Speech van Staatssecretaris van Geel van VROM op het Nationaal Congres
Legionellapreventie 2004 in Amsterdam op vrijdag 20 februari 2004
(De staatssecretaris wordt vervangen door drs H.G. von Meijenfeldt,
directeur Bodem, Water en Landelijk gebied van het Ministerie van
VROM)
Nuchter omgaan met risico's. Dat is het nieuwe uitgangspunt van het
ministerie van VROM bij het omgaan met een aantal zaken die gevaar
opleveren voor burgers. Voorbeelden zijn radongas,
hoogspanningslijnen, basisstations voor mobiele telefonie. Op die
punten is dringend nieuw beleid nodig.
Neem radon, een radio-actief gas dat vrijkomt uit bouwmaterialen. Het
veroorzaakt jaarlijks 800 doden. Dat is niet veel minder dan het
aantal verkeersdoden, dat rond de 1000 ligt. Toch is er tot nu toe
weinig aan gedaan om de gevaren van radon terug te dringen. Officieel
mag het risico niet groter zijn dan één sterfgeval per miljoen jaar.
Daar zit radon dus royaal overheen. Het probleem is echter dat de
kosten om er iets aan te doen zo hoog zijn, dat men ervoor
terugschrikt. Je kan niet half Nederland slopen, net zomin als je alle
hoogspanningslijnen neer kunt halen, om een ander dossier te noemen.
Naast het berekende risico spelen er dus andere aspecten mee, zoals de
kosten die er moeten worden gemaakt. Maar veiligheid is niet alleen
een kwestie van calculatie en geld. Er spelen ook emoties mee. Hoe
kijken burgers tegen de risico's aan? Kijk naar de BSE-crisis. De kans
dat er mensen ziek worden na het eten van besmet vee lijken erg klein.
Toch zijn er veel dieren vernietigd, tegen miljoenenkosten en met veel
dierenleed.
Goed risicobeleid zal dus recht moeten doen aan drie aspecten;
kansberekening, kosten en emoties. De Nederlander mag van de overheid
verwachten dat zij bescherming biedt tegen onacceptabele risico's. De
nadruk ligt daarbij op onacceptabel. Het is namelijk niet realistisch
om te denken dat alle risico's ooit uit te bannen zijn. De overheid
moet daarom - net als burgers zelf - kiezen. De overheid moet bij het
maken van die keuzes helder en open zijn, en de verantwoordelijkheden
daar leggen waar ze horen.
Wat geldt voor radongas en hoogspanningsmasten geldt ook voor
legionella. Hoe gevaarlijk dat kan zijn bleek vijf geleden. Tientallen
mensen overleden nadat ze tijdens hun bezoek aan de Westfriese Flora
in Bovenkarspel besmet waren.
Sindsdien staat legionella sterk in de belangstelling. Er zijn veel
artikelen over verschenen, televisiereportages gemaakt, kamervragen
gesteld en rapporten geschreven. "Bovenkarspel" maakte ons op
hardhandige wijze bewust van de risico's van douches, whirlpools,
koeltorens en luchtbehandelingsinstallaties. Als die niet goed zijn
aangelegd, of slecht worden bijgehouden, krijgen legionellabacteriën
de kans.
De overheid - en dus ook VROM - moest een strategie kiezen om daar mee
om te gaan. De eerste reflex was om het risico zoveel mogelijk
beperken. VROM schreef in eerste instantie risicoanalyses voor bij
álle collectieve leidingwaterinstallaties - in scholen,
zorginstellingen, bedrijven, hotels, appartementencomplexen. Indien
nodig moest een beheersplan worden opgesteld.
De bedoeling was goed, maar de GGD's vonden het geen goede aanpak. Ze
dachten dat de voorkomen besmettingen in geen verhouding stonden tot
de kosten. VROM zette daar het voorzorgsprincipe tegenover. We vonden
dat we de plicht hadden om zoveel mogelijk te voorkomen dat mensen
ziek zouden worden.
