De Unie
ING - Open brief aan bestuursvoorzitter E. Kist
19 maart 2004 - De Unie heeft op 18 maart 2004 een open brief
gestuurd naar de bestuursvoorzitter van de ING Groep E. Kist, naar
aanleiding van de enorme stijging in het beloningspakket van de
bestuursvoorzitter.
De open brief
Geachte heer Kist,
Verontwaardiging, verbijstering en ongeloof, woorden die de
afgelopen dagen werden gebruikt toen het ging over de nieuwe
beloningsstructuur voor de top van ING. Dat er over dit onderwerp
zoveel ophef zou ontstaan, kon u verwachten. Alleen al de
aankondiging van een nieuwe beloningsstructuur tijdens de
aandeelhoudersvergadering in 2003 bracht veel beroering teweeg.
Zelfs de politiek heeft nu uitgesproken bezwaren.
In deze open brief wil ik u onze visie geven op hetgeen nu
voorligt. Ook willen we ingaan op de gevoelens die bij ons als
vakbond De Unie bij de ING, maar waarschijnlijk ook bij veel andere
Nederlanders, zijn losgemaakt. Drie zaken willen we nadrukkelijk
aan u voorleggen: de internationale verhoudingen die aan de
beloningsstructuur ten grondslag liggen, de economische situatie in
Nederland, meer in het bijzonder de relatie met het Najaarsakkoord
en de effecten van de maatregel in uw eigen onderneming.
Eén van de redenen waarom ING heeft besloten dat de
beloningsstructuur moest worden aangepast, was dat ING feitelijk
een internationale onderneming is. ING vindt dat de beloning een
internationaal karakter moet dragen, om daarmee ook in de toekomst
nieuwe topmanagers een aantrekkelijk pakket te kunnen bieden. In
mijn optiek een drogreden: de top van het bedrijfsleven in Europa
of de wereld is niet zo groot. Concurrentie op arbeidsvoorwaarden
voor deze groep werkt alleen maar in de hand dat bedrijven tegen
elkaar gaan opbieden. Dat de feitelijke beloning daarmee geen
objectieve inhoud meer heeft lijkt mij evident. De betrokken
internationale bedrijven zouden hun verantwoordelijkheid moeten
nemen en met elkaar moeten vaststellen dat de uitkomst van hun
(gezamenlijk) beloningsbeleid maatschappelijk onaanvaardbaar is.
Met het beloningspakket wordt het Najaarsakkoord met voeten
getreden. De aanbeveling van de STAR is duidelijk: naast
terughoudendheid voor de beloning van topbestuurders géén
contractloonmutatie. Er wordt wel ruimte geboden voor eenmalige,
resultaatafhankelijke beloningscomponenten. In technische zin is de
wijze van beloning echter niet met elkaar te vergelijken. De
definitie van de variabele component uit uw beloningsvoorstel,
wijkt fundamenteel af van de eenmalige component zoals bedoeld in
het Najaarsakkoord. Daarbij komt dat de voorgestelde
beloningsmaatregel zonder meer een structureel karakter heeft. Men
vraagt van u een pas op de plaats, zoals dat iedereen wordt
gevraagd, maar u lapt het aan uw laars. Over de transparantie van
de variabele componenten zullen we dan maar niet spreken.
In een reactie op de ontstane commotie heeft u gesteld dat u een
functie vervult in een internationale onderneming die toevallig in
Nederland is gevestigd. Dit geldt dan ook voor de 32.000 werknemers
die in Nederland in dienst zijn van ING. Zij dragen, overigens meer
dan gemiddeld, bij aan het totale resultaat van de groep. U kunt
het zich niet veroorloven een uitzonderingspositie in te nemen, u
doet daarmee alle ING-medewerkers te kort. U tast daarmee de
motivatie en saamhorigheid binnen het bedrijf aan. Om ook in de
toekomst de continuïteit van de onderneming te kunnen waarborgen
lijkt het mij beter te investeren in de vele mensen die, met
elkaar, het succes van de onderneming belichamen. Voor diegenen die
de eindverantwoordelijkheid dragen, mag een keurige beloning
klaarliggen, maar men verwacht ook dat betrokkenen het goede
voorbeeld geven.
ING is tot op heden een betrouwbare overlegpartner gebleken. Voor
Nederland geldt een meer dan behoorlijk arbeidsvoorwaardenpakket.
ING heeft een sociaal gezicht en heeft altijd de intentie gehad om
zaken netjes te regelen. Ook internationaal heeft ING een goede
naam hoog te houden, bijvoorbeeld als het gaat om de afspraken op
het gebied van Corporate Governance en de code Tabaksblatt. Het
functioneren van de Raad van Bestuur en het hogere management staat
niet ter discussie. U bent er mede verantwoordelijk voor dat er een
solide onderneming in de markt staat. Vakbond De Unie heeft zich
altijd, samen met haar collegas, positief opgesteld. Daar waar het
aan de orde kwam hebben wij onze verantwoordelijkheid genomen en we
zullen dat blijven doen. De vraag is of u dat ook doet als het gaat
om de beloning.
Tot een nadere toelichting ben ik uiteraard gaarne bereid.
Met vriendelijke groet,
Robert Schuurman
Bestuurder
Robert Schuurman
Bestuurder
vrijdag, 19 maart 2004