De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten- Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
FM 2004-00715 M
Onderwerp
Salarissen en pensioenlasten van de bestuurders
bij DNB en de PVK
Tijdens het wetgevingsoverleg over de fusiewet
DNB-PVK van 1 juni jongstleden, heb ik
informatie toegezegd over de salarissen en de
pensioenlasten van de bestuurders bij DNB en de
PVK over de jaren 2002 tot en met 2004.
Ten aanzien van de gevraagde informatie is het
van belang dat de arbeidsvoorwaarden van de
bestuursleden van DNB en de PVK worden
vastgesteld door de raad van commissarissen
respectievelijk de raad van toezicht. Deze
leggen daarover verantwoording af aan de
minister van Financiën. Daarbij heeft de
minister van Financiën enkele specifieke,
wettelijke bevoegdheden ten aanzien van de
bestuursleden die onder andere gericht zijn op
de benoeming en goedkeuring van salarissen. De
bestuursleden van DNB worden bij koninklijk
besluit benoemd (artikel 12 Bankwet 1998). Hun
salarissen worden vastgesteld door de raad van
commissarissen en goedgekeurd bij koninklijk
besluit (artikel 10 van de statuten van DNB). De
bestuursleden van de PVK worden eveneens bij
koninklijk besluit benoemd. Ook hun salarissen
worden op gelijke wijze bepaald: vaststelling
geschiedt door de raad van toezicht onder
goedkeuring van de Kroon (artikel 5.18 van de
statuten van de PVK).
Voor het overzicht van de salarissen over de
jaren 2002 tot en met 2004 verwijs ik naar
bijlage 1. Tijdens bovenbedoeld
wetgevingsoverleg heb ik u de vermoedelijke
achtergrond geschetst van de afwijkende
samenstelling van het salaris van de directeur
Toezicht van DNB. Bij navraag bij DNB is
gebleken dat de achtergrond als volgt is. Voor
zijn benoeming had prof. dr. Schilder nog geen
of nauwelijks pensioen opgebouwd. Met hem is
afgesproken dat voor hem een versnelde
pensioenopbouw zou gelden. Het deel dat om
fiscale of pensioentechnische redenen niet via
pensioenafdrachten kan worden opgebouwd, wordt
gecompenseerd door een toeslag op het
gebruikelijke salaris van een directeur bij DNB.
In de tweede bijlage treft u de informatie die
door DNB/PVK is verstrekt over de
pensioenlasten. Gelet op het feit dat
facturering voor 2004 nog niet heeft
plaatsgevonden, betreft het informatie over de
jaren 2002 en 2003. Ten aanzien van 2004
verwachten DNB/PVK dat de bedragen in de lijn
liggen van die van 2003, zonder de eenmalige
kosten prepensioen DNB.
Ter toelichting hebben DNB/PVK aangegeven dat de
pensioenpremies in het overzicht corresponderen
met hetgeen in de jaarverslagen is verantwoord.
De regeling DNB is gewijzigd per 1 januari 2003.
De pensioenregeling voor de bestuursleden van
DNB volgt de pensioenregeling voor het personeel
van DNB. Sindsdien betreft het een geïndexeerde
middenloonregeling met 2% opbouw per jaar van
het gemiddelde salaris over het desbetreffende
jaar. Het ouderdomspensioen gaat in op 62-jarige
leeftijd. De pensioenopbouw stopt op dezelfde
leeftijd. Anders dan voor het personeel geldt
voor de bestuursleden een maximum van 60 % van
de laatste pensioengrondslag. Drs. Brouwer,
heeft op basis van specifiek voor hem geldende
afspraken een pensioenopbouw van 2,25 % per
jaar.
Omdat bij de nieuwe pensioenregeling van DNB de
ingangsdatum van de pensioenen verschoven is
naar de veelal latere, uniforme ingangsdatum van
62 jaar geldt een overgangsregeling. Voor de
huidige drie bestuursleden geldt net als voor
personeelsleden die op 31 december 2002
deelnemer waren van het Pensioenfonds DNB, een
overgangsregeling waarbij een prepensioen wordt
opgebouwd van 80% van het laatstgenoten salaris.
Omdat deze regeling voor de bestuursleden
kapitaal gedekt is in tegenstelling tot het
eerdere omslagsysteem, is in 2003 een extra
pensioenlast geboekt van 1,5 miljoen euro. De
ingangsleeftijd van het prepensioen op basis van
deze overgangsregeling is 60 jaar, met
uitzondering voor de heer Schilder voor wie een
ingangsleeftijd geldt van 60,25 jaar.
De pensioenregeling van de bestuursleden van de
PVK volgt de pensioenregeling voor het personeel
van de PVK, met dien verstande dat het
jaarlijkse opbouwpercentage 2% is. Het betreft
een eindloonregeling in combinatie met een
vroegpensioenregeling met versnelde opbouw. Het
ouderdomspensioen gaat in op 65-jarige leeftijd,
terwijl de pensioenopbouw stopt op 62-jarige
leeftijd. Evenals bij DNB geldt voor de
bestuursleden van de PVK een maximum van 60 %
van de laatste pensioengrondslag. Overigens
bereiken geen van de bestuursleden van DNB en
PVK dit maximum.
De prepensioenregeling bij de PVK wordt
tijdelijk ouderdomspensioen genoemd (TOP). De
ingangsleeftijd hiervan is 62 jaar. Het TOP
wordt afgeleid van het jaarsalaris en per
deelnemersjaar als volgt opgebouwd: 2,833% per
jaar over 39.342 euro en 2,333 % per jaar over
het meerdere salaris.
Bij het ineenschuiven van de CAO's van de beide
instellingen na de fusie zullen ook de
pensioenregelingen verder worden geharmoniseerd.
Daarbij heb ik DNB/PVK gevraagd voornemens van
het kabinet rond VUT en prepensioen mee te wegen
bij de harmonisering.
De minister van Financiën,
G. Zalm
Bijlage 1
Bijlage 2
---
Waar in deze brief wordt gesproken van
'bestuursleden' wordt ten aanzien van de PVK
gedoeld op de leden van het bestuur en bij DNB
de leden van de directie.
Ministerie van Financiën