Kamerstuk, 8-6-2004
Reactie op brief Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie over
wegblijftarief
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-CB-U-2473153
8 juni 2004
Aanleiding
In uw brief van 4 april jl. (VWS-04-302) vroeg u naar mijn reactie op
een brief van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NP/CF).
De brief die de NP/CF op 4 maart jl. aan u heeft doen toekomen, is ook
op 3 maart jl. aan mij gezonden. In deze brief brengt de NP/CF enkele
vraagpunten naar voren die voor de patiënten/consumenten relevant zijn
bij de vormgeving van beleid met betrekking tot het terugdringen van
verzuim van afspraken door patiënten. De brief van het NP/CF heb ik
reeds beantwoord op 26 maart jl, een afschrift van dit antwoord treft
u hierbij aan.
Context
Met name in de zomermaanden kampen ziekenhuizen met een aanzienlijke
uitval van productie omdat patiënten afspraken verzuimen. Mede naar
aanleiding van berichten in de media hebben de leden Arib en Rouvoet
hierover mij schriftelijk vragen gesteld. Deze vragen zijn beantwoord
op respectievelijk 4 september 2003 (DBO-K-2391717) en 2 oktober 2003
(DBO-K-2409499). De vragen van genoemde kamerleden hadden gemeen dat
zij vroegen om structurele maatregelen om het verzuim tegen te gaan.
Beide kamerleden vroegen naar de mogelijkheden om een financiële
prikkel in het zorgsysteem in te incorpereren waarmee verzuim van
afspraken kan worden tegengegaan. Door de heer Rouvoet is daartoe de
term `wegblijf'-tarief geïntroduceerd.
In de beantwoording van deze Kamervragen heb ik aangegeven dat het
naar mijn mening de verantwoordelijkheid van de patiënt is om zich aan
gemaakte afspraken te houden of in geval van verhindering ruim van te
voren contact met het ziekenhuis op te nemen. Als een patiënt een
afspraak, zonder afmelding, verzuimt leidt dat tot
productievermindering en wordt de planning van het ziekenhuis
verstoord.
Tevens heb ik aangegeven dat het voorstelbaar is dat ziekenhuizen door
middel van een financiële prikkel het verzuim willen tegengaan en dat
ik daartoe de mogelijkheid zal scheppen. Op mijn verzoek heeft het
College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) inmiddels een wegblijftarief in
het leven geroepen.
Brief NP/CF
De NP/CF geeft in haar brief aan dat ook patiënten in het zorgsysteem
een eigen verantwoordelijkheid hebben, onder meer om afspraken in het
ziekenhuis niet te verzuimen. Wel brengt de NP/CF enkele aspecten naar
voren die relevant kunnen zijn voor patiënten/consumenten bij de
vormgeving van het wegblijftarief. Kortheidshalve verwijs ik naar het
antwoord dat ik de NP/CF reeds heb doen toekomen op 26 maart jl. Wel
wil ik ingaan op enkele van de meest prangende punten voor de NP/CF en
de wijze waarop hiermee bij de vormgeving van het wegblijftarief
rekening is gehouden.
Er zijn geen landelijke cijfers beschikbaar over de omvang van het
verzuim van afspraken. Schattingen lopen uiteen van ca. 5% tot 10%.
Deze forse omvang van het verzuim heeft ingrijpende gevolgen voor de
planning en de productie in het ziekenhuis. De NP/CF vraagt zich af of
het bij ontstentenis van een scherp landelijk beeld het wel in de rede
ligt om een wegblijftarief in te voeren. Dit punt brengt de NP/CF ook
in een tweede brief hierover aan mij naar voren (31 maart 2004, brief
en beantwoording als bijlage toegevoegd). Het wegblijftarief wordt
uiteraard alleen in rekening gebracht aan verzuimende patiënten. Los
van landelijke cijfers acht ik het redelijk dat een patiënt die een
afspraak verzuimt een rekening moet betalen. Dit sluit ook aan op de
destijds gestelde Kamervragen.
Verder vraagt de NP/CF naar de spelregels voor de
patiënten/consumenten, waarbij het punt van de rechtszekerheid van de
patiënten wordt aangesneden. Juist om voor patiënten duidelijkheid en
rechtszekerheid te scheppen is bij de vormgeving van het
wegblijftarief aangesloten op de praktijk van sommige beroepsgroepen
(tandartsen, orthodontisten, paramedici) die reeds een wegblijftarief
kennen. Het WTG-tarief, zoals dit op 1 mei 2004 van kracht zal zijn,
kent de volgende voorwaarden: de afspraak moet door de patiënt niet of
niet tijdig (tenministe 24 uur van te voren) zijn afgezegd en de
patiënt wordt bij het maken van de afspraak geïnformeerd over het
bestaan van het wegblijftarief. Hiermee wordt zeker gesteld dat de
zorgaanbieders duidelijk over het wegblijftarief communiceren zodat de
rechtspositie van de patiënt niet in het geding komt.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
PDF
Brief Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie over wegblijftarief
(nieuw venster)
Om het kamerstuk op te halen:
Zie het origineel
Kamerstuk (2 pag., 44 kB)