Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Rotterdam, 3 juni 2004

Ondanks 33 miljoen passagiers

Veerdiensten vaak financieel in gevarenzone

ROTTERDAM ­ De veerdiensten op de Nederlandse binnenwateren zetten tezamen 33 miljoen passagiers per jaar over. Daarmee spelen ze een vitale rol in de mobiliteit. Toch is hun financiële positie te vaak zorgwekkend. Investeringen in modernisering en vernieuwing van de vloot blijven daardoor achter. Op den duur kan daardoor de veiligheid in het gedrang komen.

Dit blijkt uit een studie van de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn en Binnenvaart (CBRB), dat op vrijdag 4 juni te 10.00 uur wordt gepresenteerd tijdens een Verensymposium bij de Kamer van Koophandel in Rotterdam.
Inclusief de zogeheten zoute veren over de Waddenzee, vervoeren de betaalde auto- en fiets/voetveren in Nederland 37 miljoen passagiers op jaarbasis. Dat is ruim twee keer de Nederlandse bevolking. De Erasmus Universiteit berekende dat de dienstverlening van de gezamenlijke veren op de zoete binnenwateren de samenleving 214 miljoen autokilometers en 244 miljoen euro aan extra reiskosten en milieubelasting op jaarbasis besparen. De vijf veerdiensten op de Waddenzee renderen voldoende. De negentig betaalde zoete veren op de binnenwateren met een dagelijkse dienstregeling zijn te vaak de zorgenkinderen, aldus het onderzoek. Minder dan de helft, in particuliere handen, behaalt een positief maar mager bedrijfsresultaat. De meerderheid, geëxploiteerd door rijk, provincies en gemeenten, kampt met een exploitatietekort van 18 miljoen euro per jaar. Geen van alle zoete veren kan zich substantiële investeringen in modernisering en vernieuwing van de overwegend ruim 30 jaar oude ponten permitteren. Het wordt daardoor steeds moeilijker om met het verouderende materieel aan de veiligheidseisen te blijven voldoen.
Behalve in de provincie Gelderland, ontbreekt financiële back-up in de vorm van structurele subsidie voor de veerdiensten in Nederland, stelt de Erasmus Universiteit vast. Het CBRB bepleit daarom invoering van een Landelijk Verenreglement, gekoppeld aan provinciale verenfondsen. Voor een duurzaam gezonde exploitatie beveelt het rapport ook -daar waar mogelijk- een efficiëntere personeelsinzet bij de overheidsveren en een relatief beperkte tariefsverhoging aan.


---

Noot voor redactie (

Ingezonden persbericht