IP/04/232
Brussel, 18 februari 2004
De Commissie presenteert een nieuw partnerschap voor cohesie in de
uitgebreide Unie
De Europese Commissie presenteerde vandaag het Derde verslag over de
economische en sociale cohesie^(1)
, waarin zij haar visie op het cohesiebeleid in de uitgebreide Unie
voor de periode 2007-2013 beschrijft. De voorstellen sluiten aan bij
de vorige week bekendgemaakte begroting van de EU, waarin een bedrag
van 336 miljard is gereserveerd voor het cohesiebeleid. Het verslag
bevat concrete aanbevelingen over de wijze waarop deze middelen
besteed zouden moeten worden om de economische kloof tussen de
lidstaten en de regio's te verkleinen en snellere groei en duurzame
ontwikkeling te verwezenlijken. Dit verslag markeert het begin van
discussies binnen en buiten de Europese instellingen over de toekomst
van dit belangrijke beleidsterrein.
Bij de presentatie van het verslag zei Michel Barnier, de
EU-commissaris verantwoordelijk voor regionaal beleid en
institutionele hervorming: "De Unie staat de komende tijd voor veel
veranderingen: de opkomst van nieuwe technologieën, snellere
economische veranderingen, immigratie van buiten de Unie naar onze
steden. Daarnaast zijn onze economische prestaties de afgelopen jaren
verslechterd. Europa moet deze situatie het hoofd bieden. We moeten
alle regio's en de hele bevolking betrekken bij het creëren van
welvaart. Dat is precies waar dit voorstel over gaat: kloven dichten
om snellere groei te verwezenlijken. Groei en cohesie zijn twee kanten
van dezelfde medaille."
Hij voegde hieraan toe: "We staan op een breekpunt in de ontwikkeling
van de Europese Unie, het moment waarop ons continent weer verenigd
wordt, maar dit zal leiden tot een grotere kloof tussen rijk en arm.
Hulp aan de armste regio's zal de belangrijkste prioriteit zijn voor
de volgende generatie Europese steunprogramma's. De meeste armste
regio's bevinden zich in de nieuwe lidstaten, maar we moeten ook steun
blijven verlenen aan de regio's in de huidige vijftien lidstaten waar
de inhaalslag nog niet voltooid is en aan andere stedelijke of
industriële gebieden die in verval zijn of te maken hebben met
permanente natuurlijke belemmeringen en waar sprake is van hardnekkige
economische en sociale problemen."
Op basis van het voorstel van de Commissie voor de begroting voor de
periode 2007-2013 en ter voorbereiding op een voorstel voor een nieuw
wetgevingskader voor de Structuurfondsen later dit jaar, wordt in het
Derde verslag over de economische en sociale cohesie de
uitgangssituatie beschreven en een nieuwe politieke blauwdruk
gepresenteerd voor het nieuwe cohesiebeleid in de uitgebreide
EU. Het verslag bestaat uit vier delen:
Cohesie, concurrentievermogen, werkgelegenheid en groei situatie en
trends: Uit deze analyse blijkt dat de afgelopen tien jaar de
verschillen in inkomen en werkgelegenheid in de hele Europese Unie
kleiner zijn geworden, met name in de tweede helft van de jaren
negentig. Er zijn echter nog grote verschillen tussen de meest
kansarmen en de rest, en er zullen langdurige inspanningen nodig
zijn om die te verkleinen.
De invloed van het beleid van de lidstaten op de cohesie: De
overheidsuitgaven in de lidstaten bedroegen gemiddeld 47% van het
BBP, wat veel hoger is dan de begroting van de EU, die iets meer
dan 1% van het BBP van de EU bedraagt. Hiervan wordt minder dan de
helft aan het cohesiebeleid besteed. De lidstaten zijn in grote
mate verantwoordelijk voor basisdienstverlening en inkomenssteun.
Hoewel het cohesiebeleid van de EU relatief kleinschalig is
vergeleken met de nationale overheidsmiddelen, speelt het een
belangrijke rol in het tegengaan van de ongelijkheid, omdat het
zich concentreert op investeringen en de minst ontwikkelde
regio's.
