Onderzoek zwemwater langs kust vraagt om vervolg
Vermoedelijk hebben uitwateringskanalen, riooloverstorten en
waterzuiveringsinstallaties in combinatie met bijzondere weers- en
wateromstandigheden in de zomer van 2002 gezorgd voor een verhoogd
gehalte aan bacteriën uit ontlasting in het zwemwater tussen Hoek van
Holland en IJmuiden. Een vervolgonderzoek moet duidelijk maken of zij
werkelijk de boosdoeners zijn.
Dit blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd op basis van extra
watermonsters door het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Aanleiding voor het onderzoek was dat het zwemwater langs de Noord- en
Zuid-Hollandse stranden in 2002 niet voldeden aan de normen voor uit
ontlasting afkomstige bacteriën, de zogeheten fecale bacteriën.
Daardoor moesten veel badplaatsen het in 2003 stellen zonder de Blauwe
Vlag voor schoon zwemwater. Overigens voldeed het zwemwater langs de
kust een jaar later weer aan de landelijke en Europese normen en
streefwaarden.
Uit het eerste onderzoek blijkt dat fecale bacteriën van badgasten,
vogels en zeezeilers en uit baggerspecie, de Nieuwe Waterweg en het
Noordzeekanaal nauwelijks van invloed zijn op de zwemwaterkwaliteit.
Daarom zal het vervolgonderzoek zich richten op uitwateringskanelen,
riooloverstorten en waterzuiveringsinstallaties. Zij worden gezien als
de vermoedelijke bron van het verhoogde gehalte aan fecale bacteriën.
Het onderzoek vindt plaats tijdens het komende badseizoen en wordt
uitgevoerd door VenW in samenwerking met de provincies Noord- en
Zuid-Holland en diverse hoogheemraadschappen.
Lees voor meer informatie het volledige persbericht.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat