Gemeente Alphen-Chaam
Nieuwsberichten
02/18/2004
Nieuwe stookregels
Bij besluit van 27 januari 2004 heeft het college van burgemeester en
wethouders van Alphen-Chaam een nieuwe stookregeling vastgesteld.
Was voorheen het stoken gebaseerd op de Algemene Plaatselijke
Verordening (APV), de nieuwe regeling vindt z'n basis in de Wet
milieubeheer. Dit betekent tevens dat er niet meer gemeld kan worden
maar dat er een ontheffing aangevraagd dient te worden als men
snoeihout wil opstoken. Ook zijn de voorschriften aangescherpt met als
belangrijkste wijziging dat er voortaan enkel zuiver snoeihout
opgestookt mag worden. Onbehandeld-/onbewerkt hout kan afgevoerd
worden naar de milieustraat te Baarle-Nassau. Tenslotte de stookdata,
die zijn in principe ongewijzigd gebleven, te weten:
Februari : 23, 24, 25, 26, 27; Maart: 15, 16, 17, 18, 19, 20 vm., 22,
23, 24, 25 26
April: 26, 27, 28, 29; Mei : 24, 25, 26, 27, 28; Juni: niet stoken;
Juli: niet stoken
Augustus: niet stoken; September: 20, 21, 22, 23, 24; Oktober: 18, 19,
20, 21, 22, 23 vm., 25, 26, 27, 28, 29; November : 22, 23, 24, 25, 26;
December: 27, 28, 29, 30, 31
De volgende criteria zijn ontwikkeld om een duidelijk afwegingskader
te creëren:
1. Er mag alleen snoeihout worden verbrand. Dit betekent dat wortels
en boomstammen niet mogen worden verbrand;
2. Binnen de bebouwde kom mag snoeihout niet worden gestookt. Er mag
geen snoeihout dat is ontstaan binnen de bebouwde kom naar het
buitengebied worden overgebracht om daar te verbranden;
3. De totale hoeveelheid te verbranden snoeihout per brandstapel mag
niet boven de 40 m3 uitkomen. Dit in verband met de beheersbaarheid
van de brandstapel.
Indien aan deze criteria is voldaan, kan een ontheffing worden
verleend met de daarbij behorende voorschriften.
De volgende procedure voor het verlenen van een ontheffing wordt
toegepast:
1. De aanvraag kan zowel schriftelijk als telefonisch bij de receptie
van de gemeente worden gedaan en dient minimaal 2 dagen vóór de
stookdag te worden gedaan. Hierbij dient de datum en de locatie waar
het vuur zal worden gestookt te worden aangegeven. Bovendien dient
naam, adres plaats van de aanvrager etc te worden gemeld;
2. Vervolgens wordt een schriftelijke ontheffing opgesteld. Hieraan
worden specifieke voorwaarden verbonden om de bescherming van
milieubelangen te waarborgen. Bij elke aanvraag wordt gekeken naar de
situatie en eventueel een aangepast voorwaardenpakket toegepast;
3. Vervolgens wordt de aanvrager van de ontheffing schriftelijk op de
hoogte gebracht van het besluit en de daarbij behorende voorwaarden;
4. Een kopie van deze schriftelijk ontheffing wordt verzonden naar
brandweer, politie en gemeentelijke handhavers van de gemeente.
Aan de ontheffing wordt een aantal eisen verbonden die er toe leiden
dat de nadelige milieuhygiënische effecten worden beperkt. Per
situatie kunnen aanvullingen op de basis ontheffingsvoorschriften
worden opgenomen. De volgende set van basisvoorwaarden worden gesteld:
1. Gestookt mag worden van 08.00 tot 17.00 uur.
2. Binnen een straal van tenminste 75 meter, gemeten vanuit het vuur,
mogen geen gebouwen, goederen of brandbare begroeiingen aanwezig zijn.
3. Bij het vuur dient voortdurend toezicht te worden gehouden door
tenminste 1 persoon.
4. Er dient zodanig gestookt te worden dat er geen vliegvuur of hinder
ten gevolge van rook kan ontstaan. Bij hinder aan derden dient het
stoken direct te worden beëindigd.
5. Er mag niet worden gestookt bij regen, mist, draaiwind en/of een
windkracht groter dan 6 volgens de schaal van Beaufort.
6. De verbranding mag uitsluitend plaatsvinden indien de windrichting
zodanig is, dat het verkeer op de openbare weg niet kan worden
gehin-derd door rookontwik-keling en niet in de richting van bebossing
of gebouwen.
7. Per stookdag mag maximaal 40 m3 snoeihout opgestookt worden.
8. Het grondoppervlak van de brandstapel dient zo klein mogelijk te
zijn.
9. Het is niet toegestaan andere materialen c.q. stoffen dan snoeihout
op te sto-ken.
10. Om bodemverontreiniging te voorkomen is het op grond van artikel
13 Wet bodembescherming (zorgplicht) niet toegestaan bij het aanmaken
van het vuur gebruik te maken van brandbare vloeistoffen.De
brandstapel mag slechts worden aangemaakt met behulp van papier en/of
stro.
11. De verbrandingsresten moeten binnen 7 dagen na de verbranding
worden verwijderd en op een verantwoorde wijze worden afgevoerd.
12. In de nabijheid van het vuur dienen blusmiddelen aanwezig te zijn.
13. Het terrein mag niet worden verlaten alvorens het vuur geheel is
gedoofd.
14. Mocht door bepaalde weersomstandigheden het stoken op
bovengenoemde datum niet doorgaan, dan dient in overleg met A. Lauwers
van de Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Beheer op diezelfde dag een
andere datum bepaald te worden.
15. Op verzoek van een toezichthoudende ambtenaar (gemeente, politie
of brandweer) dient de aanvrager de gemeentelijke ontheffing voor het
stoken van snoeihout te kunnen tonen.
16. De aanwijzingen, gegeven door brandweer, politie of gemeentelijk
toezichthouder dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.