KPMG


Bedrijven stappen steeds vaker af van kaasschaafmethode

8 juni 2004

Nederlandse bedrijven hanteren steeds minder vaak de kaasschaaf om tot een vermindering van hun kosten te komen.

Hoewel kostenreductie bij de meeste bedrijven hoog op de agenda staat, maakt de kaasschaafmethode in toenemende mate plaats voor structurele en duurzame aandacht voor kosten in de vorm van kostenreductieprogrammas. Dit blijkt uit onderzoek dat KPMG jaarlijks verricht onder Nederlandse ondernemingen. Ruim 60% van de bedrijven gelooft niet langer in adhoc maatregelen om kosten te besparen en hanteert gerichte programmas om tot een vermindering van de kosten te komen. Daarnaast is een meerderheid van de bedrijven van mening dat het verhogen van de prijzen van producten en diensten niet leidt tot een duurzame verbetering van het bedrijfsresultaat.

Veel bedrijven realiseren zich dat kostenbesparende maatregelen niet leiden tot een duurzame oplossing van het probleem en de nodige pijn veroorzaken. Dit komt vooral omdat het bestuur de noodzaak tot ingrijpen in het algemeen ontkent en onnodig laat maatregelen neemt, constateert Frank de Moes, partner bij KPMG. Door de kosten voortdurend te volgen en kostenbesparingen vast te leggen in programmas is het voor alle werknemers duidelijk waar besparingen plaats zullen vinden en worden de ingrepen ook als minder pijnlijk ervaren. Op dit moment ervaart bijna 90% van de bedrijven belemmeringen bij het doorvoeren van kostenreductieprogrammas. Bij de helft van de ondernemingen is het ontkennen of onderkennen van de noodzaak tot een kostenreductie een grote belemmering bij de invoering van het programma. Dit geldt vooral voor de middelgrote bedrijven. Daarnaast ervaart de helft van de bedrijven een interne weerstand tegen de invoering van het programma.

Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat de doelstellingen die bedrijven met een kostenreductieprogramma nastreven nog beperkt worden gerealiseerd. Slechts 30% van de bedrijven realiseert 70 tot 90% van het programma. Eén op de twaalf ondernemingen slaagt erin het programma volledig te realiseren. Met name middelgrote ondernemingen slagen er niet in de doelstellingen te realiseren. Bedrijven die de doelstelling niet halen, schrijven dit vooral toe aan onvoldoende planning, monitoring en bijsturing. Ruim de helft van de bedrijven had achteraf al veel eerder een kostenreductieprogramma willen doorvoeren. Bedrijven zoeken de reductie van hun kosten met name in de overhead en de personeelskosten. Daarnaast gaat de aandacht uit naar het reduceren van de kosten die samenhangen met inkoop en efficiencyverbeteringen in het productieproces. Ruim de helft van de bedrijven wil met het programma een kostenreductie realiseren van 5 tot 15%. Ruim 10% streeft zelfs een reductie na van 20 tot 30% van de kosten.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039