Invloed van het communautaire beleid: concurrentievermogen en
cohesie: De verschillende communautaire beleidsterreinen milieu,
interne markt, landbouw, mededinging en staatssteun kunnen de
doelmatigheid van het cohesiebeleid vergroten, bijvoorbeeld door
expliciet rekening te houden met economische, maatschappelijke of
regionale omstandigheden. Uit het verslag blijkt dat dit in
toenemende mate gebeurt. Voorbeelden hiervan zijn de grotere
aandacht voor plattelandsontwikkeling in het gemeenschappelijk
landbouwbeleid (GLB), voor voorzieningen van algemeen belang in
het beleid inzake netwerken, enz. In het vandaag gepresenteerde
verslag wordt ook benadrukt dat het cohesiebeleid de komende tijd
een belangrijke rol moet spelen in het nieuwe, vereenvoudigde
beleid inzake plattelandsontwikkeling," zei Franz Fischler,
EU-commissaris voor landbouw, plattelandsontwikkeling en visserij.
Invloed en toegevoegde waarde van het structuurbeleid: Europese
programma's hebben rechtstreeks bijgedragen aan de bevordering van
regionale convergentie en werkgelegenheid. In de periode 2000-2006
wordt bijvoorbeeld voor 3% bijgedragen aan de kapitaalvoorraad in
Spanje, 9% in Griekenland en Portugal, 7% in de Italiaanse regio
Mezzogiorno en 4% in de oostelijke Bundesländer. Hierdoor konden
de verschillen in belangrijke sectoren zoals vervoer aanzienlijk
verkleind worden: het snelwegennet in de armste lidstaten van de
huidige vijftien is nu iets uitgebreider dan in de rest van de
Unie.
Conclusies en voorstellen
De Commissie stelt voor het cohesiebeleid van de EU op een nieuwe
manier vorm te geven en te organiseren rond drie prioriteiten:
* Convergentie: steun voor groei en werkgelegenheid in de minst
ontwikkelde lidstaten en regio's. Deze doelstelling heeft eerst en
vooral betrekking op de regio's waarvan het BBP per hoofd van de
bevolking minder dan 75% van het gemiddelde in de Gemeenschap
bedraagt(2). Tegelijkertijd wordt voorgesteld tijdelijke steun te
verlenen aan regio's waar het BBP per hoofd van de bevolking lager
dan 75% van het gemiddelde in de Gemeenschap met vijftien
lidstaten geweest zou zijn (het zogenaamde statistische effect).
De modernisering en diversificatie van de economische structuur,
de uitbreiding en modernisering van de basisinfrastructuur,
milieubescherming, versterking van de bestuurlijke capaciteit,
verbetering van de kwaliteit van de instellingen voor de
arbeidsmarkt, onderwijs en opleiding en een toename van het
menselijk kapitaal zijn belangrijke thema's bij de financiering
van nationale en regionale programma's. Daarnaast komen lidstaten
waarvan het BNP minder dan 90% van het gemiddelde in de
Gemeenschap bedraagt(3) in aanmerking voor steun uit hoofd van het
Cohesiefonds, dat programma's op het gebied van vervoer en milieu
zal blijven financieren.
* Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid: verandering
stimuleren en hierop anticiperen. De belangrijkste doelstelling
van het cohesiebeleid naast de minst ontwikkelde lidstaten en
regio's is tweeledig. Allereerst moet het cohesiebeleid door
middel van regionale programma's regio's en regionale overheden
helpen economische veranderingen in industriële gebieden en steden
en op het platteland te bevorderen en hierop te anticiperen door
hun concurrentievermogen en aantrekkelijkheid te vergroten,
rekening houdend met de bestaande economische, maatschappelijke en
regionale ongelijkheden.
Ten tweede zou het cohesiebeleid door middel van nationale
programma's mensen moeten helpen zich voor te bereiden op en aan
te passen aan economische veranderingen, overeenkomstig de
beleidsprioriteiten van de Europese werkgelegenheidsstrategie,
door beleid te ondersteunen waarmee gestreefd wordt naar volledige
werkgelegenheid, verbetering van de arbeidskwaliteit en
-productiviteit en maatschappelijke integratie. "Hierdoor kan de
werkgelegenheidsstrategie ter plaatse toegepast worden. Dit is
noodzakelijk wil de EU weer werk gaan maken van meer
werkgelegenheid, arbeidskwaliteit en -productiviteit,
maatschappelijke integratie en gelijke kansen," zei Anna
Diamantopoulou, EU-commissaris voor werkgelegenheid en sociale
zaken.
