Hoogte betalingstermijn studieschuld

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 25-02-2004

Aflossing renteloze voorschotten na draagkrachtmeting in termijnen hoger dan 1/120ste deel van de oorspronkelijke schuld is vanaf 14 juli 2001 ook mogelijk indien de verplichting tot terugbetaling valt onder artikel 141 WSF. De Raad stelt vast dat de tekst van artikel 49 WSF niet is toegesneden op de verplichting tot terugbetaling van renteloze voorschotten, aangezien de duur van de aflosfase niet wettelijk of bij getekende schuldvoorwaardenverklaring is bepaald, zodat het derde lid van artikel 49 WSF bij een strikt grammaticale lezing geen grondslag biedt om de maandelijkse termijn vast te stellen op een bedrag hoger dan 1/120ste van de oorspronkelijke studieschuld. Nu boven alle twijfel verheven is dat het de bedoeling van de wetgever is dat de IB-Groep in beginsel bevoegd is om ook jegens debiteuren zoals betrokkene over te gaan tot verhoging van de maandelijkse termijnen na een of meer kalenderjaren waarin de termijnen na draagkrachtmeting zijn verlaagd, legt de Raad artikel 49 WSF ten aanzien van de verplichting tot terugbetaling van renteloze voorschotten die valt onder het bepaalde in artikel 141 WSF evenwel teleologisch uit.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO2555

Voor de volledige uitspraak: Zie het origineel