Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Vragen van de leden Dezentjé Hamming en De Krom (VVD) aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over Bodemsanering woonwagenkamp Vinkenslag. Ingezonden 25 februari 2004, kenmerk 2030409020


1.
De totale kosten die met de bodemsanering gemoeid waren bedragen inclusief BTW E 13,33 miljoen. Aangezien er uit andere hoofde sprake was van herstructurering/herinrichting van de locatie zijn de verplaats- en opruimingskosten van E 4,44 miljoen en de herinrichtingskosten van E 1,44 miljoen als samenloopkosten op het totaalbedrag in mindering gebracht. Deze samenloopkosten komen niet ten laste van de Wbb, maar dienen door derden te worden betaald.
Rekening houdend met een inflatiecorrectie over 3 jaar van jaarlijks 2,5 % zijn de bodemsaneringskosten bij de afspraken over de financiering derhalve op E 8,01 gesteld.


2.
Van de bodemsaneringskosten heeft E 1,15 miljoen betrekking op het noordelijk deel (landbouwgrond) waarvoor de reguliere rijksbijdrage 90%, dus E 1,04 miljoen bedraagt.
De bodemsaneringskosten op het zuidelijk deel (het woonwagenkamp) bedragen E 6,86 miljoen. Rekening houdend met aansprakelijkheden (zie hierna) is overeengekomen dat 50% van dit bedrag door de gemeente, 10% door de provincie en de resterende 40 % door het rijk wordt betaald.

In overleg met de Landsadvocaat is vooraf de aansprakelijkheid en verhaalbaarheid van de kosten nagegaan. De aanspreekbaarheid van afzonderlijke veroorzakers bleek juridisch complex omdat de percelen in de loop der tijd meerdere gebruikers hebben gekend, waardoor de bewijsbaarheid van de veroorzaking als uiterst gering werd beoordeeld. Omdat de gemeente zich heeft ingespannen om met de herinrichting van Vinkenslag tevens de situatie te verbeteren en de gevestigde bedrijven te legaliseren, is in dit kader verzocht geen verhaalsprocedures te starten die dit proces kunnen blokkeren.
Verder is de gemeente Maastricht in haar rol van exploitant, eigenaar, beheerder en verhuurder van de Vinkenslag als schuldig eigenaar te beschouwen. Wegens verjaring zijn echter vanuit dit kader geen kosten op de gemeente te verhalen.

Op basis van de aansprakelijkheidsanalyse was de gemeente bereid de voornoemde 50% van de bodemsaneringskosten voor haar rekening te nemen. Uit navraag bij de gemeente Maastricht blijkt dat deze de kosten van de bodemsanering voor een deel heeft versleuteld door een toeslag op de in de uitgifteprijs na herinrichting van het terrein van E 2,27/m2. In totaal is door de gevestigde autobedrijven op deze wijze E 0,23 miljoen aan de bodemsanering bijgedragen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

drs. P.L.B.A. van Geel