* Europese regionale samenwerking: harmonieuze en evenwichtige
ontwikkeling in de hele EU. Op grond van de resultaten van het
Interreg-initiatief^(4) doet het verslag de aanbeveling de acties
ten behoeve van de harmonieuze en evenwichtige integratie op het
grondgebied van de EU voort te zetten door de samenwerking op
grensoverschrijdend en internationaal niveau te ondersteunen. In
beginsel heeft grensoverschrijdende samenwerking betrekking op
alle regio's aan binnen- en buitengrenzen, zowel land- als
zeegrenzen. Belangrijkste doelstelling is gezamenlijke oplossingen
te bieden voor gemeenschappelijke problemen tussen overheden in
buurregio's, zoals stads-, plattelands- en kustontwikkeling en
economische betrekkingen en netwerken tussen kleine en middelgrote
ondernemingen.
De belangrijkste uitgangspunten voor steunverlening in het kader van
het cohesiebeleid, zoals strategische planning, decentraal beheer,
systematische controle en evaluatie, zullen gehandhaafd blijven. In
het verslag worden grote veranderingen voorgesteld, onder meer een
nieuwe dialoog met de Raad om ervoor te zorgen dat het cohesiebeleid
wordt aangepast aan de op de agenda van Lissabon en Göteborg
vastgestelde prioriteiten. Ieder jaar zouden de Europese instellingen
de voortgang met betrekking tot de strategische prioriteiten en de
resultaten moeten onderzoeken op basis van een verslag van de
Commissie waarin de voortgangsverslagen van de lidstaten worden
samengevat.
Wat de financiële middelen voor de periode 2007-2013 betreft, wordt
voorgesteld een bedrag van 336,4 miljard (= 0,41% van het bruto
nationaal inkomen (BNI) van de EU) beschikbaar te stellen voor het
cohesiebeleid (0,46% voorafgaand aan overdrachten aan instrumenten op
het gebied van landbouw en visserij). Op basis van de huidige
schattingen zou ongeveer 78% van dit bedrag gebruikt worden voor de
convergentieprioriteit, 18% voor regionaal concurrentievermogen en
werkgelegenheid en ongeveer 4% voor de territoriale cohesie.
Achtergrond
Solidariteit tussen de bevolkingsgroepen van de Europese Unie,
economische en maatschappelijke vooruitgang en meer cohesie maken deel
uit van de algemene doelstellingen van de Gemeenschap zoals vastgelegd
in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen: "de
verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de onderscheiden
regio's en de achterstand van de minst begunstigde regio's te
verkleinen". De instrumenten in verband met deze solidariteit, de
Structuurfondsen en het Cohesiefonds, beslaan ongeveer een derde van
de EU-begroting (ongeveer 36 miljard in 2004). Deze middelen worden
besteed door middel van meerjarige ontwikkelingsprogramma's, die
gezamenlijk beheerd worden door de lidstaten, de regio's en de
Commissie.
Het eerste cohesieverslag verscheen in 1996. Hierin werd de basis
gelegd voor "Agenda 2000", het politieke en financiële raamwerk voor
de EU voor de periode 2000-2006. In het tweede verslag (2001) werd een
discussie aangezwengeld over het cohesiebeleid na de uitbreiding, wat
leidde tot de huidige voorstellen in het derde verslag.
Het volledige verslag is beschikbaar op:
http://europa.eu.int/comm/regional_policy/sources/cohesion3_en.htm
Voor meer informatie kunt u terecht op de volgende website:
http://europa.eu.int/comm/regional_policy/index_en.htm
(1)
Mededeling COM/2004/107 van de Commissie.
(2)
Gemeten op NUTS-II-niveau in koopkrachtpariteiten en berekend op basis
van de op het moment van het besluit beschikbare gegevens voor de
Gemeenschap van de laatste drie jaar.
(3)
Gemeten in koopkrachtpariteiten en berekend op basis van de op het
moment van het besluit beschikbare gegevens voor de Gemeenschap van de
laatste drie jaar.
(4)
Sinds 19990 zijn in het kader van Interreg projecten gefinancierd voor
grensoverschrijdende, internationale en interregionale samenwerking
ter versterking van economie, infrastructuur, werkgelegenheid en
milieu.
European Commission