Uiteindelijk koos VROM voor een nuchtere oplossing. Als de GGD het
risico van een leidingwaterinstallaties matig tot hoog vindt, dan
moeten de eigenaars meteen maatregelen nemen. Het gaat daarbij
ondermeer om zorginstellingen, ziekenhuizen, verblijfsaccommodaties en
zwembaden.
Voor andere locaties gelden de 'normale' bouwvoorschriften. Dat is
voldoende, omdat de bouwvoorschriften al rekening houden met de
wettelijke zorgplicht voor goed leidingwater en met
legionellapreventie.
De Tweede Kamer is het met deze aanpak eens, en wil alleen actie bij
een gemiddeld en hoog risico.
Er is wel een uitzondering, te weten instellingen als penitentiaire
inrichtingen en asielzoekerscentra. De overheid heeft een speciale
verantwoordelijkheid voor de mensen die daar gedwongen verblijven. Om
die reden wil VROM ook preventieve maatregelen voor zulke locaties.
Het is mijn bedoeling om deze nieuwe regelgeving medio dit jaar in
werking te laten treden. Daarop vooruitlopend zal VROM een
informatieblad uitbrengen. Daarin staan de hoofdlijnen van de nieuwe
regelgeving.
Niet iedereen heeft er vertrouwen in. De Stichting Veteranenziekte
schreef een open brief aan de Tweede Kamer. Daarin sprak ze de vrees
uit dat burgers onnodig aan risico's worden blootgesteld.
Ik bestrijd dat idee. Na een open en zorgvuldige afweging heb ik
besloten om de aandacht dáár te concentreren waar mensen daadwerkelijk
besmet kunnen worden. Bovendien volg ik het advies op van de
Gezondheidsraad. Dat houdt in dat prioriteiten gesteld moeten worden
op basis van een rationele risicostratificatie.
Als we het zekere voor het onzekere zouden nemen, betekent dat
inderdaad misschien meer veiligheid. Tegenover die mogelijke winst
staan dan wel torenhoge kosten - voor overheden, maar ook voor
eigenaren van zwembaden, hotels, campings.
Het is zinniger om uit te gaan van ervaring dan van mogelijkheden.
Want sinds legionella 30 jaar geleden werd ontdekt is er veel
onderzoek gedaan, maar er zijn nog steeds gaten in onze kennis van de
bacterie. Zo is onbekend bij welke hoeveelheden de bacterie een risico
wordt. Niemand weet hoe het komt dat mensen ziek worden als er weinig
bacteriën in het water zitten, terwijl er niets gebeurt als het er van
wemelt.
Daarom moeten we ons concentreren op plekken die een reëel risico
blijken op te leveren.
De kwaliteit van onze risico-inschattingen is daarbij essentieel. Om
die reden hebben we het opsporen van besmettingsbronnen
geïntensiveerd. De resultaten die dat oplevert, gebruiken we om de
inschatting van het besmettingsrisico te verbeteren.
Daarnaast doen de Waterleidingbedrijven en de VROM-inspectie hun
gewone werk, en controleren ze of de eigenaars van collectieve
installaties met een laag risico zich aan de regels houden. Ook dat
vergroot de veiligheid.
Dames en heren,
Een dag als vandaag, waarop de lotgenoten de slachtoffers herdenken
van de Bovenkarspel, drukt ons met de neus op het belang van het goed
omgaan met risico's. Als het misgaat, kunnen de consequenties enorm
zijn. Tegelijkertijd moet een ministerie een evenwichtig beleid
hebben, en een sluitende begroting. Vandaar dat wij kiezen voor de
aanpak die ik u net heb uiteengezet. Daarmee volgen we het advies van
de Gezondheidsraad en de opvattingen van het parlement. Zodat er
straks regelgeving is die het belang van burgers dient, maar ook
uitvoerbaar is, tegen acceptabele kosten.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer