Ingezonden persbericht


Persbericht

"Mooi licht, mooi donker"
Lichthinder: opvallende tegenstelling tussen beleving en beleid

DEN HAAG, 11 mei 2004 - Hoewel 90% van de Drentse bevolking zich wel eens ergert aan verlichting en behoefte heeft aan gebieden waar het echt donker is, geven bestuurders en ambtenaren aan dat het onderwerp lichthinder wel bekend is, maar nauwelijks tot klachten leidt. Beleid is er voornamelijk in relatie tot veiligheid: openbare verlichting. De Wet milieubeheer en het RO instrumentarium bieden voldoende mogelijkheden om lichthinder tegen te gaan, maar deze worden slechts op beperkte schaal benut. Geen enkele gemeente heeft het voornemen om het onderwerp op de agenda te plaatsen. Dit zijn de belangrijkste resultaten van een inventarisatie naar de beleving van "licht en donker" in de provincie Drenthe. Deze enquête is onderdeel van een landelijke probleemverkenning van de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) met betrekking tot lichthinder.

Veel ergernis, weinig klachten
De Drentse pilot bestaat uit een enquête onder drie groepen actoren: bevolking, ambtenaren en bestuurders. Daarnaast zijn belangenorganisaties bij het onderzoek betrokken. De respons van de enquête is opvallend hoog: bestuurders 92%, ambtenaren Wet milieubeheer 69%, ambtenaren Ruimtelijke ordening 39%. 521 inwoners van de provincie Drenthe vulden het vragenformulier in (49% man, 51% vrouw). De enquête onder de bevolking is uitgevoerd in samenwerking met de Milieufederatie Drenthe. De resultaten hiervan geven aan dat het probleem van lichthinder sterk leeft onder de bevolking. Dit blijkt wel uit het percentage van 90% dat zich wel eens ergert aan verlichting en prijs stelt op gebieden waar het 's nachts echt donker is. Opvallend is echter dat die ergernis niet leidt tot klachten. Daarnaast roept de beleving van licht en donker tegengestelde gevoelens op: donker is mooi, maar soms ook beangstigend. Voldoende verlichting geeft vaak een veilig gevoel, vooral bij vrouwen: 37% van de vrouwen voelt zich onveilig in het donker, tegenover 14% van de mannen. De meest genoemde bronnen van lichthinder zijn reclameverlichting op gevels, verlichting van kassen en sportveldverlichting. Regelmatig hebben bewoners last van felle openbare verlichting.

Proactieve, geïntegreerde aanpak nodig
Gezien de resultaten van deze inventarisatie in Drenthe lijkt een bewuste, gebiedsgerichte aanpak van lichthinder gewenst. Het verdient aanbeveling dat gemeenten en provincies op eigen initiatief meer en beter gebruik maken van bestaande wet- en regelgeving en niet alleen reageren op klachten. Een proactieve, geïntegreerde aanpak is nodig. Aangezien uit de inventarisatie blijkt dat van integratie van verschillende disciplines bij gemeenten nog geen sprake is, ligt hier een punt van aandacht.

Nader onderzoek kan worden gedaan naar de mogelijkheid om in bepaalde gebieden de "duisternis" te kunnen behouden. Gebiedsgericht beleid kan de kwaliteit van het landelijk gebied ten aanzien van verlichting versterken. Bij wijk- of buurtonderzoek naar woonbeleving en leefbaarheid kunnen lichthinder en lichtbelevingswaarde expliciet in de vraagstelling worden meegenomen. Ook moeten we met deze aspecten rekening houden bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen en nieuwe woonwijken.

Verbreding en verdieping
Landelijk onderzoek naar lichthinder verdient aanbeveling. De Drentse pilot geeft aanleiding tot verdieping en verbreding. Bij vervolgonderzoek moet aandacht worden besteed aan de technische mogelijkheden om lichthinder en lichtvervuiling terug te dringen. Op het gebied van beleving zijn de volgende vragen relevant. Wat zijn de sociaal-psychologische aspecten rond de beleving van (on)veiligheid in relatie tot duisternis en verlichting? Welke gevolgen heeft (overmatige) verlichting op slaapgedrag, stress, gezondheid? En, als we kijken naar de natuur: welke gevolgen heeft (overmatige) verlichting of het gebrek aan duisternis op het natuurlijk leven van dieren, vogels, insecten en planten? In de afrondende fase van het RMNO-project "Mooi licht, mooi donker" zal een brug worden geslagen naar landelijk onderzoek op dit gebied. Ter afsluiting van het project organiseert de RMNO in het najaar een "nachtconferentie".