Arnhem, 8 juni 2004
Hoger beroep OM uitspraken moord op Maja Bradaric
Het Openbaar Ministerie in Arnhem heeft op 3 juni 2004 hoger beroep
ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank Arnhem van 26 mei 2004
in de strafzaken tegen de verdachten van moord op Maja Bradaric.
Tegen de 18-jarige verdachte uit Beuningen had het OM twaalf jaar
geëist plus TBS met dwangverpleging. De rechtbank heeft deze
verdachte, onder andere wegens het medeplegen van de moord,
veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf plus TBS met
dwangverpleging.
Tegen de 19-jarige verdachte uit Nijmegen had het OM vijftien jaar
gevangenisstraf geëist. De rechtbank heeft deze verdachte, onder
andere wegens het medeplegen van de moord, veroordeeld tot elf jaar
gevangenisstraf.
Tegen de 17-jarige verdachte uit Nijmegen had het OM, onder andere
wegens het medeplegen van de moord, zes jaar gevangenisstraf geëist;
hij werd, terzake medeplichtigheid aan de moord, veroordeeld tot drie
jaar gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk.
Het Openbaar Ministerie vindt dat de straffen onvoldoende recht doen
aan de ernst van de feiten. In de zaak tegen de minderjarige verdachte
richt het hoger beroep zich ook tegen de kwalificatie
"medeplichtigheid" in plaats van medeplegen.
Openbaar Ministerie