CDA
25-02-04
Gedragscode Europarlementariërs
De Nederlandse leden van het Europees Parlement hebben, als enige
delegatie uit de lidstaten, besloten te voldoen aan een gedragscode
wat betreft de financiële aspecten van hun ambt.
Dit in afwachting van een ondubbelzinnige Europese regeling van hun
schadeloosstelling en van de financiële vergoedingen. De Europese
regeling kostte zeer veel overleg, met name omdat de Raad niet
eensgezind was en is. Eind 2003 scheen er een overeenkomst te bestaan,
hoewel velen in het Parlement weinig vertrouwen meer hadden in het
overleg binnen de Raad. Het laatste Europese voorstel bevatte
principiële concessies van het EP (vooral wat betreft de soort
belasting die geheven zal worden), die zelfs moeilijk te verenigen
zijn met de doelstelling om voor alle leden dezelfde voorwaarden te
scheppen. Uiteindelijk is ook dit laatste voorstel (door de Duitse
regering) verworpen wegens bezwaren in de Socialistische groep in het
EP. De Duitse afgevaardigden vrezen een teruggang in hun inkomen. Die
zal inderdaad optreden, zelfs in versterkte mate voor o.a. de
Oostenrijkse en Italiaanse afgevaardigden. De nieuwe Nederlandse
delegatie zal moeten bepalen hoe na 13 juni 2004 verder zal worden
gegaan.
Vermeld moet worden dat de Nederlandse Europarlementariërs een
maandelijkse korting op hun (Tweede Kamer-) salaris van ruim 900
(negenhonderd) EURO ondergaan, aangezien wordt verondersteld dat in de
emolumenten van het EP inkomenscomponenten zitten. Nochtans gaat de
overeengekomen gedragscode ervan uit dat zulke inkomenscomponenten
moeten worden vermeden. Het spreekt vanzelf dat de Nederlandse
delegatie zeer verlangend uitziet naar de vaststelling van een
Europese regeling van hun inkomen en vergoedingen.
Jaarverslag 2003
Zoals tussen de delegaties is afgesproken presenteert de CDA-delegatie
hierbij het jaarverslag voor 2003. Evenals de vorige keren wijzen de
uitkomsten erop dat de CDA-delegatieleden hun forfaitaire
administratieve vergoeding geheel (en meer dan dat) gebruiken voor hun
parlementaire werk. De vergoedingen voor dienstreizen naar en in het
buitenland komen voor de meeste leden overeen met de declarabele
kosten. Dit is uiteraard oorspronkelijk voorzien bij de opstelling van
de reiskosten regeling. Voor zover de gemaakte kosten daaronder lagen
werd niet gedeclareerd of werden ze gereserveerd voor ander
parlementair-relevant werk en ongedekte uitgaven. Indien aan het eind
van de mandaatperiode tegoeden van deze reservering overblijven worden
deze conform de code overgemaakt op de rekening van het EP.
In het verslag 2001 is aangekondigd dat het verslag over 2002 zich kan
beperken tot het signaleren van significante afwijkingen van het
bekende patroon en in de hoogte van de forfaitaire vergoedingen. Die
significante afwijkingen zijn in het jaar 2002 niet opgetreden.
Hierbij worden de resultaten van de update 2003 gepubliceerd. Het is
de laatste van deze zittingsperiode en bestrijkt een jaar waarin
personele mutaties hebben plaatsgevonden. Voor de invallers Bremmer en
Pex, zie hun website.
De mate van overeenkomst met vorige verslagen bevestigen dat omvang en
patroon van de uitgaven van de leden en hun kantoren redelijk constant
is en dat de vergoedingen inderdaad nodig zijn voor de bestrijding van
de kosten van het parlementaire werk.
De leden van de CDA-delegatie hebben hun persoonlijke verklaringen en
financiële stukken ter beoordeling voorgelegd aan hun
vertrouwenspersoon (drs. V.I. Goedvolk), het adres van de
verantwoordingsplicht. Deze verklaart ik heb kennisgenomen van de
declaraties van de leden van de CDA-fractie. Er is geen aanleiding
bijzondere opmerkingen te maken bij de aantekeningen die in de update
zijn gemaakt.
De code
Ten aanzien van de andere punten van de code:
De vergoeding voor personeelskosten (voor twee á drie formatieplaatsen
en eventuele stagiaires), die de leden (anders dan de gedragscode
suggereert) overigens niet zelf kunnen ontvangen, wordt uitsluitend
aangewend voor personele ondersteuning (salarissen).
De uitgaven die de assistenten en stagiaires doen ten behoeve van hun
ondersteunende werk (kantoorartikelen, telefoon, boeken, kranten,
etc.) vallen onder de algemene onkostenvergoeding.
Er vindt noch direct noch indirect partijfinanciering plaats.
De leden nemen geen deel aan de vrijwillige aanvullende
pensioenregeling van het EP.
Eventuele nevenfuncties worden door de leden bij het daartoe bestaande
openbaar register van het Europees Parlement aangemeld. Dit wordt op
Internet gepubliceerd.
De leden aanvaarden alleen een dagvergoeding voor dagen die
daadwerkelijk worden besteed aan parlementaire activiteiten buiten
Nederland. Alle leden wonen in Nederland.
Zie het origineel