerlingen door betere informatievoorziening en een helpdesk voor veiligheid. Door een klachtenregeling en een klachtencommissie voor het melden van discriminatie. Door projecten om tolerantie en de ontwikkeling van sociale competenties te bevorderen.


2. Leerlingbegeleiding door een extra bedrag van EUR 26 miljoen structureel vanaf 2007 uit te trekken. Op deze manier bied ik scholen de mogelijkheid hun begeleidingscapaciteit voor risico-leerlingen uit te breiden.


3. Ontkokering door een samenhangend jeugdbeleid. Operatie Jong, een samenwerkingsverband van OCW, Justitie, VWS, Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken. Onderwijs is één van de pijlers in die gezamenlijke aanpak.

We werken aan een nauwere samenwerking tussen het onderwijsveld, de jeugdzorg en justitie. Laten we ook vooral de rol van ouders niet uitvlakken! Er wordt te veel van uitgegaan dat het ministerie van OCW alle problemen moet oplossen. Of het veld.

Nee: ouders hebben ook een belangrijke taak te vervullen. Zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Niet de minister van OCW kan kinderen aanspreken op hun gedrag, dat is in eerste instantie de taak van de ouders. Daarnaast hebben de politie en het OM een belangrijke taak.

De tijd van gedogen is voorbij; we moeten een lik op stuk beleid doorvoeren.

De groep jongeren die tussen de wal en het schip valt en probleemgedrag vertoont is té groot, het probleem té urgent om elkaar de bal toe te spelen. Ik neem mijn verantwoordelijkheid, maar ik zeg er wél bij dat we samen de belangrijke taak hebben om dit probleem op te lossen. Helemaal voorkomen dat er verkeerde dingen gebeuren kan nooit, maar we kunnen samen meer dan nu gebeurt.

Scholen kunnen met hun pedagogisch-didactische aanpak, het klimaat en het sociale netwerk in en rondom de school, veel bereiken. Scholen bieden hun leerlingen veel kansen. Dat is de aangename kant. Maar scholen moeten ook het vermogen hebben om hárd te zijn. Om duidelijke grenzen te stellen en die consequent te bewaken. Wie de grens overschrijdt, heeft een groot probleem.

Ik ben ervan overtuigd dat kwaliteit van het onderwijs het belangrijkste instrument is tegen misstanden op school, en dat we samen verantwoordelijk zijn voor die kwaliteit. Het staat in het manifest en ik ben het er hartgrondig mee eens: veiligheid is mensenwerk, en veiligheid is méér dan alleen de afwezigheid van geweld.
Een veilige school is een school waar mensen met plezier leren en lesgeven, waar mensen zich thuis voelen en zichzelf kunnen zijn. Een veilige school maken we samen.

Ik dank u allen voor de inzet en gedrevenheid die u ook vandaag toont, om de school veiliger te maken. De '10 Gouden regels voor veiligheid' zijn een flinke stap in de goede richting. (Overigens, in deze tijd van deregulering neem ik aan dat u de regels bedoelt als tips!)

Ik wens u veel succes met het vervolgtraject, en voor zodadelijk veel inspiratie bij de workshops.
Dank u wel.