Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA DEN HAAG
Uw brief Ons kenmerk
AV/IR/2004/34399
Onderwerp Datum
CAO-onderzoek klachtrecht 24 mei 2004
Hierbij doe ik u toekomen het rapport `Individueel Klachtrecht'. Het rapport betreft de
weergave van een onderzoek naar de aard en het voorkomen van klachtregelingen in CAO's
in 2003.
Met mijn brief van 24 februari 2004 (kenmerk AV/IR/2004/12000) heb ik u op uw verzoek
reeds geïnformeerd over de belangrijkste voorlopige uitkomsten van dit onderzoek. In het
onderstaande wordt ingegaan op de belangrijkste definitieve uitkomsten van het onderzoek,
waarbij ik opmerk dat zich ten opzichte van de voorlopige resultaten geen wijzigingen
hebben voorgedaan.
Onderzocht is in hoeverre klachtregelingen voor individuele werknemers zijn opgenomen in
CAO's, wat de aard is van deze regelingen en welke procedure klagers dienen te volgen.
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van CAO's van 111 ondernemingen en
bedrijfstakken. Deze CAO's beslaan 72 % van de werknemers die onder een CAO vallen.
Uit het onderzoek blijkt dat 89 van de 111 CAO's (80 %) klachtregelingen voor individuele
werknemers bevatten. Sommige CAO's bevatten meerdere klachtregelingen; in totaal zijn in
89 CAO's 162 klachtregelingen aangetroffen. Van de 4,3 miljoen werknemers die onder een
CAO vallen, vallen in totaal 3,6 miljoen werknemers (83 %) onder een klachtregeling.
Klachtregelingen hebben betrekking op verschillende soorten klachtwaardige
aangelegenheden. In 73 % van de gevallen heeft de klachtregeling betrekking op de
arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld op de functie-indeling, de beoordeling van het
functioneren of op verzoeken om een wijziging van de arbeidstijden. In 20 % van de
gevallen heeft de klachtregeling betrekking op gedrags- en belevingsfactoren, zoals agressie,
seksuele intimidatie of gewetensbezwaren tegen het verrichten van bepaalde taken. In 7 %
van de gevallen heeft de regeling betrekking op aangelegenheden bij ziekte, zoals de
beoordeling door de bedrijfsarts in verband met ziekteverzuim.
Uit het CAO-onderzoek blijkt dat de klachtbehandeling in evenveel gevallen wordt verzorgd
door een binnen de onderneming werkzame instantie (doorgaans klachten- of
geschillencommissie genoemd) als door een binnen de hele bedrijfstak werkzame instantie.
2
In de meeste gevallen is de klachtinstantie samengesteld uit werknemers- en
werkgeversvertegenwoordigers, soms aangevuld met materiedeskundigen.
In het onderzoek zijn klachtregelingen alleen beschreven voorzover ze daadwerkelijk in de
CAO zijn opgenomen. De uitkomsten van het onderzoek zijn daardoor mede bepaald door
het feit dat klachtregelingen in sommige gevallen niet in de CAO zijn opgenomen of ten
dele. Zoals uit het onderstaande blijkt, komt het regelmatig voor dat CAO's geen volledige
informatie over klachtregelingen bevatten of dat klachtregelingen buiten de CAO zijn
uitgewerkt.
In 36 % van de gevallen vereist de klachtregeling dat de klacht schriftelijk moet worden
ingediend en in 11 % van de gevallen mag de klacht ook mondeling worden ingediend. In
de overige 53 % van de gevallen bevat de CAO hierover geen informatie of is de regeling
buiten de CAO uitgewerkt.
Wat betreft de aard van de uitspraak van de klachtbehandeling blijkt uit het onderzoek dat in
31 % van de gevallen sprake is van een bindend advies en in 18 % van de gevallen van een
niet-bindend advies. In 1 geval (1 %) kan de uitspraak van de klachtinstantie een sanctie
inhouden. In de overige 50 % van de gevallen bevat de CAO hierover geen informatie of is
de regeling buiten de CAO uitgewerkt.
In 19 % van de onderzochte klachtregelingen is beroep tegen de uitspraak mogelijk en in
4 % van de gevallen is dat uitgesloten. In de overige 77 % van de gevallen bevat de CAO
hierover geen informatie of is de regeling buiten de CAO uitgewerkt.
Enkele andere aspecten van klachtregelingen:
- In 28 % van de gevallen wordt het horen van de klachthebbende als vast onderdeel van de
klachtbehandeling genoemd.
- In 28 % van de gevallen mag de klachthebbende zich laten bijstaan of vertegenwoordigen.
- In 26 % van de gevallen wordt in de klachtregeling uitdrukkelijk genoemd dat de uitspraak
van een argumentatie voorzien dient te zijn.
- In 20 % van de gevallen dient volgens de klachtregeling de klacht binnen 3 maanden
behandeld te worden en in 14 % van de gevallen is de behandelingstermijn 3 maanden of
langer.
- In 14 % van de gevallen mag de klachthebbende zelf getuigen of deskundigen oproepen.
- In 7 % van de gevallen bevat de klachtregeling een clausule waarin gesteld wordt dat de
klachthebbende geen ontslag of andere nadelige gevolgen mag ondervinden van de klacht.
Ik vertouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
3
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid